Mooie reis in een land van contrasten, vriendelijke mensen, leuke groep, toffe reisleider. Heeft zijn plaatsje verdiend in onze Hall of Fame. Arriba! Abajo! Al Centro! Parra Dentro! Viva Mexico!
Mexico, het land waar de Olmeken, Tolteken, Zapoteken, Mixteken, Azteken en Maya’s eeuwenlang een hoogstaande, zij het soms bloedige, cultuur ontwikkelden en monumentale bouwwerken neerpootten tot Hernan Cortes in 1519 met 500 soldaten het land veroverden, de bevolking decimeerden met de meegebrachte pokken en er gedurende meer dan 300 jaar een wingewest voor de Spaanse Kroon van maakten.
In 1821 werd het onafhankelijk van Spanje en worstelde het zich door diverse dictators, keizers, bloedige revoluties met figuren als Generalissimo de Santa Anna, Benito Juarez, Pancho Villa en Emiliano Zapata tot op vandaag het nogal eens de krantenkoppen haalt met de oorlogen tegen de drugskartels.
Eigenlijk stond het niet hoog op onze ”bucket list” maar het enthousiaste betoog tijdens de diavoorstelling door Jan Van Herck, die er al decennia lang woont en werkt, trok ons helemaal over de streep.
We vliegen met Lufthansa van Frankfurt naar Mexico City. Hun vluchtroute gaat over Groenland en dank zij het heldere weer krijgen we onverwacht een geweldig panorama voorgeschoteld over de ijsvelden en gletsjers van het grootste eiland ter wereld.
Rond 19h landen we op de internationale luchthaven Benito Juarez. Het moet zijn dat Mexico goed in de toeristenmarkt ligt want voor de immigratie staat makkelijk een duizendtal mensen aan te schuiven. Bagage opsnorren, en dan worden we verwelkomd door diezelfde Jan Van Herck, die onze steun en toeverlaat zal zijn van AdA voor de komende weken. We hebben een grote comfortabele bus en een sympathieke chauffeur, Juan, die vanuit Cancun naar Mexico City is gekomen en met ons terug naar Cancun zal rijden.
Het is zaterdag avond, donker, het regent en het verkeer zit stokvast zodat we een laat welkomstdiner hebben in ons hotel en een eerste deugddoende nachtrust.
We blijven vandaag in Mexico City dat op 2240m ligt. De Azteken stichtten het in 1325, noemden het Tenochtitlan en het was volledig gebouwd op een eiland midden het Texcocomeer. Dat meer is vandaag gedempt en zo goed als volledig verdwenen en heeft plaats gemaakt voor een stad van meer dan 23 miljoen inwoners.
Ons hotel ligt aan het Monument voor de Onafhankelijkheid of Angel de la Independencia op de 12km lange Paseo de la Reforma en tot 14h is het er verkeersvrij en het terrein van joggers, fietsers en wandelaars.
De bus zet ons af aan het Paleis van Schone Kunsten. De bouw er van begon in 1904 en het duurde tot 1934 tot het afgewerkt raakte. De Mexicaanse revolutie van 1910 en het feit dat het ding zo zwaar was dat het wegzonk in de zachte ondergrond was oorzaak van alle vertraging.
Wij gaan er naar een voorstelling kijken van het Ballet Folklorico de Mexico, een wervelende show van dansen en muziek uit de verschillende landsdelen die geen moment verveeld.
De laatste weken is er in grote delen van Mexico grimmig protest geweest van de leraren tegen hervormingsplannen van de regering en de oproerpolitie is hier overal heel zichtbaar en massaal aanwezig maar vandaag blijft alles rustig.
We wandelen naar de Zocalo waar in tenten een boekenbeurs wordt gehouden. De enorme kathedraal, een van de grootste en oudste Rooms Katholieke kathedralen op het Amerikaans continent, werd gebouwd van 1573 tot 1813 en staat op de plaats waar de Azteken hun tempel aan Huitzilopochtli, God van de Oorlog hadden staan. Van die tempel resten enkel nog wat fundamenten want Cortes en z’n kornuiten gebruikte dat materiaal voor de bouw van zijn kathedraal. Er zijn 25 klokken in de verschillende torens en om 12h luiden ze allemaal om ter hardst. Het is zondag en binnen wordt de mis druk bijgewoond.
Lunch is in een restaurant met dakterras en met zicht op de Zocalo en dan rijden we naar het Nationaal Antropologisch Museum. Indrukwekkend gebouw, geopend in 1964, 79700m², 23 zalen rond een enorme patio met een dak van 82 op 84m dat steunt op een enkele pilaar de ”el paraguas” of ”de paraplu”. Geweldige collectie met o.a. de Azteekse Zonnesteen, Olmeekse koppen en het replica van het graf van de koning van Palenque, Pacal met zijn originele schat zoals het onberoerd ontdekt werd.
Mexico City groeit nog steeds, en dat is duidelijk merkbaar als we de stad verlaten langs de buitenwijken, of misschien is ”favelas” dichter bij de waarheid, op weg naar onze eerste archeologische site Teotihuacan.
Wie de bouwers waren is nog altijd voer voor discussie, zeker is dat ze bestond van 150 v.Chr tot 700 na Chr en het was pas eeuwen later dat de Azteken haar de naam, Teotihuacan, gaven, het betekent zoiets als ”geboorteplaats van de goden”. Zij waren toentertijd duidelijk even hard onder de indruk van de grootsheid van de gebouwen als wij en bij hen groeide het uit tot een pelgrimsoord.
Voor we ons bezoek beginnen bekijken we een oud ritueel van ”vogelmensen” de ”Danza de los Voladores” of nog ”Palo Volador” (Paal vliegen). Vier mannen klimmen op een paal 30m hoog, ieder heeft een touw rond z’n middel dat rond de top van de paal wordt gewikkeld en terwijl er eentje op een fluit speelt fladderen ze alle vier omlaag tot het touw helemaal afgewikkeld is. Hoogtevrees is wel het laatste wat die knapen hebben. Het zou een ritueel zijn om bij strenge droogte regen af te smeken bij de goden en vandaag is het erkend als ”Immaterieel cultureel erfgoed” door UNESCO.
Teotihuacan ligt op 2500m en met de piramides van de zon en de maan is het inderdaad een indrukwekkend geheel. De piramide van de zon is met 62m bij de hoogste ter wereld en de enige in Mexico die nog door bezoekers mag beklommen worden. Een steile klim die je wat op je adem doet trappen, maar het panorama van op het hoogste platform maakt veel goed. In een klein museum zijn de laatste vondsten tentoongesteld. En er zijn de restanten van de tempel van Quetzalcoatl en de reconstructie van het paleis van Quetzalpapalotl met nog muurschilderingen in originele kleuren. Heel mooi!
Lunch is onderweg en aansluitend krijgen we een ludieke demonstratie van het nut van de agave, waarvan men pulque maakte en de vezel voor allerlei toepassingen kan gebruikt worden.
De vulkanen Popocatepetl, 5426m en de Iztaccihuatl, 5286m hullen zich preuts in een dicht wolkendek en laten zich maar heel eventjes zien.
En er staat nog een bezoek aan enkele originele kerkjes op het programma in Cholula. San Fransisco Acatepec is dermate versierd dat het wel lijkt of het van porselein gemaakt werd. Santa María Tonantzintla, is een toonbeeld van wat wel eens indiaanse barok genoemd wordt. En er is het San Gabriel klooster van de Franciskanen met de Capilla Real. Dan rijden we naar onze eindbestemming voor vandaag Puebla.
Puebla ligt op 2200m en heeft een heroïsch verleden omdat op 5 mei 1862 de Mexicaanse generaal Ignacio Zaragoza een Frans leger versloeg dat toen als het sterkste ter wereld gold en derhalve is Cinco de Mayo tot op heden een nationale feestdag en iedere stad die naam waardig heeft wel een Avenida Cinco de Mayo. Het historisch centrum is Unesco Werelderfgoed en de Santo Domingokerk en de vele mooi gerestaureerde, kleurrijke huizen en de blauwe lucht zorgen voor mooie onderwerpen voor de fotografen. Ze maken er al sinds 1600 Talavera aardewerk, binnengebracht door de Dominikanen, en wij brengen een bezoekje aan een atelier.
We lunchen in ons hotel, laden de bagage in onze bus en vertrekken dan naar Oaxaca, een rit die ons door de Sierra Madre voert tot over een hoogte van 2785m. Het landschap is hier groen, en dat is volgens Jan vooral te danken aan de vele regen die hier de laatste weken gevallen is, zo niet is het hier dor en droog. We maken een fotostop aan een reuze cactus, rijden langs landschappen met talloze pijpcactussen en hebben nog een stop met zicht op een tafelberg. We krijgen nog een serieuze dondervlaag op onze nek (gelukkig zitten we droog in de bus) en arriveren dan in Oaxaca in ons hotel dat op een heuvelflank ligt en uitziet op de vallei met de stad.
Blauwe lucht! We bezoeken vandaag de archeologische site Monte Alban de stad van de Zapoteken. De site ligt op 1940m boven de zeespiegel en 400m boven de vallei en is Unesco Werelderfgoed. Een standbeeld van Alfonso Caso herinnert aan de man die Tombe Zeven ontdekte met daarin, geheel intakt een goudschat die in het Ex Convento Santo Domingo de Guzman getoond wordt. Lokale boeren proberen een graantje mee te pikken van de toeristen en leuren met handgemaakte beeldjes, meestal geïnspireerd op beeldjes die tot de museum collectie behoren.
We dalen af naar het centrum van de stad. Op de Zocalo krioelt het van het volk, er is een betoging voor het paleis van de gouverneur en tegelijk is er het feest voor de Chistus van de Bliksem. De bliksem sloeg in op de kerk, alles brandde af, behalve een Christus beeld dat ongedeerd bleef, en dat wordt nu als een wonder gevierd. De kerk is prachtig versierd met verse bloemen en ze wordt massaal bezocht door de bedevaarders die verzamelen op de Zocalo.
We lunchen in een restaurant op de Zocalo en wandelen dan langs de drukke straatjes naar de overdekte markt en een chocolade fabriekje en we bezoeken het ex Convento waar de schat van Tombe Zeven uitgestald staat. Heel indrukwekkend.
’s Avonds dineren we terug in het restaurant op de Zocalo en kijken hoe mensen, die allicht van heinde en verre naar hier kwamen, zich eenvoudig klaarmaken om de nacht door te brengen op de grond onder de sterren op de Zocalo.
En weer blauwe lucht! We stoppen in het dorpje Santa Maria del Tule voor een bezoekje aan een boom. El Arbol del Tule, een Montezuma cipres, heeft een stam met een omtrek van 42m en een diameter van 14m. Naar de ouderdom is het raden maar men schat toch dat hij tussen 2000 en 3000jaar oud is en voor enkele peso’s wijst een hulpvaardige agent graag de verschillende vormen en creaturen die men in de stam kan zien, inclusief jaguars en olifanten.
Teotitlan del Valle is een sympathiek Zapoteken dorpje dat beschouwd wordt als het eerste dat door hen gesticht werd in 1465. Mensen spreken er nog het Zapotec en houden vast aan oude tradities. De markt is de ontmoetingsplaats bij uitstek voor de dagelijkse boodschappen en tijdens de speeltijd brengen de ouders de lunch naar de kinderen in het schooltje. In het kerkje zijn restaurateurs aan de slag en de oude bomen op het centrale plein worden onder handen genomen door een boomchirurg.
Het dorp leeft vooral van de produktie van tapijten en textiel dat geweven wordt met de hand, met de wol van lokale schapen en gekleurd met natuurlijke pigmenten.
In San Pablo de Mitla bezoeken we de postklassieke site van de Mixteken dat midden in het dorp ligt. Mitla wordt beschouwd als het religieuze centrum van de Mixteken met paleizen die wel heel speciaal versierd werden met terugkerende motieven.
We lunchen in een lokaal restaurant en daar kunnen we de plaatselijke drank proeven, de mezcal die uit het hart van de agave gestookt wordt. Met of zonder worm.
We hebben een lange busrit voor de boeg langs een kronkelbaan voor we aankomen in Tehuantepec.
We vertrekken vroeg en rijden door la Ventosa, de istmus van Tehuantepec, de kortste afstand, 200km, tussen de golf van Mexico en de Pacific. Door een kloof in de Sierra Madre staat hier een voortdurende wind, de Tehuano, die soms zo hevig kan zijn dat vrachtwagens van de baan worden geblazen. Dat is gelukkig nu niet het geval maar de zijwind in de bus is toch duidelijk voelbaar. Niet te verwonderen dat hier een enorm windturbinepark werd neergezet waar de eenvoudige lokale landbouwers niet erg mee zijn opgezet en evenmin veel profijt uit halen.
We maken een boottocht door de Sumidero canyon op de Grijalva rivier. Op zijn hoogste punt zijn de rotswanden 1000m hoog. De canyon ligt in het Sumidero National Park, en er is heel wat dierenleven, een krokodil ligt te zonnen, aapjes spelen in de bomen, en gieren drogen hun vleugels aan de kant. Iets minder leuk is de 5000 ton afval die ieder jaar uit de canyon wordt opgevist. We draaien terug aan de Chicoasen dam.
We lunchen in een restaurant in de stad, maken er een korte wandeling en rijden dan verder de bergen in naar San Cristobal. Een lange busrit en Jan vergast ons op een documentaire film over de opstand van de Zapatistas in 1994. Een conflict dat tot op heden nog steeds niet naar behoren is opgelost. Maar er wordt vooral gepraat en de wapens zwijgen. Ons hotel in San Cristobal ligt in het historisch centrum, de grote bus kan er niet bij en we moeten een flink stuk te voet gaan.
’s Avonds maken we nog een kleine avondwandeling. Op de Zocalo staat een podium met enorme luidsprekers waar lokale artiesten optreden maar het geluid draagt niet tot in ons hotel.
We blijven de ganse dag in deze koloniale stad die op 2200m zeehoogte ligt. Alleen al aan de bezoeken van alle kerken heb je een hele kluif. Toerisme is een belangrijke bron van inkomsten voor velen, rond de Santo Domingo kerk staan ontelbare stalletjes waar allerlei prullaria heel mooi staat uitgestald, en in het stadje lopen venters van iedere slag en iedere leeftijd rond en wordt je voortdurend, heel vriendelijk en heel hardnekkig allerlei moois aangeboden. Met z’n autovrije winkelwandelstraatjes vindt de shoppende medemens hier probleemloos wat hij zoekt of zelfs niet zoekt. San Cristobal kwam in het wereldnieuws toen in 1994 de Zapatistas de stad innamen en de inboedel van het Neoklassieke gemeentehuis uit de 19e eeuw op straat kieperden.
In La Merced klooster is sinds 2000 een Amber Museum met een mooie collectie en je krijgt er alle uitleg hoe je het echte peperdure spul van goedkope rommel in plastik of glas kunt onderscheiden. Na de middag wandel ik de trappen op naar de San Cristobal kapel. Die is wel dicht maar je hebt er een mooi uitzicht over de ganse stad en ’s avonds wandelen we de stad in naar een restaurant voor ons diner.
We hebben overgeschakeld naar winteruur. San Juan Chamula, is een stadje van zo’n 50.000 Tzotzile Maya’s die voor zichzelf een unieke autonomie hebben uitgewerkt. Ze hebben hun eigen politiemacht en kiezen hun eigen raadsleden. De kerk is een mix van het Katholicisme en pre-Maya gebruiken, heiligenbeelden werden aan de kant geschoven, banken of stoelen staan er niet, de vloer is bezaaid met dennennaalden en ieder voert er op zijn manier met kaarsen en offerandes zijn eigen rituelen uit.
Op het kerkhof is veel volk in de weer en worden de eenvoudige graven grondig opgekuist voor de herdenking van de doden op 1 november. Het is zondag en dan is er markt en van de verre omgeving zijn de Tzotziles naar hier gekomen om hun inkopen te doen of om gewoon de laatste roddels uit te wisselen, het is er een drukte van jewelste en aan het aantal kinderen dat je hier ziet wordt er niet dikwijls met los kruit geschoten.
De indianenraad is ook manifest aanwezig in vol ornaat en doet zich op zondag vooral te goed aan posh de plaatselijke sterke drank gemaakt op basis van suikerriet en mais.
In het nabijgelegen dorpje Zincantan is het iets rustiger maar ook hier vergadert de indianenraad in de kerk met de nodige posh en hier worden de Zapatistas in de vorm van gemaskerde poppetjes aan de toeristen gesleten. Ook ons gezelschap wordt vriendelijk uitgenodigd om vers gemaakte tortillas en enkele soorten posh te proeven. We hebben een picknick lunch die we in de bus soldaat maken op weg naar Palenque en daar arriveren we rond 18h in het donker en in de gietende regen.
De zon schijnt, het is 31° warm en vochtig. We hebben het hoogland voorgoed achter ons gelaten en we zitten nu in de tropen en we bezoeken de archeologische site van Palenque. In 2005 was ongeveer 2.5km² van de stad blootgelegd en men schat dat dit nog geen 10% is van de totale oppervlakte die Palenque ooit bestreek. De rest, dat mogelijk nog meer dan 1000 gebouwen en constructies bevat, ligt nog verborgen in het oerwoud. Maar wat er is blootgelegd is inderdaad prachtig.
De oorspronkelijke naam van Palenque was Lakam Ha, wat Groot Water betekent naar de bronnen en riviertjes die er ontspringen. Het was de hoofdstad van een stadstaat die de naam B'aakal (Been) droeg. Verondersteld wordt dat het gesticht werd in 100 v.Chr en verlaten werd in de 8ste eeuw. De Mexicaanse archeoloog Alberto Ruz L'Huillier vond onder de Tempel van de Inscripties, de intacte graftombe van Pakal de Grote (K'inich Janaab Pakal) de koning van Palenque en die waardevolle spullen zagen we in Mexico City in het Nationaal Antropologisch Museum.
Na de lunch vertrekken we naar Campeche. Wegen zijn verrassend goed in Mexico en onze bus goed uitgerust en comfortabel en dat is maar goed ook want de afstanden zijn groot. Vandaag is weer een lange busrit en ter compensatie heeft Jan een film over Frida Kahlo, de Mexicaanse surrealistische schilderes en echtgenote van Diego Rivera, met een indrukwekkende Salma Hayek die hiervoor een Oscar nominatie in de wacht sleepte.
Het landschap is hier vlak en tijdens de pitstop aan een eenvoudig restaurant krijgen we nog eens een daverende stortbui over ons heen. We rijden een eind langs de Golf van Mexico en het is pikdonker als we rond 19h in ons hotel arriveren.
Ons hotel ligt vlak aan de zee, dat was niet te zien toen we gisteren hier aankwamen, en die ligt spiegelglad mooi te wezen. De zon schijnt, de lucht is blauw en het is al behoorlijk warm. We rijden naar Campeche maar stoppen eerst in het dorpje Ceiba Playa waar de vissers de vangst van de nacht in de plaatselijke vismarkt aanbieden.
Campeche is een aangenaam koloniaal en kleurrijk stadje dat verwoede pogingen doet om meer toeristen af te snoepen van Cancun. Het stadscentrum en de restanten van de vestingen zijn zo goed bewaard gebleven dat ze in 1999 op de Werelderfgoedlijst van Unesco zijn terecht gekomen.
Na de middag hebben we het strand en de Golf van Mexico (voor het hotel) voor ons alleen en ‘s avonds een prachtige zonsondergang.
We rijden naar Uxmal, een Mayastad die wellicht gesticht werd in 500 en uit geschriften van de conquistadores blijkt dat ze in de 16e eeuw nog bewoond was. Machtige site en Unesco Werelderfgoed. Er wordt heel wat aan gerestaureerd en het resultaat mag er dan ook zijn. De Tempel van de Tovenaar, het Paleis van de Gouverneur, het Nonnenklooster zijn monumentale bouwsels met prachtige versierselen en van op de Grote Piramide heb je een geweldig panorama over de ganse site.
We lunchen aan de kust in Celestun een vissersdorpje en dan rijden we verder naar het Parque Natural del Flamenco Mexicano, voor een boottocht in dit uniek vogelreservaat tussen de mangrovebossen waar naar verluidt honderden flamingo’s zich ophouden in het ondiepe water. Deze mangrove hebben het eigenaardige effect dat de wortels het water een rode kleur geven. We zijn een beetje laat in de namiddag en heel wat flamingo’s hebben hun slaapplaats al opgezocht, maar enkele zijn toch gebleven voor de foto en het boottochtje door het mangrovegebied is gewoon leuk.
Het is nog een hele rit naar Merida en Jan heeft voor ons dit keer een goeie toepasselijke zwart/wit western uitgezocht met Marlon Brando en Anthony Quinn in hun jonge jaren ”Viva Zapata”.
Merida werd gesticht in 1542 door de Spanjaarden en kende in de 19e eeuw een enorme bloei dank zij de produktie van Henequen een agave waaruit een fiber geproduceerd werd die over de ganse wereld gebruikt werd in touwslagerijen. Rond het begin van de 20ste eeuw telde Merida meer miljonairs dan eender welke stad ter wereld. De opkomst van kunstvezels zorgde voor de teloorgang van deze industrie. Vandaag staan nog veel van hun prachtige villa’s langs de Paseo de Montejo. We brengen een bezoekje aan het theater, de kathedraal en het huis van Francisco de Montejo, de veroveraar, en het Raadhuis.
De ”Dag van de doden” of Hanan Pixal is een mix van rituelen van Maya en Katholicisme. Op een altaar staat een hapje en een drankje voor de geesten van de overledenen en een bloementapijt met kruis en kaarsen moeten ze welkom heten en de weg tonen. 1 november is voor de volwassenen, 2 november voor de kinderen. In de Universiteit van Merida houden de studenten een wedstrijd voor het mooiste altaar en ook op de Zocalo wordt er druk gefeest.
De bus pikt ons op aan de Zocalo en we rijden dan naar de Haciënda Sotuta de Peon waar we gaan lunchen. Hier wordt, ten behoeve van de toeristen, gedemonstreerd hoe men deze vezels van de agave verwerkte. Dezelfde antieke machines die toen gebruikt werden staan hier opgesteld en werken nog. En er woont nog een 86 jarige oude man in een Maya hut op de plantage die het allemaal nog meegemaakt heeft en ons in vloeiend Yucatec-maya welkom heet.
We bezoeken nog een ondergronds meer en rijden dan naar Chichen Itza.
Vanuit ons hotel wandelen we naar de befaamde archeologische site van Chichen Itza. Zonder meer een prachtige site en de kers op de taart van deze reis. In 2007 werd het bij de nieuwe 7 wereldwonderen gevoegd. We bezoeken ze in de vroege morgen, en dat heeft een dubbel voordeel, niet te warm, niet te veel volk en niet te veel verkopers. De centrale piramide van Kukulcan steelt natuurlijk de show. Twee maal per jaar, met de lente en de herfst equinox zorgt licht en schaduw van de zon dat het lijkt alsof de slang langs de trappen omlaag kruipt. Het lokt ieder jaar weer een massa volk.
Het balspel terrein is het grootste en best bewaarde terrein van Meso-America.De Tempel van de krijgers met bovenaan het beeld van Chac Mool en de Patio van Duizend Zuilen is geweldig. In 1894 kocht de toenmalige consul van de VS, Edward H. Thompson het hotel Haciënda Chichen en daarmee ook de site van Chichen Itza en gedurende 30 jaar exploreerde hij de antieke stad. Met een kraan baggerde hij de Cenote Sagrado uit en haalde op die manier hopen offerandes boven die hij allemaal naar het Peabody Museum van de Harvard University verscheepte. Ondertussen is de site federaal eigendom van de staat.
Nergens mag je nog de trappen op sinds een toeriste een dodelijke val maakte en dat is een beetje jammer want je mist natuurlijk de foto’s van bovenaf en een overzicht, maar ook zo is het bezoek een ervaring dat je niet onberoerd laat. We lunchen in het hotel, en kunnen dan ieder voor zich de site nog eens op het gemak bekijken, maar de zon, de hitte en de vele groepen die dan rondgeleid worden maken dat ik het sneller dan gedacht voor bekeken hou.
Vandaag is onze eindbestemming Cancun, we stoppen nog eventjes voor een bezoek aan een ondergronds meer, Cenote Dzitnup, dat als zwemkom gebruikt wordt en aan het kerkhof van het dorpje Valladolid maar dan zetten we koers naar de populaire badplaats. We arriveren er rond 13h, blauwe lucht, blauwe zee en veel zon. We logeren er in een All-In mastodont en kunnen nog wat genieten van de strandgenoegens die hier met gulle hand rondgestrooid worden. Het plezier schijnt van korte duur want in de late namiddag komen dreigende wolken opzetten en kleurt de lucht eerder zwart en ’s nacht valt de regen er met bakken uit.
Het stortregent onophoudend! We danken stiekem alle goden dat we niet opteerden voor een korte strand verlenging. Het water staat tot in de lobby van het hotel waar het personeel voorlopig tevergeefs probeert om het op te dweilen. Dweilen met de kraan open kan je hier letterlijk nemen. De bus pikt ons op en brengt ons naar de luchthaven en wij nemen er afscheid van onze chauffeur die verwacht dat dit noodweer nog wel enkele dagen zal aanhouden.
Het vliegtuig vertrekt gelukkig op tijd en 2h30 later landen we in Mexico city waar de zon schijnt. We zijn er op tijd voor een lunch in de San Angel wijk, een restaurant in een oud karmelietenklooster waar de gegoede burgerij van Mexico city aanschuift.
Rechtover staat het huis van Diego Rivera, beroemd vanwege zijn muurschilderingen en echtgenoot van Frida Kahlo, en dat bezoeken we kort voor we naar het geboortehuis en tegelijk museum van Frida Kahlo rijden. Dat bezoeken we ook en dan is het hoogtijd om naar de luchthaven te gaan voor onze vlucht met Lufthansa naar Frankfurt, naar Brussel, naar huis.