Het moet zijn dat Afrika toch een beetje verslavend werkt want wij gaan er opnieuw naar toe.
Dit keer naar Tanzania. We vliegen met KLM, vertrekken hondsvroeg uit Brussel naar Schiphol en van daar met een rechtstreekse vlucht naar de internationale luchthaven Kilimanjaro. We landen er rond 20h, het is er stikdonker en de hoogste berg van Afrika, de Kilimanjaro krijgen we niet te zien, maar hij is er wel. Wie er ook is, is Maika die voor AdA de honneurs waarneemt en ons zal begeleiden tijdens onze rondreis. We maken kennis met Yussuf en Leakey, 2 goedlachse kerels die zich over onze bagage ontfermen en behoudens chauffeur van onze 4x4 Nissans, ook nog een onschatbare bron van informatie blijken te zijn over de fauna, de flora en wetenswaardigheden van hun land. Er is een hotel voorzien in Arusha voor een snelle hap en een korte nacht
Er is slechts 1h verschil met België en van jetlag is geen sprake. We hoeven ons niet te haasten. Alle bagage moet in de beperkte laadruimte van de Nissans gestouwd worden, en daar komt wat puzzelwerk aan te pas. Er wordt gestopt aan het hoofdkwartier om de wagens vol te tanken en dan zijn we op weg. Het is zondag en het is redelijk rustig in Arusha, het deel dat wij te zien krijgen is een rommelige verzameling van lage huisjes langs een, tot op zekere hoogte, verrassend goede asfaltweg. Arusha ligt aan de voet van de Meruberg tussen de Serengettivlakte, de Ngorogorokrater en het Manyarameer, zowat het noordelijk circuit dat wij zullen bezoeken en het kreeg ook bekendheid door het Rwanda tribunaal dat er in 1994 werd opgericht.
Eens we het bewoonde deel verlaten komen we in een droog, dor landschap dat nu wacht op de regens om omgevormd te worden tot groene graslanden waarop de Masai hun kudden laten grazen. Vandaag trekken zij er mee naar de schaarse waterbekkens om ze te laten drinken.
Rond 13h arriveren we in onze lodge aan de rand van het Tarangire NP. Het is met zijn 2850km² het zesde grootste park van Tanzania en het is genoemd naar de gelijknamige rivier die er door stroomt, alhoewel die ook wacht op de overvloedige regens om die naam waardig te zijn.
Na de lunch trekken we er met onze 4x4 voertuigen op uit op zoek naar de aanwezige fauna maar eerst maken we een stop aan een lokale Masai markt die iedere zondag hier gehouden wordt. Heel kleurrijk. Kleren, groenten en sandalen die van oude autobanden gemaakt worden en duidelijk bij de Masai heel populair zijn. De opdringerige verkopers van allerlei prullaria nemen we er voor lief bij. Dan trekken we het park in met zijn enorme baobabbomen. Een familie leeuwen met jongen doet zijn siesta in de schaduw, gazellen, zebras en giraffen doen zich tegoed aan de vegetatie. Tegen valavond keren we terug en we worden verrast door een kudde olifanten die voorbij trekt aan de receptie van ons tentenkamp en dat is meteen ook de reden waarom we na zonsondergang enkel nog onder begeleiding onze bungalowtent mogen verlaten.
Apero is rond het kampvuur, diner in de grote eetzaal tent, dit is ”Out of Africa” op zijn best.
De zon staat al aan de hemel. Aan de verse olifantendrollen, de grootte van een voetbal, te zien zijn ze deze nacht vlak voor onze bungalowtent gepasseerd, maar ik heb er los doorheen geslapen. Aan de eetzaal komen bavianen drinken aan de teil met water die daar voor de vogels gezet is.
Vandaag brengen we de ganse dag door in het park. Net buiten ons kamp warmt een boomslang zich op in de vroege zonnestralen. Olifanten, zebra’s, elanden, impala’s, struisvogels, wildebeest, buffels en een leeuwen familie die onder een boom ligt te soezen, allemaal passeren ze de revue, maar de kroon op het werk is wel de leeuwin die op een tak van een grote accacia ligt terwijl onder haar in de schaduw van diezelfde boom een troep olifanten staat uit te rusten. We hebben een picknick bij die we op een speciaal daarvoor voorziene plek opeten. Tafels, stoelen en een parasol die voor schaduw zorgt en een geweldig panorama over de vallei en de rivier. Vervet aapjes lopen er massaal rond. Zij weten drommels goed dat hier allerlei lekkers te vinden is, ze zien er koddig uit maar ze kunnen venijnig uit de hoek komen zoals Gilberte tot haar scha en schande ondervindt als ze een brutale rekel belet om aan haar tas te frunniken. De eerste hulptas met ontsmetting komt goed van pas.
Een zonsondergang en genieten van een koud Tusker biertje rond een kampvuur om de dag af te sluiten en een Masai die gewapend met een speer ons naar onze tent begeleidt na het diner. Enkel in Afrika vindt je zoiets.
Het was een warme nacht en de zon staat alweer hoog aan de hemel. We vertrekken naar ons volgende bestemming Lake Manyara. Maar eerst maken we stop aan een dorp van de Masai. Een grotendeels nomadisch volk waarvan geschat wordt dat de helft in Kenia woont en die ondanks de moderne civilisatie hun eeuwenoude tradities wisten te bewaren. In hun cultuur staat het vee centraal. Het is hun eerste bron van voedsel, ze eten het vlees en drinken de melk, occasioneel gemengd met het bloed. Volgens hun geloof gaf God hen al het vee op aarde hetgeen vroeger veediefstal voor hen gelijk stond met terug nemen wat hen sowieso toebehoorde. Daar komen ze nu wel ietwat op terug.
Ieder van ons krijgt een doek of shuka en we worden traditioneel begroet. Mannen staan op een rij, een voorzanger zingt ritmisch een lijn en de groep reageert met een grom. Ook de dames geven van jetje met een hoog schril gezang en dan geven de mannen een demonstratie van het spring-dans ritueel en toeristen worden uiteraard uitgenodigd om ook eens een sprongetje te wagen. Een bezoek aan een schooltje voor zes kleuters en een bezoek in een woonhut volgt. Het is er pikkedonker en benauwend klein maar voor hen is het Home Sweet Home.
Daarna rijden we naar het dorp Mto Wa Mbu, we bezoeken er een bananenplantage en een lokale markt en proeven hoe bananenbier smaakt. Twijfelachtig of AB Inbev hier ook brood in ziet.
We rijden naar onze lodge voor vandaag en daar hebben ze een buffetlunch voor ons klaargezet met uitzicht over het dorp, het park en het meer.
Na de middag trekken we het park in. Een park van ongeveer 330km² waarvan 2/3 in het regenseizoen bedekt wordt door een zoutmeer maar in het droge seizoen (nu dus) staat dat meer grotendeels droog. Gedurende het nat seizoen is het een habitat voor grote aantallen roze flamingo’s maar die zijn nu vervangen door ontelbare pelikanen die als op commando in secties opvliegen en naar hun slaapplaats trekken. Buffels en nijlpaarden blijven achter. De schemering valt en de ondergaande zon geeft een geweldig lichteffect op de omgeving. Op de terugweg naar de lodge steekt een luipaard de weg over en is zo vriendelijk even te poseren. Geweldig einde van een mooi gevulde dag.
Insecten beten en jeuk hebben er voor gezorgd dat ik niet zo goed geslapen heb. We zitten hier op 1240m en de temperatuur is niet onaangenaam. We vertrekken rond 9h naar onze volgende bestemming Lake Eyasi. Maar de shoppende medemens wordt niet vergeten, er wordt gestopt aan een reuze grote souvenir mall waar de toerist zijn koophonger mateloos kan stillen.
Rond de middag arriveren we aan onze lodge aan Lake Eyasi. In naam is het dan wel een meer, in werkelijkheid staat het nu poeierdroog een kleine sliert water niet te na gesproken. Ons tentenkamp ligt aan de rand en we hebben een mooi zicht op de vele vogelsoorten die er zich thuis voelen.
Na de middag hebben we afspraak met een lokale gids Sadi en een familie Datoga die ons een inzage geven in hun dagelijks bestaan en tonen hoe ze van eenvoudige vijfduimers vervaarlijke pijlpunten maken die de Hadza bij de jacht gebruiken. Dat deze regio ook vruchtbaar is blijkt uit de vele velden waar rode ajuin wordt gekweekt en die oogst wordt door vele handen gedragen. Hard labeur voor weinig geld, ook dit is Afrika.
Aperitief bij het kampvuur en tijdens het diner maakt de Duitse eigenaar van onze lodge zijn opwachting om ons smakelijk eten te wensen.
Vandaag is wel een speciale dag, we moeten vroeg uit de veren want het is meer dan een uur rijden naar de plek waar een groep Hadzabe zich bevinden. Een authentieke en tegelijk unieke stam van jagers verzamelaars die hun levenswijze sinds mensenheugenis niet gewijzigd hebben. Mannen jagen en zoeken honig en vrouwen verzamelen eetbare knollen, wortels en bessen.
Hoe onze chauffeurs in het pikkedonker de weg vinden in deze wirwar van pistes en boswegen zonder enige aanduiding of baken is mij een raadsel, maar om 6h wordt er plots gestopt aan 2 reuze grote baobabbomen en zien we in het schemerdonker een eind verderop tussen de rotsen het lichtschijnsel van een vuurtje waar de jagers zich klaarmaken voor de komende jacht met pijl en boog . Dit is niet zo maar een partij plezier, voor hen is dit een kwestie van eten of geen eten. Wij mogen de jagers volgen op hun morgenjacht. Geen sinecure want zij zetten er flink de pas in en gaan zonder aarzelen door dicht struikgewas met of zonder venijnige doornen onderwijl scherp uitkijkend naar vogels en/of groot of klein wild. Een goed uur later is de eerder magere buit binnen. Twee vogels en een kleine dikdik antilope die ze de vorige dag geraakt hebben maar niet konden vinden. Dat is nu wel het geval en de jagers maken een vuurtje en villen de dikdik. De vogels worden gebraden in het vuur en ter plaatse geconsumeerd, een vriendelijk aanbod op een stukje te proeven wordt door iedereen beleefd afgeslagen. Voor ons wacht een ontbijtbox in de twee 4X4’s en die maken we soldaat als we terug zijn.
Er wordt ons nog een dansje gepresenteerd en er volgt nog een demonstratie boogschieten en uiteraard mogen de bezoekers dat ook eens proberen. Rond 10h nemen we afscheid van deze mensen wiens levenswijze in deze hectische tijden uiteraard zwaar onder druk staat maar die daar zelf uitermate tevreden mee zijn. De jachtpartij heeft sporen nagelaten, mijn hoed heeft een fikse scheur en mijn hemd een winkelhaak, maar deze ervaring is uniek en maakt het allemaal de moeite waard.
We lunchen in de lodge en we hebben vrij van dienst tot 16h voor wat een beetje eufemistisch omschreven wordt als ”een begeleide natuurwandeling”. In werkelijkheid is het een wandeling heen en terug langs een stoffige weg naar het dichtstbijzijnde dorp, een rommelige verzameling van huisjes en hutjes, maar de randanimatie van de terugkerende schooljeugd maakt veel goed. Er is ook een uitkijkplek voor een zonsondergang voorzien, een nijdige klim naar boven langs een rotspad en daar is, verrassing, een sundowner voorbereid. De zonsondergang is grotendeels een maat voor niets, want een opkomende stofstorm versluierd de zon, maar de sundowner is meegenomen natuurlijk.
We vertrekken pas om 10h30 en er is nog wat tijd om over het droge Eyasi meer een kleine wandeling te maken. Moeilijk voor te stellen dat deze eindeloze droge vlakte een metamorfose ondergaat in het regenseizoen en veranderd in een enorm meer.
En dan zijn we op weg naar de Ngorongoro. De Duitse eigenaar krijgt een lift en wordt ergens onderweg in een klein stadje afgezet, hij wordt in Arusha verwacht.
Rond de middag arriveren we aan het informatie centrum van de Ngorongoro Conservation Area. Van een lokale gids krijgen we tekst en uitleg over het onstaan van Ngorongoro Caldera. 2 Tot 3 miljoen jaar geleden was dit een vulkaan die wellicht 5000m hoog was en waarvan de wanden zijn ingestort en zo de magmakamer hebben afgesloten. De rand van de krater ligt ongeveer 600m boven de kraterbodem, die heeft een doorsnede van 17–21 km en kent verschillende ecozones. Er leven permanent naar schatting 25.000 grote zoogdieren en sedert 1979 is het Unesco Werelderfgoed. Bijna alle grote Afrikaanse dieren komen er voor met uitzondering van de giraffe die door hun lange nek en lange poten de steile afdaling naar de kraterbodem niet aan kunnen. Onze lodge bevind zich op de rand met zicht op de kraterbodem en rond 16h krijgen we een mooie begeleide wandeling met een goeie lokale gids die honderduit verteld. De late middagzon zorgt voor prachtig licht over de caldera. Mooie panorama’s gegarandeerd en we krijgen er nog een regenboog bij ook. We zitten hier op een hoogte van 2240m en het wordt fris als de zon ondergaat.
Mooie zonsopgang om de dag te starten. We dalen af in de krater om 7h en die afdaling is vrij spectaculair en steil, een 4x4 voertuig is hier geen overbodige luxe. Eens beneden worden we echt omvergeblazen door de overvloed en de verscheidenheid van dieren die hier naast elkaar grazen. Zebra’s, gnoes, gazelles, buffels, olifanten, hyenas, ibissen, kraanvogels, het constante geklik van fototoestellen is bijna van ver hoorbaar.
Enkel de zwarte neushoorn laat zich maar van ver zien. Een zwangere gazelle lijkt aanstalten te maken om haar kalfje te werpen, maar blijkbaar is daar iets mis mee want ons lange wachten wordt niet beloond.
In tegenstelling tot een National Park betekent Conservation Aera dat mensen er mogen wonen, in dit geval de Masai, voor zover zij het ecosysteem respecteren.
We hebben onze picknick bij ons en begeven ons naar een geschikte plaats samen met een hele reeks gelijkaardige voertuigen. Black kites of Zwarte Wouws kennen deze symptomen blijkbaar heel goed en aarzelen volges Leakey niet om het voedsel met hun klauwen uit handen van de argeloze toeristen te grissen en dus zijn we verplicht om onze picknick in de auto op te eten.
Rond 15h vatten we de terugweg aan naar boven, die weg is gelukkig geplaveid want op verschillende plaatsen verraderlijk steil. Met een laatste blik en een laatste foto verlaten we deze unieke plek en keren terug naar onze lodge.
We vertrekken rond 8h30 naar een volgend hoogtepunt, de Serengeti, 30.000km² groot waarvan 80% in Tanzania ligt. We worden uitgeleide gedaan door een kudde olifanten die parallel met de weg hogerop loopt. We hebben nog geruime tijd zicht op de krater maar dan verandert langzamerhand het landschap en wordt het duidelijk waarom Serengeti afgeleid is van de Masai taal Siringet en betekent ”Eindeloze Vlaktes”. Rond 10h rijden we het Serengeti National Park binnen. We worden er begroet door een selectie Grantsgazelles, Thompsongazelles en Topigazelles en vanop Rocky Hill krijg je een mooi panorama over die Eindeloze Vlakte.
De observatie van een luipaard die in de schaduw op een rots ligt te soezen is een onverwacht hoogtepunt.
De picknick wordt abrupt onderbroken omdat iemand een jachtluipaard heeft opgemerkt in de verte. Aan een waterplas verzamelt een grote kudde zebra’s en gnoes, helemaal zoals ik me de Serengeti voorstel, en even later merken we een leeuwenfamilie op die zo’n zebra aan het oppeuzelen is.
Rond de klok van 16h arriveren we aan onze lodge en ’s avonds kleurt de lucht rood. Ook hier geldt het devies dat we na valavond van en naar onze bungalows gaan onder begeleiding want we zitten hier temidden het Serengeti Park.
We blijven de ganse dag in het National Park. In de omgeving van de lodge is het verrassend groen in vergelijking met de rest. Wellicht heeft het hier kort voordien geregend. Volgens Yussuf is die regen heel welkom zijn want er is minder neerslag gevallen dan normaal. De grote kuddes blijven achterwege vandaag, soms is er zover men kan zien geen dier te bekennen. 2 jonge cheetas liggen onder een boom te rusten. Een is bedroevend mager, mogelijk zijn het jonge dieren die voor zichzelf moeten zorgen maar de jachttechniek nog niet helemaal onder de knie hebben. Dan wordt via de kortegolf waarmee alle 4x4’s uitgerust zijn melding gemaakt van een volwassen jachtluipaard. Als we daar arriveren zijn we niet alleen en moeten we nog net geen volgnummertje trekken om een goeie foto te maken. Dan wordt ergens een luipaard gespot in het hoge gras, en nu is een goeie foto eerder een kwestie van geluk dan kunnen want voor het grootste deel is hij volledig onzichtbaar in dat hoge gras.
Het is de morgen van de katachtigen, een leeuwenfamilie ligt te dutten onder een grote boom. Een tiental olifanten, jonge dieren met vooraan de matriarch marcheert voorbij. Verschillende soorten gieren zitten in de bomen en wachten misschien op betere tijden. En dan vinden we toch een volwassen mannetjes leeuw maar ook hij ligt er lui en ongegeneerd bij. De jacht moet goed geweest zijn.
We picknicken op een daarvoor voorziene plek en daar is een informatief pad over alles wat hier leeft en bloeit. We gaan nog eens terug naar onze mannetjes leeuw maar die ligt gedrapeerd rond een boom en ronkt rustig verder. De koning der dieren op zijn best.
Op het heetst van de dag valt de activiteit van de dieren stil en rijden wij terug naar onze lodge.
Om 18h hebben we afspraak aan het zwembad voor een sundowner compleet met hapjes en een lokale muziekband. De zonsondergang is niet spectaculair maar Yussuf die op de tonen van de percussie muziek uit de bol gaat is dat wel.
Liefhebbers voor een ballonvaart moesten vroeg uit de veren. Wij hebben deze dure kelk aan ons laten voorbij gaan en vertrekken rond 8h30 naar het rendez-vous punt waar wij hen na hun vlucht en veilige landing en ontbijt, moeten oppikken.
Maika heeft ons verzekerd dat de tse tse vliegen niet langer drager zijn van vervelende ziektes maar dat neemt niet weg dat ze nog gemeen kunnen steken. Ik heb een steek op mijn arm en die staat dik genoeg om te verhinderen dat ik er mijn uurwerk kan dragen. De opgetrommelde lodge dokter bevestigt dat ze inderdaad niet gevaarlijk zijn en bezorgt me een antihistamine zalfje.
Rond 10h arriveren onze ballonvaarders en trekken we verder. Op weg naar de Olduvai kloof maken we er nog een mini gamedrive van met een grote kudde gnoes en zebra’s en ver weg, een lange rij buffels. Dit is de Serengeti op zijn best. Langs de baan naar de uitgang van het Park ligt het kadaver van een gazelle en dat heeft een ganse troep gieren aangetrokken die ruzie maken om het beste hapje.
De Olduvaikloof of Oldupaikloof wordt de Wieg van de Mensheid genoemd door de belangrijke vondsten van de verschillende mensensoorten zoals de homo Habilis 2.5 miljoen jaren en homo Erectus 1.9 miljoenn jaren. We picknicken er met het zicht op de kloof in de wetenschap dat de homo Sapiens of kortweg ”de mens” hier zijn oorsprong vond.
We volgen grotendeels dezelfde weg waarlangs we naar hier kwamen, voorbij de Ngorongoro Caldera tot het stadje Karatu. Een lange rit langs een zeer hobbelige weg waar het wasbordeffect nooit ver weg is en rond 17h zijn we in onze laatste lodge, een prachtige landhuis met een geweldige tuin.
We bollen een beetje uit. We bezoeken een koffieplantage annex groentetuin waar alle soorten groenten en kruiden geweekt worden, de natte droom van iedere kok. Op de terugweg naar de lodge houden we halt aan een kleine werkplaats waar leden van de Makonde aan houtbewerking doen en daar prachtige dingen mee maken.
Ook Gilberte heeft een insectenbeet opgelopen boven de enkel en die resulteert in een snel opkomende grote blaar. Op weg naar de lodge houden we halt aan een medisch centrum in Karatu gerund door Amerikaanse vrijwilligers. Ze wordt er verzorgd en krijgt er een hele vracht pillen mee.
In de namiddag rijden we naar het dorpje Tloma. We bezoeken daar een gezin van de Iraqw. Een stam die volgens de man uit Mesopotamië of het huidige Iraq afkomstig is en die door de eeuwen heen in deze regio verzeilt raakten.
We maken ons klaar voor de grote reis terug, voor de liefhebbers is er nog een bezoek aan de tuin van de lodge. Na de lunch vertrekken we naar Arusha, een rit van 3h, en een vlug avondmaal en dan naar de luchthaven voor de vlucht van KLM naar Dar-Es Salaam, naar Amsterdam, naar Brussel.
Mooie reis in een fascinerend land. In Tanzania vindt je Afrika puur en onversneden in zijn meest authentieke vorm. Prachtige natuur en een geweldige fauna en Yussuf en Leakey krijgen een speciaal plekje in ons boek van mooie herinneringen. Amaai Amaai.