Arrow top

DE BIG FIVE ACHTERNA

Jambo! Zodra je voet zet op Keniaanse bodem hoor je de bekende Swahili begroeting, gevolgd door een brede glimlach. Maar niet alleen de gastvrije bevolking maken een reis door Kenia zo aanlokkelijk. De spectaculaire natuurpracht en het grootste dierenspektakel ter wereld kan je hier ook vinden. In een continu durende cirkelvormige beweging trekken zo’n 1 miljoen gnoes en tot achthonderduizend zebra’s van de Serengeti in Tanzania naar de Masai Mara in Kenia en vice versa. Op zoek naar vers voedsel volgen zij de regens, die gedurende enkele maanden per jaar de droge aarde omtoveren in een eindeloze zee van groene weidegronden. Wanneer je de enorme kudden over de wijde grasvlaktes ziet rondzwerven, word je zonder twijfel in vervoering gebracht. Geniet vanuit je comfortabele 4x4-jeep van dit weergaloze decor. Ook tijdens je verblijf in de lodges en de luxueuze tentenkampen stopt de natuurbeleving niet. Dankzij de schitterende locaties is de kans groot dat je ook vanop je terras of vanuit de bar één van de Big Five spot. Een bezoek aan Kenia staat garant voor bijzondere ontmoetingen met mens en dier!

The Rift Valley of De Grote Slenk

De Grote Slenk is een langgerekt dal, meer dan 30 miljoen jaar geleden gevormd door het inzakken van een deel van de aardkorst langs twee of meerdere breuklijnen. Immense, loodrechte wanden of ‘escarpments’, tot 900 meter hoog, getuigen van de ongelofelijke oerkrachten uit dit bewogen verleden. Deze massieve breuklijnen ontstonden op hun beurt door het uit elkaar drijven van de tektonische platen, die de huidige Afrikaanse en Euro-Aziatische continenten vormen. De Grote Slenk is bijna 7.000 kilometer lang en loopt vanuit het Dal van de Jordaan via de Dode en de Rode Zee zuidwaarts naar de Ethiopische Hooglanden. Aan de grens met Kenia, ten noorden van het Turkana-meer, splitst de Slenk zich in twee takken die elkaar opnieuw ontmoeten in het Malawi-meer om hun reis verder te zetten tot Beira in Mozambique. De westelijke tak volgt de grens met de Democratische Republiek Congo en bereikt via het Albert- en Edward-meer in Oeganda en het Kivu-meer in Rwanda, uiteindelijk het 1436 meter diepe Tanganyika-meer in Burundi en Tanzania. Deze tak is nog vaak onderhevig aan seismologische en vulkanische activiteiten. De oostelijke tak baant zich ten zuiden van het Turkana-meer een weg dwars door Kenia naar het Natron- en Manyara-meer in Tanzania. Omdat miljoenen jaren geleden magmatisch materiaal een uitweg vond langs de breuklijnen, wordt dit reusachtig dal, dat breedtes haalt tussen 50 en 170 kilometer, gekenmerkt door de aanwezigheid van uitgedoofde en slapende vulkanen, waarvan de 5.199 meter hoge Mount Kenya en de 5.895 meter hoge Mount Kilimanjaro wereldberoemd zijn. De voornamelijk ondiepe meren in deze vallei worden gevoed door afloopwater van de bergflanken en de vulkanen. De hoeveelheid mineralen die in het water terechtkomen en vooral de aanwezigheid van een uitstroom zijn bepalend voor de vorming van een zoet- of zoutwatermeer. Beide biotopen trekken een unieke avifauna aan zodat we terecht kunnen spreken van ware vogelparadijzen!

De Masaï

Van oorsprong is de bekendste stam van Kenia een nomadenvolk dat nog steeds tracht hun traditionele leefgewoonten zoveel mogelijk te behouden. Zij trekken rond in het grensgebied van Kenia en Tanzania met hun belangrijkste bezit: hun vee. Om die te kunnen voeden, zwerven ze met hun kuddes langs de grasvelden. Zodra er voldoende water en gras voorhanden zijn, bouwen ze een zogeheten manyatta of kraal. Dit is een omheinde nederzetting van eenvoudige hutten, opgetrokken uit leem en koeienmest. De laatste jaren wonen steeds meer Masaï op een vaste plaats. Dit geeft hun kinderen de kans om naar school te kunnen gaan. Hoewel hun leefgebied meer en meer wordt teruggedrongen, leven de Masaï nog grotendeels volgens bepaalde tradities en deze zijn sterk leeftijdsgebonden. De jongetjes zijn vanaf hun 5 jaar verantwoordelijk over de lammetjes en kalfjes. Zodra ze 6 jaar zijn krijgen ze de verantwoordelijkheid over de volwassen dieren. In de pubertijd volgt een rituele besnijdenis zonder verdoving, waarin de krijger in spé zijn moed moet tonen en geen krimp mag geven. Daarna moeten zij het dorp verlaten en volgt een opleiding tot krijger, een periode die maar liefst 10 jaar duurt. Bij wijze van eindexamen moesten ze vroeger, gewapend met enkel een speer, een leeuw doden. Dit is tegenwoordig niet meer toegestaan. Nu volstaat het om een buffel te doden. Vanaf dan behoren ze tot de moedige, sterke ouderen, die weten wat volharding is. Tijdens een ceremonie worden ze van hun lange haar ontdaan en mogen ze terugkeren naar het dorp. Enkele opvallende uiterlijke kenmerken van de Masaï zijn hun lange slanke bouw en hun kleding van fel rode of blauwe gewaden en hun sieraden. Tijdens een dorpsbezoek, krijg je ongetwijfeld ook de kans om hun zang en sprongdans te bewonderen. Het is indrukwekkend hoe hoog deze krijgers kunnen springen.