Toffe Groep, toffe reisleidster, prachtige reis in een enorm land dat in een adembenemend tempo verandert en evolueert.
Confucius zei het, en wij doen het, “het is beter een mijl te reizen dan honderd boeken te lezen” en als logisch vervolg op onze reis vorige maand door Taiwan en Zuid Korea pakken we nu onze koffers voor een reis doorheen China. Met Lufthansa en een kolossale A380 landen we op de spiksplinternieuwe Beijing Capital International Airport. We worden er opgewacht en begroet door Ilse, onze AdA gidse, die vanuit Borneo is komen aanvliegen om ons gedurende de volgende weken door dit enorme land te loodsen, dat, sedert Deng Xiaoping het Bamboe Gordijn naar de mottenballen verwees, een fenomenale metamorfose ondergaat.
We maken kennis met Cindy de plaatselijke gidse, die dapper de vlag van Anders dan Anders draagt, het drukke verkeer met de daarmee gepaard gaande verkeerschaos en de smog waarmee deze miljoenenstad een dagelijkse strijd levert. Met wisselend succes, want vandaag is de lucht grijs.
We checken in, en na de lunch beginnen we onze kennismaking met Beijing oud en nieuw. Het nieuwe is het Olympisch Park met het ”Beijing National Stadium” bijgenaamd de ”Bird’s Nest”. Een peperduur architecturaal hoogstandje, waarvoor men vandaag krampachtig nieuwe toepassingen zoekt om de jaarlijkse onderhoudskost van 9 miljoen us dollar te kunnen ophoesten. En dan het Zomerpaleis. Met het door mensenhanden gegraven 2.2km˛ Kunming meer en de 60m hoge Heuvel van Langleven, waarvoor trouwens het zand van het meer gebruikt werd. Het paleis werd verschillende keren met de grond gelijk gemaakt, maar steeds opnieuw opgebouwd, de laatste keer door Keizerin Douarière Cixi (zeg Tz'u-Hsi) die daarvoor de schatkist plunderde en geld, bedoeld voor de vernieuwing van de Chinese Vloot gebruikte. Zes jaar later verloor China van Japan in de eerste Sino-Japanse oorlog dank zij de suprematie van de Japanse vloot. Maar, die vloot is al lang verdwenen, en het Zomerpaleis waar Cixi haar laatste levensjaren doorbracht schittert nog altijd en trekt karrenvrachten mensen die zich vergapen aan de Marmeren Boot, de Lange Corridor, de 17-Bogen brug en de prachtige paviljoenen. We sluiten af met een diner in stijl en een plaatselijke lekkernij, Peking Duck.
Als om te bewijzen dat het ook anders kan in Beijing, is het vandaag een stralend blauwe hemel en heeft de wind de smog weggeblazen. Tian’anmen plein, 440.000m², het derde grootste plein ter wereld en bekend voor het studentenprotest in 1989 en het beeld van de onbekende ”Tank Man” die voor een colonne tanks ging staan. Het Mausoleum van Mao staat er met de gebruikelijke heroïsche standbeelden er voor. Of het de man zelf is die er te kijk ligt, of een goedkope madame Tussaud kopie is een goed bewaard geheim. Wij laten het links liggen en gaan door de Tian’anmen Gate of de Poort van Hemelse Vrede die toegang geeft tot de Keizerlijke Stad en via de Meridian Gate of de Zuidpoort doen wij onze intrede in de Verboden Stad samen met enkele duizenden andere bezoekers, voornamelijk chinezen die massaal hun eigen land ontdekken. Gedurende meer dan 500 jaar schitterde de Verboden Stad als verblijfplaats van de Ming en Qing Dynastieën. 24 keizers passeerden er de revue, tot in 1912 bij de troonsafstand van de laatste keizer Puyi. Sedert 1987 Unesco Werelderfgoed en vandaag bekend onder de naam Palace Museum. Er staan nog 980 gebouwen en er wordt hard gewerkt en gerestaureerd om het de luister van voor 1912 terug te geven. Maar ook nu is het een schitterende site.
We gaan lunchen in de Hutongs, traditionele ommuurde woonwijken met nauwe straatjes en kleine huisjes die al 700 jaar bestaan maar in snel tempo moeten wijken voor nieuwe hoogbouw. Met riksja’s worden we naar een van die huisjes gevoerd waar we bij een familie aanschuiven voor de maaltijd. Vandaar rijden we naar de Drum Tower voor een demonstratie op de reuzen trommels waarmee vroeger de tijd werd aangegeven.
Voor het diner krijgen we een wervelende theatershow gepresenteerd met opzwepende muziek, veel acrobatie, ballet, kung fu stijl oefeningen met en zonder wapens. Een uur dat voorbij vliegt. Heel knap.
Er is minder wind en de zon is weer gesluierd. We gaan de bus op en rijden naar Mutianyu voor een bezoek aan een sectie van de Grote Muur van China een bouwwerk dat in z’n geheel zo’n 6259km fortificaties telt. De bekendste bouwer die de “eerste steen legde” rond 220BC, was Qin Shu Huang, de man van het terracotta leger en de eerste keizer van een verenigd China.
De Grote Muur van Mutianyu werd uitgebouwd onder de Ming Dynastie rond 1569 op de funderingen uit de 6e eeuw van de Noordelijke Qi Dynastie. Een kabellift brengt ons in luttele minuten een goeie 350m boven het dorp naar het platform op een massieve wachttoren en vandaar heb je een geweldig uitzicht over de muur die zich als een serpentine over de nabije bergkammen slingert. De muur is in 1987 opgenomen door UNESCO als Werelderfgoed en in 2007 tot een van de zeven nieuwe wereldwonderen verkozen.
We wandelen op de muur van wachttoren tot wachttoren die op regelmatige afstand van elkaar gebouwd werden, 7 in totaal, en kijken over het beboste berglandschap en de wisselende panorama’s van die enorme verdedigingswal. Maar toch kon hij niet verhinderen dat in 1644 de Mantjoes China inpalmden, verzwakt als het was door interne ruzies.
We dalen te voet terug af naar het dorp, lunchen in de buurt en rijden dan naar Beijing voor een bezoek aan de Tempel van de Hemel. De keizers van de Ming en Qing Dynastie leidden hier twee maal per jaar rituele ceremonies als Zoon van de Hemel om eer te bewijzen aan de Hemelse Autoriteit en de gunst af te smeken voor de volgende oogst. Vandaag is het een park waar men komt vliegeren, tai chi beoefenen, muziek spelen of kalligrafie en het is ook opgenomen door UNESCO als Werelderfgoed in 1987.
We zoeken nieuwe oorden op en we nemen de vlucht van Air China naar Xi’an de hoofdstad van de Shaanxi Provincie, maar het was ook ooit de hoofdstad van China en het heeft een van de best bewaarde omwallingen en daarmee beginnen we ons bezoek na de lunch. De totale lengte vandaag is een kleine 14km en er staan fietsen klaar voor de liefhebbers. Wij laten die kelk aan ons voorbij gaan en beperken het tot een wandeling op de wallen met zicht op de kalligrafie straatjes, waar we daarna dan nog een keertje doorlopen. We checken in, in ons hotel en gaan dan naar de levendige moslim wijk voor een bezoek aan de Grote Moskee gebouwd in 742. Verrassend genoeg helemaal niet met koepels en minaretten maar helemaal volgens de traditionele Chinese architectuur.
Aan de voet van de Drum Tower hebben wij een diner van dumplings, een plaatselijke lekkernij, en daarna wandelen we terug langs de feestelijk verlichte gebouwen naar de bus.
We bezoeken weer een UNESCO Werelderfgoed site, het Terracotta Leger van keizer Qin Shi Huang (259 BC – 210 BC). Boeren die een waterput groeven vonden terracotta figuren in 1974. Het vervolg is genoegzaam bekend. Men schat dat er 8000 soldaten, 130 strijdwagens met 520 paarden en 150 cavaleriepaarden nog begraven liggen in de verschillende putten.
De historicus Sima Qian (145-90BC) schreef een eeuw nadat het mausoleum afgewerkt was, dat de keizer begraven werd in een eigen wereld, met paleizen, gesimuleerde rivieren gevuld met kwik en een firmament met hemellichamen van edelstenen en parels. Er ligt daar dus nog heel wat te wachten, maar, alhoewel de locatie van het graf bekend is wacht men tot er voldoende know-how is voor de conservatie alvorens het te openen. In ieder geval, wat men totnogtoe blootlegde is adembenemend en vervult je met het nodige ontzag. De keizer was blijkbaar als de dood voor de dood en fanatiek op zoek naar een elixir voor het eeuwige leven. Volgens historici stierf hij, 49 jaar oud, ironisch genoeg door het slikken van kwikpillen die hem onsterfelijk hadden moeten maken. Eigenlijk is het hem nog gelukt ook, want meer dan 2000jaar later gaat zijn naam nog altijd over de tong.
We lunchen op de site en stoppen onderweg naar Xi’an aan een Medicine Market, een groothandel van bizarre grondstoffen allerhande voor de traditionele Chinese medicijnen waar Ilse met zichtbaar genoegen een hertenpenis toont. Voor welke kwalen het soelaas biedt werd er niet bij verteld.
Van daar gaan we naar het Provinciaal Museum. Aangezien antiek Xi’an ooit hoofdstad van China was en het hoofdkwartier van 13 feodale Dynastieën, hebben ze daar nogal wat artefacten opgedolven en in dit museum zijn er ongeveer 300.000 te zien.
De dag was lang, als beloning krijgen we allemaal een voetmassage. Een uur lang wordt er serieus mee gespeeld.
We hebben een vlucht in de voormiddag naar Chengdu, en hebben net nog tijd genoeg voor een bezoek aan het Han Yangling museum. Een museum gebouwd over de opgravingen van het mausoleum van keizer Han Jing. Men kan de archeologen achter het glas aan het werk zien, maar vandaag is het zondag en nee, vandaag dus niet.
We arriveren in Chengdu, de hoofdstad van de Sichuan provincie, rond 13h, en het is er rotweer, het regent pijpenstelen als we van de luchthaven naar de stad rijden voor de lunch.
Publiekstrekker is hier het irrigatiesysteem van Dujiangyan. Gebouwd in de 3e eeuw BC en nog altijd onveranderd operationeel. De streek had jaarlijks te lijden van overstromingen door de Min Rivier. Li Bing, de gouverneur kreeg opdracht om er iets aan te doen. Een dam mocht niet want de rivier moest open blijven voor militair transport. Hij kwam op het idee om een dijk te bouwen in de rivier en een kanaal om een deel van het water af te leiden naar de droge Chengdu vlakte. Worstvormige manden van gevlochten bamboe gevuld met stenen werden gebruikt voor de dijk, het kanaal moest door de berg Yulei en om daar door te raken werd een systeem van hitte en afkoeling door water gebruikt om de rotsen te doen barsten. Acht jaar later was het systeem in werking en maakte van de streek een van de vruchtbaarste van gans China en in 2000 werd het opgenomen als UNESCO Werelderfgoed.
Langs een wiebelend bruggetje gaan we naar een Taoïstische tempel waar een pleiade van goden ter beschikking staat van de mensheid en ook Li Bing heeft hier de goddelijke status bereikt. Al bij al een knap staaltje van waterhuishouding alleen jammer dat wij tijdens ons bezoek ook overvloedig geïrrigeerd werden van bovenaf en het dichte wolkendek het landschap zorgvuldig bedekt hield.
Nog een UNESCO Werelderfgoed staat op het programma, een levend wezen dit keer, het enige ter wereld dat deze eer te beurt viel trouwens, de Reuzen Panda. Het Chengdu Research Base of Giant Panda Breeding, een hele mondvol voor een centrum waar panda’s worden gefokt en opgeleid om terug in een steeds kleiner wordende, natuurlijke omgeving hun weg te vinden. Opgestart in 1987 met 6 panda’s, was de populatie in 2008 gegroeid tot 83 en waren er 124 geboortes geteld. Op een terrein van meer dan 100ha hebben ze een prachtige habitat gecreëerd voor deze dieren en aangezien wij bij de eerste vroege bezoekers zijn vandaag, en tot onze Chinese medebezoekers massaal arriveren, hebben we heel eventjes het kot voor ons alleen, en kunnen we genieten van de capriolen van de jongen en naar hartenlust kiekjes maken.
We hebben een vlucht naar Lijang in de volgende provincie die we aandoen, Yunnan, we worden daar begroet door onze gidse Ren in een traditionele outfit van de Naxi en nemen onze intrek in ons hotel vlak bij de Oude Stad Lijang, ook weeral UNESCO werelderfgoed. De rest van de namiddag vullen we op in die Oude Stad, slenteren door de smalle straatjes, neuzelen in de winkeltjes en proeven heel uitgebreid diverse soorten thee.
En ’s avonds hebben we in het hotel een Braziliaanse BBQ!
Jade Dragon Snow mountain wenkt. Hij speelt een beetje cache-cache met de wolken. Er is eventjes twijfel of het uitzicht daarboven de moeite zal lonen, maar dan “is de teerling geworpen” en we gaan. Lijang ligt op ongeveer 2500m. In het Visitor’s Centre op 3100m neemt een speciale busdienst over en brengt ons tot aan het grondstation van de cable car op 3400m en die brengt ons uiteindelijk naar het eindstation op 4500m. De wolken komen en gaan, gelukkig gaan ze meer dan ze komen en het zicht op de Shanzidou, de hoogste piek van 5596m, is uitstekend. Een trappensysteem leidt naar de voet van de gletsjer die hier ligt, zo’n 150m hoger dan het eindstation. Je trapt wat op je adem en je wordt er aan herinnerd dat je als laaglander op een hoogte van 4500m het best wat kalm aan doet, maar eens het eindpunt bereikt en de motor terug een normaal toerental heeft, loont het zicht op de prachtige omgeving meer dan de moeite. De menigte Chinezen die in gehuurde dikke, helrode parka’s én occasioneel snuivend aan een kleine zuurstoffles, naar boven sjokken, zorgen voor de kleurrijke noot.
Terug naar beneden, rijden we naar een klein dorp voor onze lunch in lokaal restaurant. We wandelen nog wat door het dorpje, rijden dan naar een tempelpaleis van de Naxi dat de vernielwoede van de Culturele Revolutie overleefde door overal posters van Kameraad Mao over te kleven. Voor de Naxi zijn de natuur en de mens halfbroers met een verschillende moeder, ze hebben een origineel pictografisch schrift dat door hun Shamanen onderhouden wordt en in het Dongba Culture Museum krijgen we daar wat voorbeelden van.
De Black Dragon Pool zou prachtige plaatjes moeten opleveren, maar dat valt tegen want die vijver staat kurkdroog aangezien het hier al in geen maanden heeft geregend.
We rijden naar Zhongdian een Tibetaanse stad, nemen afscheid van Jade dragon Snow Mountain die zich van zijn mooiste kant laat zien en Ren, onze Naxi gastvrouw, want onderweg zullen we een nieuwe plaatselijke gids oppikken die ons in het legendarische Shangri-La en Klein Tibet zal bijstaan. We zitten hier boven de 2500m, tussen de uitlopers van het Himalaya gebergte en de pieken rondom gaan richting 6000m, de zon schijnt, de lucht is blauw en de panorama’s schreeuwen om fotostops. We stoppen bij het zicht op de Yangtze, de langste rivier van Azië en de eerste bocht van de Yangtze. Onze nieuwe gids is een jonge Tibetaan die luistert naar de originele naam Pema en pittige dingen verteld over de Tibetaanse zeden bvb dat zijn ouders zich nog nooit wasten (!) en hij zijn eerste douche nam op 18-jarige leeftijd in de universiteit in Beijing.
We lunchen uitgebreid onderweg en kijken uit naar de Yi dorpjes die als clusters in de valleien liggen. We zitten hier al boven de 3300m, en hier wordt door de Yi intensief aan landbouw gedaan. De vergezichten over de velden en de dorpjes die er tussen liggen spreken tot de verbeelding. Niet ver van de weg ligt een van die dorpjes, en daar wandelen we eens door. In China zijn er 55 erkende minderheden en de Yi is een van de grootste.
Tibetanen zijn een andere erkende groep en bij een van hen worden we op vraag van onze gids uitgenodigd om hun nieuwe huis te bezoeken. Wat opvalt is dat die Tibetanen niet klein behuisd zijn. Het meest gebruikte materiaal is adobe en hout. Dat mogen ze gratis kappen en daar wordt uitvoerig gebruik van gemaakt. Er wordt voor ons thee gemaakt met yak boter. Mijn ervaring is dat het nooit een van mijn meest favoriete drankjes zal worden.
We arriveren in Zhongdian dat herdoopt werd in Shangri-La naar de roman van James Hilton, The Lost Horizon. Een fictief paradijs waar de inwoners slechts heel langzaam verouderen. Geestig detail, Hilton zette nooit een voet in China en haalde de mosterd bij National Geographic maar China vond de beschrijvingen typisch voor Zhongdian en om het toerisme wat aan te moedigen werd het Shangri-La.
Ons hotel ligt niet ver van het Songzanlin Monastery, maar dat bezoeken we morgen pas, vandaag zien we het enkel afgetekend bij valavond.
Shangri-La ligt op 3400m en dat laat zich voelen want ik heb afgrijslijk slecht geslapen. In het ochtendgloren ligt het klooster er schilderachtig bij. We wandelen er naar toe, het lijkt veraf maar langs een zandweg binnendoor zijn we er verrassend snel. Het dateert oorspronkelijk uit 1679 en maakt deel uit van de Gele Hoed sekte van het Tibetaans Boeddhisme. Het lag op een van de Zijderoutes tussen Sichuan en Vietnam. In zijn gloriejaren was er accommodatie voor 2000 monniken, nu leven er nog ongeveer 700 in de 200 gebouwen die het klooster rijk is. In 1930 gaf het alle steun aan de generaal van het Rode Leger die door het gebied trok, maar in 1959 werd het bij de invasie van Tibet gebombardeerd door het PLA en ook tijdens de Culturele Revolutie werd het niet gespaard. Sinds 1981 is de situatie veranderd, de Chinese autoriteiten bakken zoete broodjes, en de meeste gebouwen zijn gerestaureerd. Prachtige tempels, enorme beelden, indrukwekkend geheel. Langs ettelijke trappen gaan we naar beneden, wandelen rond het meer dat er voor ligt en vrolijk versierd is met de Tibetaanse gebedsvlaggetjes en nemen we ons busje voor een Tibetaanse lunch in het nabijgelegen stadje. We lopen er nog eens door de plaatselijke markt en rijden dan naar het Shudu meer. Eigenlijk stond er een bezoek aan het Bita Hai meer op het programma in hetzelfde Nationaal Park, maar door wegenwerken is dat vandaag niet bereikbaar. Aan het Visitor’s Centre worden we gedropt en stappen we over in een busje van het Park dat ons naar het begin van de wandeling brengt langsheen de boorden van het meer.
Dit zijn wetlands waar de plaatselijke bevolking hun yaks mogen laten grazen, en wij wandelen over een comfortabel, met hout bedekt, voetpad. Shudu is Tibetaans en betekent zoveel als “Mountain of Cheese Next to the Lake”, we zitten op 3595m en genieten van het spel van licht en wolken over het meer en de omliggende heuvels. Prachtig. We eindigen met enkele fotostops als we met het busje terug naar het Visitor’s Centre rijden waar onze bus op ons wacht.
We hebben een vroege vlucht naar Kunming, hoofdstad van de provincie Yunnan. Tijdens WOII won Kunming aan belang door de vele vluchtelingen uit de kuststreken die voor de Japanners op de loop waren. De oorlogsindustrie werd er gevestigd en verder ontwikkeld en het was de basis voor de geallieerden, met o.a. de American Volunteer Group ”Flying Tigers” die van daar uit de Japanners bestookten. Vandaag is het een belangrijke stad van 6,5 miljoen inwoners.
We worden begroet door Davy onze plaatselijke gids en rijden naar Jianshui. Er ligt een nieuwe autostrade maar halverwege, na de lunch in het stadje Tong Hai, worden we er zonder pardon af gebonjourd vermoedelijk omdat een of andere hoge piet ze voor zich alleen mag opeisen. Het duurt dus wat langer voor we in Jianshui arriveren maar de zon schijnt er als we er de Grote Confucius Tempel bezoeken. Gebouwd in de 13e eeuw en eeuwenlang een school. Vandaag nog altijd een prachtig complex in een mooie omgeving.
Van daar rijden we naar het antieke dorp Tuanshan. 600 jaar geleden gesticht door de familie Zhang uit Zhejiang en nog altijd vormen de Zhang de meerderheid in het dorp. De Zhang werden rijk door de exploitatie van tinmijnen. Ze lieten mooie grote huizen bouwen en die staan er nog altijd, zij het niet altijd in even goede staat. Tijdens ons bezoek krijgen we een daverende stortbui over ons heen, die gelukkig van korte duur is maar de enkele oude dametjes die daar nog in leven zijn met lotusvoetjes laten zich niet zien, evenmin als de lotusschoentjes die ze verkopen als souvenir. Lotusvoetjes waren een bizar schoonheidsideaal dat tot in het begin van de 20e eeuw gekoesterd werd. De lotusvoetjes werden gevormd door het inbinden van de voeten met repen stof. Het verdween na 1949 helemaal.
Het licht is ideaal wanneer we nog een fotostop maken aan de Double Dragon Bridge met 17 bogen, gebouwd in de 19e eeuw tijdens de Qing Dynastie en nog altijd beschouwd als een meesterwerk van klassieke Chinese bruggen bouw.
We logeren in een oud paleis, de Zhu Family Garden uit het einde van de Qing Dynastie meer dan 100 jaar oud maar met hedendaags comfort en we dineren in de Oude Stad die vlakbij ligt.
We beginnen de dag met een bezoekje aan de tuin en de verschillende paviljoenen van dit historisch gebouw. Het zou best een likje verf kunnen gebruiken maar het ademt nog steeds elegantie en vergane glorie uit.
We wandelen nog even door het stadje, lopen langs eenvoudige werkplaatsen waar ze traditionele tofoe maken, een eiwitrijk sojaproduct, uitgevonden in China meer dan 2000jaar geleden. Ze hebben hier ook nog een publieke waterput, een bron waar mensen hun watervoorraad komen halen.
Onze sympathieke Chinese gids, Davy, heeft gisteren bij de lunch een zware val gemaakt op zijn rug en loopt er kramakkelig en duidelijk met pijn bij, maar wil van geen opgeven weten.
We rijden naar het gebied van de Hani die in deze streek rijstterrassen aanlegden. We lopen rond in een van hun dorpen en wandelen dan doorheen de rijstvelden. De zon geeft kleur aan het unieke landschap. Heel fotogeniek , heel mooi, maar bij een wandeling door terrassen komt wel wat klimwerk kijken.
Met ons busje stoppen we nog aan een paar mooie uitzichtpunten en rijden dan naar Yuangyang naar ons hotel.
We rijden terug naar Kunming, maar lopen eerst nog even door de nabije markt, altijd goed voor wat couleur locale vooral met de bevolkingsgroepen die daar in klederdracht rondlopen.
We lunchen in hetzelfde plaatsje als bij de heenreis en bezoeken dan kort een Mongools dorpje in de buurt waar een groep oudjes zich kostelijk amuseert met muziek en dans.
En dan rijden we, dit keer ongestoord, langs de nieuwe autostrade naar ons hotel in Kunming.
Vandaag bezoeken we het Stenen Woud, in de Shilin Yi Autonomous County een bizarre verzameling van kalksteen formaties die uit de grond komen als waren het stalagmieten. Lokale gidsen, jongens en meisjes lopen er in traditionele, kleurrijke kledij van de Yi. Er hangen hier natuurlijk tal van legendes rond en in de diverse rotsformaties kan men allerlei vormen zien. Ik zag voornamelijk grillige rotspartijen en heel mooie landschappen.
Lunch is ter plaatse, en dan is er het obligate bezoek aan een staatswinkel waar zijde, thee, parels en jade wordt aangeboden en aangeprezen voor we naar de luchthaven gaan voor onze vlucht naar Guilin in de provincie Ghuangxi.
We schepen in voor een cruise op de Li rivier. Gedurende een 100-tal km varen we door een fantastisch karstlandschap dat niet alleen op het briefje van 20 Yuan prijkt maar door alle Chinese schilders keer op keer op canvas of rijstpapier werd vereeuwigd. De zon is gesluierd en de omgeving is gehuld in een lichte mist die aan het geheel nog een extra mysterieuze dimensie geeft. In Yangshuo, ontschepen we en gaan naar het hotel waar we zullen overnachten. Ons busje is al gearriveerd met de bagage, we checken in en maken ons klaar voor een fietstochtje door de omgeving, tussen de rijstvelden en de kartsrotsen.
En dan is er uitgebreid tijd om te shoppen in de vele winkeltjes dat Yangshuo rijk is en misschien ook wel rijk maakten.
We rijden terug naar Guilin want we hebben een vlucht te halen naar Hong Kong en er zit een haar in de boter want de vlucht die voor ons geprogrammeerd stond is gewoon afgelast en we zijn verplicht om een vroegere vlucht te nemen. Normaal stond ook een bezoek aan de Ludi Yan of Grot van de Rietfluit geprogrammeerd maar of dat lukt is afhankelijk van de drukte van verkeer tussen Yangshuo en Guilin. Een manhaftige poging wordt ondernomen om het in het beperkte tijdsbestek te klaren maar dat lukt niet. De Grot van de Rietfluit zal voor een andere keer moeten zijn.
We landen in de late namiddag in Hong Kong. Aangezien Hong Kong voor mij gedurende vele jaren een werkstek was, is het een ietwat nostalgisch maar nat weerzien, want het regent er.
De ganse dag bezoeken we Hong Kong en we beginnen met Aberdeen, de typhoon shelter, waar de arme vissers bij storm en ontij beschutting zochten, vandaag zijn het eerder de luxe yachten van miljardairs die er bescherming vinden tegen de natuurelementen. En dan naar Repulse Bay met Repulse beach genoemd naar het Royal Navy schip HMS Repulse dat op piraten joeg die de buurt onveilig maakten. Stanley Market, een shoppers paradise, volgt en dan lunch in Murray House. We rijden terug met de bus naar Kowloon voor een wandeling op de Walk of Fame met het standbeeld van Bruce Lee, we nemen er de groepsfoto en wandelen naar de Star Ferry voor de overtocht naar Hong Kong Island en Central District. Daar lummelen we een beetje rond in Lan Kwai Fong en Hollywood road voor we aanschuiven aan de Peak Tram die ons naar Victoria Peak brengt. Een wandeling op de Peak met het zicht op de hoogbouw van Hong Kong Island blijft een ervaring, het is te mistig om ook Kowloon te kunnen zien maar dat kan de pret niet drukken.
We schuiven aan in een Vietnamees restaurant voor onze afscheidsmaaltijd en genieten tegelijkertijd als het donker wordt van de lichtjes en lichtreclames die onder ons aanfloepen.
En daarmee eindigen we. Morgen beginnen we aan onze lange reis terug naar Frankfurt, naar Brussel, naar huis.