Arrow top

Twee natuurlijke schoonheden

Het is voor ons duidelijk geworden dat het Verre Oosten niet één pot nat is, maar dat elk land in deze regio zijn eigen karakter heeft. Taiwan en Zuid-Korea zijn, volkomen ten onrechte, niet zo enorm populair bij westerse toeristen. Beide landen bleken verrassend mooi en interessant.


Bekijk enkel de foto's

Op weg naar Taipei

Op weg naar Taipei

We zijn alweer een ervaring rijker. Na reizen naar Maleisië, Japan en China kregen we de kans om met Anders dan Anders nog eens twee landen in het Verre Oosten aan het lijstje toe te voegen: Taiwan en Zuid-Korea. Ondertussen is het voor ons duidelijk geworden dat het Verre Oosten niet één pot nat is, maar dat elk van deze landen zijn eigen karakter heeft. Taiwan en Zuid-Korea zijn, volkomen ten onrechte, niet zo enorm populair bij westerse toeristen. Beiden landen bleken verrassend mooi en interessant.

Aan de opstapplaats (Crown Plaza Hotel in Antwerpen) en tijdens de busrit naar Schiphol konden we al kennismaken met onze medereizigers en onze gids, Jonas, die net een verblijf in België achter de rug had. Via Hong Kong bereikten we stipt op tijd (in de voormiddag) Taipei, de hoofdstad van Taiwan. Taipei is een moderne, gezellige en bruisende stad... maar toch heel anders dan bvb. Tokyo, Beijing of Kuala Lumpur. Het was even wennen aan de talloze brommertjes die er zich door de straten en straatjes wurmen, maar dan was het genieten van deze aangename stad tijdens een rustige verkenningswandeling. De mensen lopen er opvallend opgewekt en uitbundig bij. En uiteraard maakten we al even kennis met de talrijke tempels en schrijnen.

Een beetje geologie

Een beetje geologie
Enkele zandsteenformaties in Yehliu

Dag twee bracht dan weer een heel ander beeld, met een rondrit door het Yangmingshan National Park, waar ik als amateur-mineraloog bijzonder geboeid was door een paar fumarolen en andere vulkanische verschijnselen, hoewel je hier niet dezelfde uitbundigheid voorgeschoteld krijgt als bvb. in Costa Rica, IJsland of andere actief-vulkanische gebieden. De merkwaardige paddenstoelvormige rotsen van Yehliu zijn meesterwerkjes van de natuur, met als enige nadeel de enorme drukte van (vooral Chinese) toeristen, waarvan 95 % bezig is met het maken van selfies en de overige 5 % wellicht zijn/haar selfie-stick in de auto vergeten is. Een eerste culinair hoogtepunt (culinaire hoogtepunten waren eigenlijk op de duur de norm voor deze reis): een visrestaurant met vooral overheerlijke zeevruchten-schotels. In Jiufen konden we een goudstaaf van zo'n 220 kg bewonderen De Taiwanezen/Chinezen voelen blijkbaar een onweerstaanbare drang hem even te strelen. Naar 't schijnt mag je hem meenemen als je hem kunt dragen... maar daarvoor zullen we toch nog even moeten trainen :>) In Taipei genoten we na een overheerlijk diner van een Chinees theaterstuk.

Taipei: de city

Taipei: de city

We hadden niet de ambitie om gans Taipei in 3 dagen te bezichtigen, maar we hebben toch behoorlijk wat moois gezien: de taoistische tempel van Confucius, het beroemde nationale paleismuseum (we waren net op tijd voor de perfect georchestreerde aflossing van de wacht), de Chiang Kai-Shek Memorial Hall en iets totaal anders: de 508 meter hoge 'Taipei 101' toren, die we van alle kanten op de meest elegante manier op foto probeerden vast te leggen. Een breedhoeklens is op zo'n moment geen overbodige luxe.

Naar het zuiden via het Taroko gebied

Naar het zuiden via het Taroko gebied
De drakenbrug naar Sansiantai Island

De tijd was aangebroken voor onze Taiwanese rondrit (op de landkaart in uurwerkwijzerzin).
Een niet al te lange rit bracht ons naar onze volgende stek: het Taroko National Park, een prachtig natuurpark met heerlijke landschappen, bruisende rivieren, prachtige watervallen en uiteraard de nodige tempels helemaal geïntegreerd in de natuurlijke omgeving. Een aangename wandeling bracht ons via enkele tunneltjes naar een prachtige tempel. In de Taroko Leader Village werden we 's avonds nog vergast op een meeslepende show van de locale aboriginals. En op weg van het zaaltje naar onze bungalow incasseerden we de enige regenbui die naam waardig van de ganse reis.

De volgende ochtend bezochten we nog de het wereldberoemde Shangdung Eternal Spring Shrine, onder een helaas troosteloos grijze hemel, die onze fotografische ambities kwam temperen. We besloten ons bezoek aan dit gebied met de Taroko kloof en haar bekende zwaluwnesten.

En dan trokken we verder naar het zuiden, via de langste tunnel van Taiwan. Tijdens die rit waren er indrukwekkende kustlandschappen te zien. We 'beleefden' ook de oversteek van de Kreeftskeerkring (23°27' NB), het mekka voor de selfie-toeristen. Wie wil niet op de foto met één been aan elke kant van deze breedtelijn ? We brachten ook nog een (te) kort bezoek aan de brug naar Sansiantai Island, de zgn. 'Drakenbrug'; die heeft haar naam niet gestolen. Vanuit onze kamer in het Royal Chihpen hotel hadden we een prachtig uitzicht over de bergen in de buurt.

De grote oversteek: westwaarts

De grote oversteek: westwaarts

Tijd voor 'De Grote Oversteek', dwars door het gebergte naar de westkust, met onderweg alweer adembenemende landschappen. Op een lokaal marktje met een aantal fruitstalletjes leerden we nog wat nieuwe vruchtensoorten kennen... heerlijk fris. Jonas had er overigens stiekem voor gezorgd dat we ook op de bus nog van wat proevertjes konden genieten. Kaohsiung is een erg levendige stad, en na een oversteek(je) met een ferry konden we kennismaken met een typische Taiwanese winkelstraat op het eiland Cijin. Uiteraard stonden hier 's middags heerlijke visgerechten op het menu. We konden ook, gewoon langs de straat, de bewerking van en de handel in betel-noten (de vruchten van de areca-palm) gadeslaan. Deze noten horen eigenlijk thuis in de categorie van de soft-drugs, maar worden hier klaarblijkelijk ongestoord verhandeld.

Op retraite...

Op retraite...
Onder het waakzame oog van Boeddha himself...

Na onze culinaire doodzonden van de afgelopen dagen was het moment aangebroken voor de grote bekering: we trokken naar het enorme en indrukwekkende boeddhistische klooster van Foguanshan. We werden er begeleid door een van oorsprong Oostenrijkse monnik, wellicht ergens in Tirol verloren gelopen tijdens een forse bergwandeling. Het vertelde met veel overgave, maar ook met zin voor realiteit en de nodige humor alles wat we altijd hadden willen weten, maar nooit durfden te vragen over het boeddhisme. De monniken zijn de hele dag met de beleving van hun godsdienst bezig, maar zijn toch heel wat minder wereldvreemd dan ik vroeger altijd gedacht had. De 100 % vegetarische maaltijd was voor mij ook een openbaring. Een steelse blik in de 'refter' waar de monniken aten bracht me af van de idee om ooit monnik te worden. Al deze kaalgeschoren mannen zaten in volkomen stilzwijgen gehuld, met het aangezicht naar één kant van de refter in lange rijen aan tafel, waar ze door enkele collega's-monniken bediend werden. Gezelligheid is blijkbaar niet hun streefdoel.

Gelukkig was het ochtendgebed met de monniken aangekondigd als 'facultatief'... mijn echtgenote kon de moed opbrengen om er rond 5 uur voor op te staan. Ik geraakte toch niet meer terug in slaap, en heb dan maar van de nood een deugd gemaakt, met een foto-wandeling die me toeliet om te profiteren van het lage warme zonlicht in de prachtige tuinen, bezaaid met tempels en schrijnen.

Tainan en Sun Moon Lake

Tainan en Sun Moon Lake
De infinity pool van het Lalu hotel

Na nog een groepswandeling door het uitgestrekte domein vervolgden we onze rondreis naar Tainan, een van de oude hoofdkwartieren van de V.O.C. ('Vereenigde Oostindische Compagnie'), met tegenwoordig een kleine 2 miljoen inwoners. Eerste bezienswaardigheid was de handelspost Fort Zeelandia (diezelfde naam vinden we overigens op de landkaart ook nog in Zeeland, Nederland, en in Suriname). Heel de stad is als het ware bezaaid met tempels en schrijnen, zowel van boeddhistische als van taoistische strekking. Sommige gelovigen hebben vast inspiratie gezocht bij een gewezen Vlaamse politicus (of was het omgekeerd ?), en verbranden ritueel heelder pakken (namaak-)geld.

Vanuit de kamer in het Lalu hotel kregen we als toetje een adembenemend zicht op het Sun Moon Lake. Het buitenzwembad van het hotel is een prachtige infinity pool van zomaar eventjes 60 m lang. De maaltijd in het hotel was, net zoals de accomodatie, de perfectie nabij. Dit is wellicht een van de allerbeste hotels van Taiwan en omstreken.

Na een heerlijke boottocht over het Sun Moon Lake was het tijd om afscheid te nemen van dit prachtige eiland, en reden we naar de luchthaven voor een (soms nogal turbulente) vlucht naar Seoul, de hoofdstad van Zuid-Korea, waar we tamelijk laat aankwamen in het Somerset Palace hotel. De lokale gids, C.J. (Cynthia Jane), had voor ons een verrassing in petto: we kregen een upgrade in de vorm van een 'iets' grotere kamer. Onze kamer was ongeveer 28 meter lang (!), en bestond in feite uit twee aan elkaar geschakelde suites met elk een eigen keuken, badkamer, salon/living en slaapkamer. Ideaal voor de modale slaapwandelaar!

Seoul... here we come !

Seoul... here we come !
Aflossing van de wacht in Seoul

Seoul se lève... in de voormiddag ontdekten we dat Seoul alweer helemaal anders is dan Taipei. Vooral de brommertjes ontbreken nagenoeg volkomen in het stadsbeeld. Seoul ziet er erg luxueus uit, met talrijke plantsoentjes, fonteinen, watervallen en prachtige gebouwen, zowel hypermodern als eeuwenoud. De mensen zijn veel rustiger, ingetogen bijna, maar toch levendig. Het is hier blijkbaar aangenaam toeven. We bezochten de traditionele Insadong-wijk en de paleizen van Gyeongbokgung (of zoiets). Alles was zodanig perfect getimed dat we precies op tijd waren voor de traditionele aflossing van de wacht. Dat gebeuren is wel net iets anders dan wat we in België kennen ('Jef, kom jij mij terug vervangen als je gedaan hebt met eten ?'). Met een kleurrijke kostumering en allerlei toeters en bellen (letterlijk en figuurlijk) is dit een schitterende, fotogenieke bedoening. Er wachtten ons nog meer paleizen, tempels en andere mooie dingen. Het enthousiasme waarmee bij het schrijn van Jongmyo gebeden wordt tot boeddha is opvallend. We kregen alle denkbare facetten van deze boeiende stad te zien, zowel de oude tempels en schrijnen als de allermodernste en hippe winkelstraten. 's Avonds werden we getrakteerd op een erg gesmaakte humoristische kookshow: de wereldberoemde muzikale Nanta-show, die al loopt sinds 1997. Met buikpijn van het lachen zochten we 's avonds de weg naar ons bed in onze eerder beschreven king size slaapvertrekken. Voor een avondwandeling hoefden we niet eens de kamer te verlaten.

Suwon en Jeonju

Suwon en Jeonju
Suwon

We verlieten Seoul richting Suwon en Jeonju. De mooi gerestaureerde stadsomwalling van Suwon bood een prachtig uitzicht over de stad. In Jeonju bezochten we nog een atelier waar met de hand papier geschept wordt met als grondstof de schors van de moerbeiboom. Meer nog, we mochten allemaal zelf een blad papier fabriceren. Bij de ene werd het een mooi zijde-achtig velletje, bij de andere eerder grof karton. Maar al doende leert men.
De wijk met typische Hanok-huizen was ronduit betoverend, en na een flinke wandeling doorheen deze wijk bereikten we het Core Riviera hotel. Het avondmaal was Italiaans vanuit een Japanse invalshoek met Taiwanese invloeden. Mama mia... van diëten was al lang geen sprake meer. Alle goeie voornemens werden doorgespoeld met een lekker glaasje wijn.

Busan

Busan
Busan

In de voormiddag reden we verder naar Busan (uitgesproken als 'Pusan'), de tweede-grootste stad van Zuid-Korea. Na een bezoek aan een van de grootste vismarkten van Azië lunchten we in een lokaal restaurant, waar ze nog maar eens overheerlijke vis en zeevruchten op het menu hadden. De stad is een wirwar van zowel hypermoderne wolkenkrabbers als traditionele huisjes van hout, papier en klei. De internationale begraafplaats van de Verenigde Naties was indrukwekkend. Hier worden alle slachtoffers herdacht van de Koreaanse oorlog, waaronder ook een aantal Belgen. We sloten de dag af met een traditionele topper: een Koreaanse barbecue (in niets vergelijkbaar met de Vlaamse versie van een BBQ). Daarna was er nog net voor het donker werd tijd voor een strandwandeling, voor we ons te ruste legden in het Haeundae Grand hotel, alweer een echte uitschieter in het hotelwezen.

We bezochten het tempelcomplex van Tongdosa, waar we nog maar eens verbaasd waren over de toewijding waarmee de mensen hier massaal komen bidden, zingen en wierookstokjes branden. We zetten onze reis verder richting Gyeongju met het beroemde tumuli-park en het 'Graf van het Hemelse Paard'. Een even hemelse wandeling langsheen het Anapji-meer maakte de dag af.

We verkenden verder het zuidoosten van Korea, met o.a. de Bulguksa tempel met zijn talrijke kunstschatten. De Haeinsa tempel ligt temidden van het Gayasan National Park. We konden er tussen de latjes van de zijwanden door een glimp opvangen van de Tripitaka Koreana, de op 80 000 houtblokken gedrukte 'bijbel' van het boeddhisme.

Andong: het Hahoe dorp (UNESCO wereld-erfgoed)

Andong: het Hahoe dorp (UNESCO wereld-erfgoed)
Hahoe-dorp (Andong)

Onderweg naar Seoraksan National Park (via Andong) bezochten we een onvoorstelbaar mooi Hahoe-dorp aan de Nakdong rivier. De meeste van deze typische Hanok-huizen zijn bewoond, en tot in de allerkleinste details zorgvuldig gerestaureerd: een lust voor het oog én voor de fotograaf. De kleuren van de dakranden contrasteerden mooi tegen de staalblauwe hemel. We genoten buiten in het zonnetje van een prima lunch, en bezochten dan nog het beroemde maskermuseum. En, zoals voor de rest van de hele reis, waren de weergoden ons goed gezind. Wanneer de Koreanen op grote zeilen langs de wegen de pas geoogste rijst te drogen leggen weet je met quasi zekerheid dat het de komende dagen op zijn minst droog en zonnig blijft.

Seoraksan National Park

Seoraksan National Park
Adembenemend zicht op Seoraksan National Park

En dan was het natuurdag, met wandelingen in het Seoraksan National Park. We waren wat te vroeg voor de (gereserveerde) kabelbaan, en we konden dus eerst nog even gaan kijken naar de 15 meter hoge 'Great Unification Buddha - Tongil Daebul'. Dit reusachtige beeld is helemaal van brons gemaakt, en weegt eventjes 108 ton ! Op het voorhoofd zit een ornament met verschillende sierstenen van amber en jade die mooie kleur- en lichteffecten vertonen afhankelijk van de observatierichting. De kabelbaan bracht ons dan in een wip de bergen in. Boven wachtte ons nog een korte wandeling van twintig minuutjes tot aan de top, waar we van een fabuleus uitzicht over de streek konden genieten bij een alweer glasheldere hemel, zonder een spoor van nevel.

Terug beneden vatten de liefhebbers een wandeling aan van een kilometer of 7 (H/T) door de bossen van het park naar de prachtige Biryong watervallen. Iedereen in het gezelschap kon deze tocht zo kort of zo lang maken als hij/zij zelf wilde... langs dezelfde weg terug en afspraak in het hotel voor de lunch. Na de middag reden we verder naar de Naksansa-tempel, een paar kilometer ten zuiden van Chokcho (niet vergeten de tweede 'ch' uit te spreken) aan het noordoostelijkste puntje van Zuid-Korea.

Ten oorlog... of toch maar niet ?

Ten oorlog... of toch maar niet ?
De reis zit er bijna op... de eerste wolken sinds mensenheugnis verschijnen !

En dan rukten we op naar het noorden voor de laatste wapenfeiten van deze reis: een bezoek aan de gedemineraliseerde - pardon (hobby-misvorming) - gedematerialiseerde (oei, zo erg is het nu ook weer niet) - gedemilitariseerde zone tussen Noord- en Zuid-Korea. Hoewel... gedemilitariseerd ?? Het gaat om de wellicht meest gemilitariseerde zone ter wereld, met aan beide zijden zowat 2 miljoen operationele soldaten. Plots werd de sfeer hier helemaal anders: er moest een plaatselijke gids - zeg maar controleur - mee op de bus, en om de haverklap moest de bus stoppen voor controle. We reden tot bij het op een heuvel gelegen Cheorwon Peace Observatory, vanwaar we een goed overzicht hadden van de 4 km brede zone in kwestie. Aan beide zijden van de demarcatielijn mogen enkel kleine groepjes soldaten patrouilleren, en heel sporadisch wordt er toch nog wel eens geschoten. Je mag van de Zuid-Koreanen niet fotograferen in de richting van Noord-Korea (waarom is me een raadsel, want het landschap is prachtig, en er is niks militairs te zien). We bezochten ook een zgn. 'infiltratie-tunnel' die door de Noord-Koreanen werd aangelegd richting Zuid-Korea, maar die na de ontdekking (via proefboringen) ter hoogte van de demarcatielijn met een gepantserde stalen deur werd afgesloten. Reisgezellen met een kleine gestalte waren de gelukkigen, want wie groter was dan 1.70 m moest voortdurend met het hoofd gebogen lopen... de helm die we bij aankomst hadden gekregen was geen overbodige luxe!

We bezochten ook het punt waar de spoorweg die vroeger Seoul verbond met Pyongyang onderbroken werd tijdens de Koreaanse oorlog. Je staat daar letterlijk op een paar meter van de aarden wal waarop constant soldaten wacht lopen. Vanaf het moment dat je aanstalten maakt om je fototoestel te gaan gebruiken worden onmiddellijk de nodige verrekijkers op je gericht om je in het oog te houden. Je mag uiteraard niks militairs fotograferen - enkel in zuidelijke richting dus. Hoe dan ook, op zo'n plek realiseer je je nog eens hoe waanzinnig (elke) oorlog wel is.

Seoul, here we come... again !

Seoul, here we come... again !
De Bukchon wijk in Seoul

Sprakeloos vatten we de rit naar onze eindbestemming, Seoul aan. Zoals gewoonlijk is een AdA-reis een climax, met 'het laatste avondmaal' op de bovenste verdieping van het beroemde Samsung-gebouw, en overnachting in het erg luxueuze Grand Hyatt hotel.

Voor ons vertrek naar België bezochten we nog de prachtige Bukchon wijk, die een idee geeft van hoe het er 600 jaar geleden uitgezien heeft. Broederlijk naast elkaar vind je dus in Seoul wijken met hypermoderne flatgebouwen en Middeleeuwse hanoks.

Na de lunch konden we ons nog opfrissen of een wandeling maken in het plaatselijke park, om dan voor de laatste keer in de bus te stappen, richting luchthaven.

Epiloog: mooie liedjes duren niet lang (genoeg)

Epiloog: mooie liedjes duren niet lang (genoeg)
Ons AdA-gezelschap op de stadswallen van Suwon

Deze reis was alweer een topper in de reeks AdA-reizen die we meegemaakt hebben, mede dank zij onze beide chauffeurs in Taiwan en Korea, de plaatselijke gidsen Mike en C.J. en last but not least Jonas, onze AdA-gids. Dank zij hem hebben we over beide landen ontzettend veel geleerd op allerlei gebieden: natuur, cultuur, religies, talen, economie, bevolking, politiek, transport, gastronomie, noem maar op. Onze gids was niet iemand die gewoonweg een paar reisgidsen heeft doorgenomen en die navertelde, maar hij heeft een doorgedreven kennis van alle denkbare aspecten van beide landen.

Uiteraard heeft ook het weer bijgedragen tot het succes van deze reis: we hebben maar één keer een beetje regen gehad, voor de rest, zowel in Taiwan als in Zuid-Korea was de zon altijd present in een stralend blauwe hemel. De fotografen hebben dan ook in optimale omstandigheden kunnen genieten van de prachtige herfstkleuren in Korea. Vooral de talloze ginkgo's en esdoorns waren erg in trek. En wat het eten betreft kunnen we deze reis zonder overdrijven 'een culinaire rondreis door Taiwan en Zuid-Korea' noemen. Het was ook een ontspannende reis. Als niet-ochtend-mens was het voor ons aangenaam om meestal op een 'normaal' uur te kunnen opstaan. Hoewel het programma zeer gevuld was, werd het toch een relax-reis.

Ik ben ook alle reisgenoten dankbaar voor het bijzonder aangename gezelschap. Het was een leuke bende, en we hebben ons bijzonder goed geamuzeerd.

Samengevat, deze reis was voor ons een topper van formaat !

Reisverhalen over Taoïstische Tijgers

Taiwan & Zuid-Korea

François den Ouden (43 Reizen met ADA)

Heb je een vraag over anders dan anders of deze reis in het bijzonder?

Rik Dillen vertelt je er graag meer over, volledig onafhankelijk, gebaseerd op eigen ervaringen.

Stel Rik Dillen een vraag