Mooie reis, leuke groep, toffe reisleider. Voor de Azië reiziger die de platgetreden paden wenst te verlaten en ook eens iets anders wil zien.
Via Amsterdam en Hong Kong landen we met Cathay Pacific in Taipei op de Taoyuan International Airport, voor het eerste deel van een twee-landen-reis in Azië, Taiwan en Zuid Korea. Twee verschillende landen die met mekaar gemeen hebben dat ze hun ontstaan danken aan een bloedig conflict dat tot op de dag van vandaag eigenlijk nog steeds niet beslecht is. Noord en Zuid Korea verkeren officieel nog in staat van oorlog, tekenden slechts een staakt-het-vuren, vertrouwen mekaar voor geen haar en houden mekaars grenzen potdicht. China beschouwt Taiwan als een lastige, opstandige provincie maar accepteert gretig de vele investeringen van de Taiwanezen en inwoners bezoeken mekaar zonder al te veel poespas sedert in 2008 de “three links in de cross-strait-relations” (communicatie, transport en handel) in voege kwam. Zowel Taiwan als Zuid Korea groeiden uit in amper een generatie, in ijltempo van straatarme sloebers tot welvarende economische tijgers.
We worden verwelkomd op de luchthaven door Glenn onze AdA reisleider, Azië-kenner en informatiebron voor de komende weken, en zijn Taiwanese evenknie, Allen, een pseudoniem voor zijn onverstaanbare Chinese naam. We hebben een klein sympathiek busje fleurig versierd met gordijntjes en een al even sympathieke chauffeur die ons in een uurtje van de luchthaven naar Taipei brengt, naar ons hotel voor de incheck, een welkomstdrankje en de lunch.
Het miezert een beetje maar we zijn klaar voor een eerste verkenning van de miljoenenstad Taipei aan Wanhua, het oudste district van Taipei. Eethuisjes allerhande, straatventers, moderne kledingwinkels en historische gebouwen, zoals het Red House Theater gebouwd in 1908 tijdens de Japanse periode, het 300 jaar oude Bo-Pi-Liao straatje, het vroegere beruchte “red light district Snake Alley” dat nu omgetoverd is in de Huaxi Street Night Market en de Mengjia Longshan Temple uit 1738, verschillende keren vernield maar steeds weer heropgebouwd, druk bezocht door jong en oud die er de godin Guanyin kort voor Guanshiyin, godin van troost en genade, komen aanbidden en we sluiten de dag af met ons eerste culinaire avontuur, een dim sum diner.
Een beetje jetlag hoort erbij maar iedereen staat paraat voor de tocht in een van de 8 Nationale Parken die Taiwan rijk is het Yangmingshan National Park. Het is mistig en de foto aan het uitzichtpunt over Taipei is beperkt tot het vele groen dat Taiwan siert. De Portugezen doopten het niet voor niets Ilha Formosa, het mooie, groene eiland. We wandelen door een bloemenkwekerij van Aronskelken in een idyllische omgeving op een heuvelflank en rijden dan tot aan de voet van de (slapende) vulkaan Qixing Mountain, de top van 1120m is verborgen in de wolken maar de fumaroles en de hot springs getuigen van zijn aanwezigheid. Lunch is in een dorpje vlak bij de vissershaven en de vis kon niet verser zijn.
Het Yehliu geopark ligt aan de kust en het zachte kalkgesteente werd er door wind en zee in allerlei vormen geboetseerd. Het meest populaire kunstwerk is er het Egyptian Queens head waar een lange rij Chinezen geduldig aanschuift voor de verplichte foto in hun plakboek. Onze volgende stop is het Jinguashi's Gold Ecological Park. In 1889 vond men er goud en de toenmalige Qing Dynasty begon met de uitbating maar in 1895 werd Taiwan afgestaan aan Japan, tengevolge van de Sino-Japanse oorlog. In 1905 werd er ook koper gedolven en in WOII gebruikten de Japanners krijgsgevangen om in de mijn te werken. Met temperaturen van 40° en de legendarische ”behandeling” door de Japanse militairen vonden er nogal wat een droevig einde. Ze hebben hier ook een klomp ”goud” van 220kg die je eens kan aanraken en een aantal goed bewaarde Japanse huisjes en een chalet speciaal gebouwd voor het bezoek van de Japanse kroonprins, maar die stuurde uiteindelijk zijn kat.
Het water van een mooie golvende waterval bevat zware metalen en verkleurt de ondergrond en de rotsen in een bruine tot helgele kleur en waar het in de zee komt geeft het een geelachtig effect op het zeewater. Heel kleurrijk maar allicht niet erg ecologisch. We krijgen hier nog een onverwachte demonstratie van een jonge goochelaar die hier toevallig een promotiefilmpje maakt en op de hand van Glenn een muntstuk rond zijn vinger omplooit. Ongelooflijk!
Het dorpje Jiufen letterlijk ”Negen Porties” omdat er ooit slechts negen families woonden, werd bekend omdat er een film ”A city of Sadness” gemaakt werd over het ”228 incident”, een verwijzing naar een rebellie op 28 feburari die door de Kuonmintang van Chiang Kai-Check bloedig werd neergeslagen en het begin van de ”white terror” inluidde. Vandaag is het een toeristische attractie met sfeervolle straatjes, veel stalletjes met eigenaardige exotische lekkernijen en een mooi uitzicht over de kuststrook met z’n vele baaien.
De zon blijft verstek geven, het is grijs maar warm. De Kreeftskeerkring loopt door Taiwan waardoor een deel subtropisch en een deel tropisch is. We beginnen de dag met een bezoek aan de tempel van Confucius een denker en sociaal filosoof die leefde van 551 v.C tot 479 v.C maar het waren zijn studenten die het Confusianisme in vele Oost-Aziatische landen ingang deden vinden. De Gulden Regel ”wat u voor uzelf niet wenst, wens een ander niet” en de Zes Deugden, Menselijkheid, Kinderlijke Gehoorzaamheid, Rechtvaardigheid, Fatsoen, Trouw en Wederkerigheid en er wordt nu nog stevig over gedebatteerd of het nu een filosofie is dan wel een godsdienst.
We bezoeken het National Palace Museum dat een permanente collectie heeft van 677.687 antieke Chinese kunststukken, en daarmee de grootste collectie ter wereld bezit die 8000 jaar Chinese geschiedenis omvat. Met dank aan Generalissimo Chiang Kai-Check die de bui zag hangen en het ganse boeltje in kratten naar Taiwan verscheepte. Gebruiksvoorwerpen, kunstwerken, schilderijen, kalligrafieën, te veel om op te noemen. Om de drie maanden worden andere stukken tentoongesteld of 60.000 per jaar en dus zou je 12 jaar nodig hebben om ze allemaal een keer te zien. Heel indrukwekkend. We lunchen ter plaatse en trekken dan naar het Chiang Kai-Check Memorial Hall. De grote man ligt er zelf niet begraven maar wacht ergens in een villa tot hij in zijn geboortedorp op het vasteland kan begraven worden. Hoop doet leven zeg maar! En allicht draait hij zich om in zijn kist van pure ellende want op het grote plein is de supermarktketen Carrefour neergestreken voor een grote commerciële show. Ietwat ironisch wordt binnen de erewacht nog om het uur met veel militair ceremonieel en vertoon afgelost.
Eigenlijk zouden we nu de toren Taipei 101 moeten bezoeken, het hoogste gebouw ter wereld voor het de duimen moest leggen voor de Burj Khalifa. We arriveren er samen met een daverende plensbui en een ongeziene volkstoeloop die allemaal aanschuiven aan de liften voor een blik op Taipei in de gietende regen en dus, met algemeenheid van stemmen, wordt dit bezoekje wijselijk afgevoerd.
We hebben trouwens een vroeg diner want daarna worden we verwacht voor een uurtje traditionele Chinese opera, de Legende van de Witte Slang, een Chinese love story. Kleurrijk, veel acrobatie en kung-fu gedoe en natuurlijk Chinese zang en muziek, maar heel toegankelijk en leuk. We sluiten de avond af met een poging om de verlichte Taipei 101 toch nog op de digitale plaat vast te leggen.
We zien de zon en voelen de warmte door de ruiten. We hebben een afspraak in het Pin Lin Tea Museum, het grootste thee museum ter wereld en op weg daar naar toe doet Glenn een loffelijke poging om ons een beetje wegwijs te maken in het Chinese schrift. Thee en China zijn sedert mensenheugenis onlosmakelijk met mekaar verbonden. De ontelbare soorten, het delicate plukwerk, de bewerking, de bereiding, het serveren, het drinken, het komt hier allemaal aan bod. Maar thee proeven is er niet bij. Vlakbij is er een kolonie kraanvogels neergestreken en in sommige nesten liggen pasgeboren kuikens. Een buitenkansje voor de ornithologen en pseudo-ornithologen.
We stoppen voor de lunch onderweg, een kort bezoek aan een lokaal marktje en dan beginnen we aan onze rit langs de schilderachtige oostkust naar het Taroko National Park. Jammer maar helaas, de zon laat het afweten en ruimt plaats voor regenwolken, maar dat neemt niet weg dat de panorama’s toch tot de verbeelding spreken.
En dan arriveren we in Taroko en iedereen krijgt een helm want we gaan een stukje wandelen langs de Zwaluw grotten, een stuk langsheen de weg die de Liwu rivier volgt en daar durft al wel eens een steentje naar beneden tuimelen. We zijn er trouwens niet alleen. Het is zaterdag en dit is een populaire daguitstap en dus zijn er heel wat bussen met vooral Chinese toeristen die ditzelfde stukje afwandelen en die om de haverklap stram poseren voor een foto met de kloof op de achtergrond, kwestie van het thuisfront te kunnen verbazen. Ons busje pikt ons een paar honderd meter verder op en de dagjesmensen draaien terug.
Het moet gezegd, de Taroko kloof ook de Marmeren kloof genoemd door het vele marmer dat hier ligt, is gewoon prachtig en wij blijven hier een nachtje verderop in een hotel in de kloof.
Eigenlijk stond er vandaag een boottocht op het programma, en daarvoor hadden we terug naar de kust moeten rijden. Maar klaarblijkelijk heeft de regen ook wat ruwe zee meegebracht en de schipper heeft bericht gelaten dat hij niet uitvaart. En dus wordt er een vervangingsprogramma opgevoerd. We blijven hier nog wat langer en maken er een extra wandeling. Het Lushui trail. 2km lang, makkelijke weg, kompleet met een tunneltje, een Indiana Jones bruggetje en met geweldige uitzichten over de rivier en de kloof en voor een keer zijn we hier nu eens alleen. Geen mens die spijt heeft van het gemiste boottochtje en de summiere kans op walvissen spotten.
Ons busje pikt ons op en we rijden verder naar het Eternal Spring Shrine of het Changchun Shrine een schrijn ter ere van de 212 veteranen die hun leven lieten bij de bouw tussen 1956 en 1960 van de eerste Central Cross Island Highway door de Taroko kloof, geen kleine prestatie aangezien alles met pikhouweel en dynamiet moest gebeuren.
We doen hier nog een wandeling langs de rivier, een deeltje van de Shakadang Trail en dan verlaten we de Taroko kloof, leveren onze helmen terug in en rijden verder langs de kustweg naar de volgende stop aan het monument dat de kreeftkeerkring aanduidt. Lunchen doen we een eind verder bij een aboriginal, waar we in een eenvoudig kader een smaakvolle maaltijd geserveerd krijgen.
En dan stoppen we aan het Sansiantai eiland dat verbonden is met het vasteland met een originele brug met acht bogen. Sansiatai betekent zoveel als Terras van de drie Onsterfelijken, een lokale legende wil dat drie van de acht onsterfelijken die China rijk is hier ooit belandden. Allen koopt wat apennootjes voor wat hij zijn familie noemt en in werkelijkheid een kolonie makaken is die, ondanks alle verbodstekens, door de toeristen gevoederd worden en daar dankbaar van profiteren. Leuke foto’s gegarandeerd.
’s Avonds in ons hotel hebben we niet alleen een uitgebreid buffet met lokale lekkernijen, een Aboriginal dans show opgevoerd door jongens en meisjes en kunnen we douchen of baden in warm, vulkanisch bronwater.
De zon schijnt verdorie, en dat geeft aan de mooie bosrijke omgeving heel wat meer kleur. We gaan vandaag van oost naar west en daarbij steken we de Central Mountain Range over om dan langs de westkust verder de rijden naar Kaoshiung, de belangrijkste haven en de tweede grootste stad van Taiwan. We nemen daar de ferry voor een korte oversteek en een even kort bezoekje aan het eilandje Qijin. We lunchen in de stad, op de hoogste verdieping van een modern torengebouw met panorama, en dan reppen we ons naar het boeddhistische klooster Fo Guang Shan want daar moeten we onze opwachting maken voor 16:00. Fo Guang Shan is een orde van de Mahayana traditie en het grootste boeddhistische klooster in Taiwan. Gesticht in 1967 door de Eerbiedwaardige Meester Hsin Yun. De orde noemt zich International Buddhist Progress Society en is aanwezig in 173 landen met tempels en kloosters, een universiteit, ziekenhuis, televisiestation, ouderlingentehuis en sedert 2011 is een spikslinternieuw Buddha Memorial Center geopend op een terrein van 100ha waar een tand van de Boeddha bewaard wordt.
Wij blijven hier een nachtje op retraite zeg maar. We worden ontvangen door een monnik, een aangespoelde Oostenrijker, die ons naar het gastenverblijf brengt, wegwijs maakt in het reilen en zeilen van het klooster en een korte rondleiding geeft. Er is een museum met boeddhistische kunstwerken, een ruimte voor meditatie en we krijgen een korte film te zien over de geschiedenis van het klooster. Als het tijd is voor het avondmaal komen de monniken stilzwijgend en in gelid naar hun eetzaal en nemen plaats. Wij eten in een afzonderlijk lokaal uitgebreid, vegetarisch maar lekker.
Aangezien ik geopteerd heb om het ochtendritueel van de monniken bij te wonen moet ik wel extra vroeg uit de veren. De dienst is in de grote gebedshal en achter ieder van de 14800 Boeddha beeldjes brandt een lichtje. Het duurt ongeveer een half uur en er zijn behalve de monniken ook heel wat gewone mensen die hier om diverse redenen kort verblijven, en natuurlijk wij als nieuwsgierige toeschouwers. Onze Oostenrijkse monnik is onze gids en leidt ons rond op het enorme domein, waar ze met elektrische wagentjes een soort busdienst hebben compleet met haltes. Er zijn begraafplaatsen voor mensen die het zich kunnen permitteren, ontelbare Boeddha beelden en parken waar men kan verpozen. Kalligrafie van de chinese tekens wordt als een vorm van meditatie aanzien en dat mogen wij ook eens proberen.
Het is tijd om te vertrekken. We stoppen nog eventjes aan het nieuwe Buddha Memorial Center, mooi maar met een verdacht hoog commercieel tintje en rijden dan verder langs de kust naar Tainan. De Hollanders hadden hier een handelspost en een fort Provintia tot ze verslagen werden door Koxinga een Chinese militaire bevelhebber die zijn machtsbasis op Taiwan vestigde.
We bezoeken er nog een tempeltje van Confucius, een tempel van de God van de onderwereld waar we toevallig een taoistisch ritueel meemaken, een tempel van de God van de oorlog en de tempel van Lady Linshui de dochter of avatar van de godin Guanyin. We zetten onze weg voort naar Sun Moon Lake en daar arriveren we bij valavond net op tijd voor een paar mooie beelden van de avondschemering.
Het is zonnig en het panorama over het meer is zoals de toeristische dienst het graag heeft. We maken nog een boottochtje op het water naar de overkant van het meer en een kort bezoek aan het dorpje daar.
En hiermee eindigt ons eerste deel van de reis, een mooie mix van cultuur, geschiedenis, natuur en culinaire ontdekkingen.
We rijden naar de luchthaven voor onze vlucht naar Seoul waar we tegen 20:30 arriveren, het regent er, de temperatuur is er 13° en we worden er verwelkomt door een kleine Koreaanse dame, C.J. dat staat voor Cynthia-Jane maar zeg Cie Djee en wat zij aan lengte te kort komt wordt ruimschoots gecompenseerd door assertiviteit.
De lucht is blauw maar er staat een strakke wind. Vandaag verkennen we Seoul te voet en met het openbaar vervoer. Het Gyeongbokgung Palace ligt op wandelafstand van ons hotel en dat bezoeken we natuurlijk eerst. Het werd oorspronkelijk gebouwd in 1394 en het was het belangrijkste paleis van de Joseon Dynastie die regeerde van 1392 tot 1897. Tijdens Japanse invasies in de 16e eeuw werd het platgebrand en pas gereconstrueerd in 1867. In 1895 werd de echtgenote van de toenmalige keizer er vermoord door Japanse agenten en hij verliet het paleis en kwam er nooit meer terug. In 1911 werd het alweer grotendeels vernield door de Japanners maar vandaag zijn grote delen mooi gerestaureerd en open voor het publiek. We zijn hier niet alleen, veel scholen hebben er een daguitstap van gemaakt en er loopt nogal wat jong grut rond. Het is een groot en mooi complex, helemaal ommuurd, dat doet denken aan de Verboden Stad in Beijing en om het volk te behagen is er ook een ceremonie voor de aflossing van de wacht.
We wandelen verder naar Insadong voor onze eerste traditionele Koreaanse maaltijd met een multitude aan kleine schoteltjes en heel veel look.
In de Jogyesa tempel is men volop in de weer met de voorbereidingen om de 2556ste verjaardag van Buddha te vieren op 28.05.2012. Of er ook verjaardagskaartjes konden verstuurd worden werd niet gezegd.
We nemen de metro naar het Jongmyo-heiligdom, opgenomen in de Werelderfgoedlijst van Unesco in 1995. Het stamt uit 1394 en begon als een confucianistische tempel gesticht door de Joseon Dynatie. Het heiligdom richt zich op de verering van de voorouders, in dit geval de voormalige koningen van de Joseon-dynastie, volgens de leer van Confucius. Het bewaart negentien herdenkingtabletten voor koningen en dertig voor koninginnen. Er zijn ook tabletten voor loyale dienaars en onderdanen van de koningen. En op de eerste zondag in mei wordt er nog steeds een herdenkingsritiueel uitgevoerd in traditionele kledij. Het ligt in een groot park, je mag er alleen binnen op afspraak en met een lokale gids en in het drukke Seoul is het een oase van rust.
We lopen nog eens door een lokale markt en het moderne, bruisende Myeondong een van de meest populaire shopping districten van Seoul en keren dan met de metro terug naar ons hotel. We dineren niet ver daar vandaan en wandelen dan naar een theater in de buurt voor een originele Koreaanse musical in de stijl van Romeo en Julia maar met een happy ending hier.
We verlaten Seoul voor onze eerste stop 30km verder, de stad Suwon een stad met ongeveer 1 miljoen inwoners en de enige stad in Korea met een volledige omwalling die nog intact is, het Hwaseong fort. Het werd gebouwd door koning Jeongjo van 1794 tot 1796 door 700.000 werklieden en het is een van de eerste bouwwerken waarvoor arbeiders gebruikt werden die een loon ontvingen. Koning Jeonjo wordt beschouwd als een van de visionaire koningen samen met koning Sejong van de Joseon Dynastie. Sedert 1997 Unesco Werelderfgoed. En de wallen zijn dan ook de grote publiekstrekker. Wij bezoeken een stukje van de omwalling en we krijgen hier nog een nummertje boogschieten kado. 10 pijlen per persoon en 3 doelen op 30m afstand en te oordelen aan de hoeveelheid pijlen die moesten gerecupereerd worden op de grond voor en achter de doelen was dat niet direct een groot succes.
Lunch is een populair en smakelijk Koreaans gerecht, Bibimbap een kom rijst met een mix van diverse groenten en vlees.
Onze volgende stop en ons eindpunt voor vandaag is Jeongju, een toeristisch centrum bekend voor de vele historische gebouwen en een 800-tal goed bewaarde antieke Koreaanse woningen in het Jeongju Hanok Village. Jeongju werd ook wel de spirituele hoofdstad van de Joseon Dynastie genoemd. In het Gyeonggi Jon hangt een 200 jaar oude portret scroll van de stichter van de Joseon Dynastie, koning Taeyo van Joseon.
Maar eerst tonen ze ons in een hanji-atelier hoe je papier uit de moerbeiboomschors maakt, en dat mogen we dan nog eens zelf proberen ook.
Het Christendom heeft goed ingang gevonden in Korea en de Jeongdong Kathedraal in Jeongju is daar het levend bewijs van.
Jeongju is ook beroemd om zijn Bibimbap, maar voor vanavond staat er voor ons ter afwisseling een italiaans restaurant op het programma.
We hebben nog altijd blauwe lucht en zon maar het is fris ’s morgens. We stappen de bus op en rijden langs diverse snelwegen naar Busan. Korea heeft een goed ontwikkeld snelwegen netwerk en onze bus maakt daar gretig gebruik van. Wat we zien van het landschap zijn de vele beboste heuvels en daartussen in de valleien wordt intensief aan landbouw gedaan.
Busan is na Seoul de grootste stad van Zuid Korea en de belangrijkste haven, de vijfde belangrijkste haven ter wereld naar tonnenmaat en was in 1950 het laatste bolwerk van de UN strijdkrachten, de Pusan perimeter, voor zij, met de landing bij Incheon de Noord Koreanen helemaal konden terugdrijven. We wandelen door de grote vismarkt vlak aan de haven, groot, kleurrijk en druk. We hebben hier een lunchafspraak in een restaurant met een van de grootste en meest gevarieerde buffetten die ik ooit zag. Soms is het jammer dat een mens zich niet preventief kan volstoppen voor volgende maaltijden.
Verschillende roltrappen brengen ons naar het Yongdusan park aan de voet van de Busan Tower op de heuveltop Yongdusan. Admiraal Yi Sun-shin, die met z’n 12 ”turtle ships” de japanners een gevoelige nederlaag bezorgde en 200 van hun schepen kelderde, staat er ook en kijkt dreigend in de richting van Japan. Wij bewonderen vooral het panorama over Busan en kijken naar de vele oudjes die in het park rondhangen of een soort chinees schaak spelen.
De bus wacht ons op want we gaan naar de UN-Begraafplaats van de Koreaanse oorlog van 1950 waar een aantal gesneuvelden van de internationale krijgsmacht liggen. Er was ook een Belgisch bataljon actief maar alle gevallenen werden in België begraven. Nederlanders liggen er wel en bij hen vond ik zowaar een naamgenoot (familie?) de bevelhebber van het Nederlandse contingent Lt.Kol. den Ouden.
Ons hotel ligt vlak aan het Haeundae strand, een van de meest populaire stranden van Busan.
Als diner hebben we vanavond Korean Barbecue, origineel en heel lekker maar klaarblijkelijk had men porties voorzien in de hoop dat wij met onze lunch al voldoende voedselreserves hadden opgeslagen.
We hebben nog een boottochtje tegoed in de baai van Busan, met een mooi zicht op de verlichte skyline van de stad en de lange brug over de baai, de Busan-Geoje Fixed Link.
We zeggen g’dag aan Busan en rijden naar de Tongdosa Tempel waar een stukje van de pij van de Boeddha bewaard wordt in een stenen schrijn. Het was de monnik Jajang in 646 n.C. die deze relikwie meebracht samen met een bedelnap en een stukje schedel van de Boeddha en Tongdosa stichtte. Veel werd vernield tijdens de Japanse invasies van de 16e eeuw maar later weer heropgebouwd. Mooi complex in een mooie omgeving.
Voor de lunch hebben we shabu shabu, je neemt zelf alle ingrediënten, vlees, vis, groenten, tofu en wat nog meer, kiepert het ganse zootje in een kookpot op tafel, pikt het er uit als het gaar is en wat overblijft is een zelfgemaakte bouillon soep. Simpel en lekker.
Gyeongju was de hoofdstad van het antieke koninkrijk van Silla van 57v.C tot 935n.C. en de Cheomseongdae sterrenwacht en de diverse tumuli uit die periode zijn Unesco Werelderfgoed sedert 2000. Een van de tumuli is opengemaakt en gereconstrueerd en kunnen we bezoeken, de voorwerpen die er liggen zijn replica’s en, eigenaardig, die mag je niet fotograferen maar de echte in het museum dat we daarna bezoeken wel. Prachtig museum overigens met een geweldige collectie uit het Silla koninkrijk. En er is daar nog het Anapji-meer. Een kunstmatig meer dat bij het paleizencomplex hoorde. Na de val van het koninkrijk raakte het in onbruik tot men in 1974 begon met de restauratie en een aanzienlijke hoeveelheid waardevolle gebruiksvoorwerpen in vond.
We eten Koreaans vanavond en we moeten ons een beetje haasten want het restaurant sluit om 19:30. Ze eten hier niet enkel rap maar ook vroeg in Korea.
We blijven in de Silla periode met een bezoek aan de Seokguram grot op de flank van de berg Tohamsan 750m boven de zeespiegel en sedert 1995 Unesco Werelderfgoed. Het is een kunstmatige grot uit granieten blokken zonder cement, samengehouden met granieten rivetten en afgewerkt in 772. Een monumentaal Boeddha beeld van 3.5m hoog in lotushouding kijkt over de Japanse zee, het beeld wordt omgeven door verschillende Bodhisattva’s en discipelen in reliëf die je niet ziet want het ganse interieur wordt afgeschermd door een dik glasraam. Het geheel wordt beschouwd als een meesterwerk van Boeddhistische kunst. De gekleurde lampions die ze hier hebben gehangen ter ere van de komende verjaardag van Boeddha doen een beetje afbreuk aan de sereniteit van het complex.
De Bulguksa tempel uit de zelfde periode ligt een 4-tal km verder, en is ook sedert 1995 Unesco Werelderfgoed. Hier worden een aantal kunsthistorische schatten bewaard. In 1966 werden de monniken gewekt door een explosie, dieven hadden geprobeerd met dynamiet een gat te maken in een van de stenen pagodes. De dieven vluchten zonder buit maar de monniken vonden verschillende relikwieën. Ons bezoek valt samen met het openen van de hemelsluizen en we krijgen een fikse plensbui over ons heen.
We stoppen nog even aan het graf van Generaal Kim Yu-shin een succesvol militair uit de Silla periode in de 7e eeuw die aan de basis lag van de toenmalige unificatie van de Koreaanse Peninsula.
De lunch is een beetje lastig want ze is in een traditioneel Koreaans restaurant met alleen maar lage tafels en geen stoelen. Dit is een van die momenten dat je blij bent dat de Koreanen geen eetcultuur hebben die uren duurt.
En dan gaan we naar Haeinsatempel Janggyeong Panjeon, bewaarplaats van de Tripitaka Koreana houtblokken. Opgenomen als cultuurerfgoed in 1995 door Unesco Werelderfgoed. De blokken bevatten de meest complete leer van Boeddha gekerfd in 81.350 houtblokken die op deze plek bewaard worden sedert 1398. De tempel werd gebouwd in 802 in het verenigd Silla koninkrijk en bestaat uit 30 gebouwen waarvan 4 de 81.350 houtblokken bewaren. Het unieke aan de gebouwen is dat ze zo zijn ontworpen door de architecten van toen dat er voldoende ventilatie is, de vochtigheid laag en de temperatuur op een ideale constante hoogte wordt gehouden.
Ook de blokken zijn ingenieus gemaakt om de tand des tijds te weerstaan. Gemaakt uit berkenhout werden ze 3 jaar in zeewater gelegd, dan gekookt in zeewater, dan 3 jaar in de schaduw blootgesteld aan de wind en dan bedekt met een giftige lak om insecten te weren en ze kunnen ook gebruikt worden om er een afdruk van te maken.
De tempel ligt op de flank van de berg Kaya in een bosrijke omgeving en een klaterend riviertje, heel mooi maar het is wel een nijdige klim naar de ingang.
We hebben wat kilometers te vreten vandaag want ons einddoel is het Nationaal park van Seoraksan. Maar eerst stoppen we nog aan Hahoe folk village, een traditioneel dorp van de Joseon Dynastie die de architectuur uit die periode heeft bewaard, de Confucius school, shamanistische rituelen en de traditie van de Hahoe maskers. Ze hebben hier een internationale collectie van in hun Maskermuseum.
Het dorp is bewoond door de Yu clan van Pungsan sedert de 16e eeuw. Ook dit dorp is opgenomen in 2010 In de Unesco Werelderfgoedlijst. Een soort bokrijk maar met dat verschil dat de huizen nog steeds bewoond worden.
Lunch is weer in een klein traditioneel Koreaans restaurant in Andong maar dit keer heeft de vriendelijke eigenaar ook gezorgd voor een normaal tafeltje en enkele stoeltjes. We eten er een lokale specialiteit, gestoomde kip van Andong, heel lekker overigens.
Glenn heeft een film uitgekozen om in de bus te bekijken tijdens de lange rit naar Seoraksan. Oldboy, een Zuid Koreaanse produktie uit 2003 die hopen prijzen won op internationale filmfestivals, maar een redelijk ingewikkeld, en bijwijlen bloederig, plot. Niet direct mijn eerste keuze voor een ontspannend avondje uit.
Voor we inchecken in ons hotel eten we aan de haven in een piepklein visrestaurant. Visbarbecue direct aan tafel.
Vandaag is een wandeldag in het Nationaal Park en het weer zet ons een lange neus want het is bewolkt en druilerig. Ons hotel ligt dichtbij de ingang van het park en we wandelen naar de cable car die ons in enkele minuten naar de luttele restanten van Gwongeumseong Fortress brengt. Dat fort, of wat er van rest, stelt niks voor, het panorama des te meer, zelfs met de lage bewolking die de vergezichten ietwat beperkt. Terug beneden maken we nog een wandeling langsheen de rivier en een paraplu is geen overbodige luxe. De picknick lunch is eerder symbolisch en daarna zijn er nog enkele ”diehards” die toch nog een extra wandeling maken naar een hermitage. Ondanks het weer dat absoluut niet meewerkt toch mooi en leuk.
Vannacht was er een kletterend onweer met veel klank en lichtspel. Gelukkig hadden we dit weer niet gisteren. We rijden vandaag naar de DMZ, demilitarized zone, of de grens met Noord Korea in Cheorwon-County. De oorlog is hier nog steeds niet afgelopen. Militairen, kazernes, mijnenvelden, afrasteringen en daartussen de rijstvelden. Grote betonblokken langs de weg en aan bruggen zitten vol springstof om zonodig de weg te versperren. Sedert de DMZ in voege kwam waren er tal van bloedige incidenten die de constante waakzaamheid rechtvaardigt.
In 1974 ontdekte men het bestaan van een infiltratietunnel onder de DMZ en in 1975 werd de tweede tunnel ontdekt. De tunnels waren groot genoeg om in een mum van tijd 16.000man te verplaatsen van Noord naar Zuid.Sommige tunnels zijn opengesteld voor toeristen en wij gaan deze bezoeken. Iedereen krijgt een helm op, want de hoogte is niet voorzien voor grote westerlingen. Als ”grote jongen” loop je een beetje als Graucho Marx.
Van op het Cheorwon Peace Observatory heb je een goed zicht op de vlakte waar in 1953 een van de bloedigste veldslagen van de Koreaanse oorlog geleverd werd in wat genoemd werd de Iron Triangle Battlefield. De heuvels aan de Noord Koreaanse kant zijn kaal gebleven, aan Zuid Koreaanse kant werden ze opnieuw beplant.
We laten deze grimmige streek achter ons en rijden naar Seoul. En dan heeft Glenn nog een mooi tijdverdrijf uit zijn mouw geschud en toont ons hoe we met origami een kraanvogel kunnen maken.
In Seoul checken we in en maken ons klaar voor het afscheidsdiner in de Seoul Tower gebouwd in 1969 en met 237m boven Seoul en 480m boven zeeniveau hebben we een geweldig uitzicht over de miljoenenstad.
We bezoeken nog een antieke wijk in Seoul, wandelen nog eens langs het Presidentieel paleis, het fameuze Blue House, waar je heel selectief foto's mag nemen sedert de Blue House Raid in 1968, een poging van Noord Korea om de president te vermoorden. Nog een de laatste shopping en na de lunch met een laatste panorama over Seoul maakt iedereen zich klaar voor de lange reis terug naar België.