Arrow top

Het Aards Paradijs

Vanaf het moment dat Anders dan Anders een paar jaar geleden voor het eerst een reis organiseerde naar dit paradijselijke eiland wisten we met zekerheid dat dit een van onze volgende bestemmingen zou zijn. En zo geschiedde...


Bekijk enkel de foto's

Madagascar, here we come

Madagascar, here we come
Een uithoekje van het koninklijk paleis van Ambohimanga

Als verwoed amateur-mineraloog spreekt Madagaskar, met zijn ruim 1000 vindplaatsen waar meer dan 500 verschillende mineraalspecies gevonden worden al jaren tot mijn verbeelding. Een land met plaatsnamen als Ambatofinandrahana en Ambohimahamasina moet wel spectaculair zijn (het was me overigens al opgevallen dat 30 % van de plaatsnamen er met een A begint).

Op een rustige zondagochtend stonden we dus gepakt en gezakt aan het verzamelpunt in Antwerpen om de bus te nemen naar Parijs. Op de bus maakten we kennis met onze reisgezellen en met Valérie, die samen met Alain de reis zou begeleiden. Ook Marleen, die vaak de reizigers van AdA komt uitwuiven, was erbij. We waren blijkbaar niet alleen op de baan, want er stond een oefenmatch van ons Belgisch nationaal voetbal-elftal op het programma in het Stade de France in Parijs. Op de parking onderweg dachten we even dat we al op 'het rode eiland' aangekomen waren. Hoe dan ook, de vlucht met Air Madagaskar vertrok op tijd en verliep zonder enig probleem... maar het was dan ook meteen de laatste keer dat Air Madagaskar ons zijn meest positieve kant zou laten zien.

Op de internationale luchthaven van Antananarivo maakten we een eerste keer kennis met de efficiëntie (of het gebrek daaraan) van officiële diensten in Madagaskar: ik ben de tel kwijt geraakt hoe vaak en door hoeveel personen ons paspoort nagekeken, overgeschreven, gestempeld en nog eens geverifieerd werd. Uiteindelijk waren we al heel gelukkig dat we na een uurtje onze bagage in ongeschonden toestand in ontvangst konden nemen. Dan nog even geld wisselen. Met een koers van 3500 ariary tegen 1 euro heb je al gauw een rugzakje nodig om een paar honderd euro aan zakgeld op te bergen... vooral als je weet dat het grootste bankbiljet 10 000 ariary is (ongeveer 3 euro). Je telt daar niet de biljetten na, maar het aantal pakjes... je voelt je de koning te rijk.

Na een heerlijk ontbijt in het - overigens uitstekende hotel 'Le Louvre & SPA' (what's in a name; de Mona Lisa was in geen velden of wegen te bekennen) vertrokken we al voor ons eerste bezoek: het koninklijk paleis van Ambohimanga (UNESCO-werelderfgoed): een mooi plekje, met gebouwen helemaal uit palissanderhout opgetrokken en een prachtig uitzicht. We maakten nog een fotostop in een wijk op een heuvel, waar we een prachtig uitzicht hadden over de stad met het Anosy-meer. Ons avondmaal was - en ik vrees dat ik in herhaling zal vallen - een eerste culinair hoogtepunt (er zouden er nog een 35-tal volgen).

Op naar het noorden: Diégo Suarez

Op naar het noorden: Diégo Suarez
Zicht uit de kamer in het Allamanda hotel

De volgende ochtend zouden we eraan beginnen: onze eerste (en tevens laatste, zoals later zou blijken) binnenlandse vlucht met Air Madagaskar, naar Diégo Suarez (synoniem voor Antsiranana). De aangekondigde vluchtduur kon niet kloppen met het feit dat het om een rechtstreekse vlucht zou gaan, en dat bleek correct: er werd een ommetje gemaakt langs wat er uit de lucht zowat uitzag als het Aards Paradijs: Nosy Bé. Een bezoek aan dit eiland stond op het programma, maar helaas zouden we het uiteindelijk met deze korte kennismaking uit de lucht en op het luchthaventje moeten doen, maar daarover verder meer.

Vanaf het moment dat we Diego Suarez bereikten kwam de geruchtenstroom over potentiële stakingsacties bij Air Madagaskar (in de volksmond ook wel Air Maybe genoemd - naar analogie met het Congolese Air Peut-être) op gang. 't Is jammer, maar helaas... de geruchtenstroom bleek nadien meer dan een grond van waarheid te hebben. Maar geen nood... er zijn in de buurt van Diego Suarez meer dan genoeg bezienswaardigheden voorradig om desnoods ook een of twee extra dagen te vullen, en dat zou later nodig blijken.

Montagne de l'Ambre

Montagne de l'Ambre
Even een cocosdrankje serveren...

Onze eerste kennismaking met de Malagassische natuur situeerde zich in het 'Parc National du Montagne de l'Ambre' (alias het Ambergebergte), een van de best toegankelijke parken in het land. We genoten er van prachtige watervallen, dito landschappen en een heel speciale fauna, met felgekleurde (maar soms ook in militaire kleuren gecamoufleerde) gekko's en onze eerste lemuren (halfapen). Onze maaltijd in Joffreville was alweer een voltreffer (ik zocht eigenlijk nog een 34-tal synoniemen voor 'hoogtepunt', maar we zullen het hier netjes houden).
Onderweg naar het vissersdorpje Ramena bewonderden we een paar bomen met als merknaam 'Baobab Adansoniasuarezensis'. Hoewel ze tot dezelfde familie behoren zien ze er toch heel anders uit dan de baobabs op het Afrikaanse vasteland, zoals bijvoorbeeld in Tanzania. Het eilandje voor de kust, le Pain de Sucre' (het suikerbrood) doet zijn naam (qua uiterlijke kenmerken dan toch) alle eer aan.

Les Trois Baies

Les Trois Baies
Paradijselijjk uitzicht 'Les Trois Baies'

Voor een mooie wandeling van enkele kilometer langs de bijna sneeuwwitte zandstranden van 'Les 3 Baies' is een zonnebril een absolute noodzaak. Het waaide erg hard, maar met de subtropische temperaturen in dit gebied vonden we dat zeker niet erg, ware het niet dat we continu onze lenzen moesten schoonmaken omwille van het spatwater van de stuivende, metershoge branding. De landschappen onderweg waren ronduit a-dem-be-ne-mend.

De Rode Tsinghy van Irodo

De Rode Tsinghy van Irodo
De Rode Tsinghy van Irodo

Een natuurwonder mag je de 'Rode Tsinghy van Irodo' wel noemen. Rode laterietlagen en andere (eerder beige) sedimentaire gesteenten liggen hier afgewisseld bijna horizontaal op elkaar. Ze zijn door erosie zodanig verweerd, dat merkwaardige, soms bijna stalagmietvormige formaties ontstaan. Het landschap doet enigszins denken aan Bryce Canyon in Utah (USA). In ieder geval een lust voor het oog!

Van Diégo Suarez naar Antananarivo

Van Diégo Suarez naar Antananarivo
Zelfs de rode loper werd voor ons uitgerold!

We zouden nog bijna vergeten dat we tussendoor ook het stadje Diego Suarez (Antsiranana voor de vrienden) uitgebreid bezochten. Het gerechtsgebouw ziet er, laten we het eufemistisch uitdrukken, iets minder protserig uit dan dat van Antwerpen of Hasselt. Maar met dank aan het stakende Air Madagaskar hebben we uiteindelijk alle betere hotels van de stad kunnen uittesten en vergelijken.

Op culinair vlak bleef men ons maar verwennen. Het woord decadentie was hier en daar enigszins op zijn plaats. Ook de plaatselijk gedistilleerde rum is puur genot: alsof het spreekwoordelijke engeltje op je tong plast... De overheerlijke 'Punch Coco' (zowat 50 % rum - 50 % cocosmelk, vaak geschonken in een limonadeglas van 300 ml) zal eeuwig in mijn geheugen gegrift blijven. En voor en na elke maaltijd mag een 'rum arrangé' niet ontbreken. Elk restaurant of bar heeft zijn eigen recepten om allerlei fruitsoorten en andere (plantaardige) ingrediënten te marineren in rum.

Heel de tijd bleef het gespannen afwachten of we (ooit) uit Diego Suarez zouden weggeraken of niet. Maar als je niet kan weggeraken uit het Aards Paradijs kun je echt wel spreken van een luxe-probleem. Hoe dan ook, Alain (en Valérie) waren constant in de weer om, terwijl ze de begeleiding van onze bezoeken met evenveel overgave als anders ter harte namen, te improviseren qua hotels, activiteiten, maaltijden enzovoort. Wij hoefden ons nooit zorgen te maken over het feit dat een en ander niet volgens het oorspronkelijke plan verliep.

Nadat Air Madagaskar verschillende keren had aangekondigd dat 'de vluchten zoals normaal zouden doorgaan' hebben we de betekenis van het begrip 'normaal' wat moeten herzien: de term 'zoals normaal' moet je in deze context vertalen als 'niet'. Na contacten met thuisbasis van AdA in Antwerpen werd uiteindelijk besloten om twee luxueuze zakenvliegtuigjes te charteren om ons naar Antananarivo over te brengen. We werden beschouwd als belangrijke passagiers, want we stapten niet uit aan het luchthavengebouw, maar bij het VIP-gebouw, rode loper aan het vliegtuig incluis !

Andasibe

Andasibe
Deze kameleon maakt het wel heel bont!

En dan hadden we qua binnenlandse vluchten een paar dagen respijt, want voor de reis naar het zuiden waren jeeps voorzien. Omdat we een dag later waren dan voorzien, moest Alain het programma (met inbegrip van hotels en restaurants) nog maar eens reorganiseren, maar hij is erin geslaagd om ervoor te zorgen dat we alles wat op het programma stond, op Nosy Bé na, konden beleven (plus een paar extraatjes). Om wat verloren tijd goed te maken, ging het dan van de luchthaven linea recta naar Andasibe, waar we onze intrek namen in de Vakona Forest Lodge, middenin het regenwoud.

Helaas deed dat 'regen'-woud zijn naam alle eer aan. Maar we genoten des te meer van de spectaculaire flora in het prachtige woud. Op het 'lemureneiland' werden we zowat overvallen door lemuren. Verder konden we nog tal van kameleons en andere dieren bewonderen.

Op weg naar Antsirabe

Op weg naar Antsirabe
Rijstterassen in de buurt van Antsirabe

Via de zuidkant van Antananarivo ging het dan verder zuidwaarts, met onderweg indrukwekkende landschappen (de rijstterassen doen een beetje aan het zuiden van China denken) en bezienswaardigheden. We maakten een korte stop bij een vlakte waar, volledig met de hand, bakstenen gemaakt worden. Op de rijstvelden kan men per seizoen drie keer 'oogsten': na het regenseizoen wordt de eigenlijke rijst geoogst. Daarna laat men de buffels en zeboe's grazen op de stoppels van de rijstplanten, en tenslotte gebruikt men het neergeslagen slib als grondstof voor het produceren van bakstenen. Daarbij wordt kinderarbeid helaas niet geschuwd: kinderen vanaf een jaar of 10 dragen er een tiental stenen van elk zeker 2 kg op het hoofd naar de stapels waar de stenen gebakken worden.

Onderweg naar het hotel in Antsirabe bezoeken we nog een atelier waar op volkomen artisanale wijze kookpotten en allerlei andere gebruiks- en siervoorwerpen gemaakt worden uit gerecycleerd aluminium. Daartoe wordt aluminium van alle mogelijk oorsprong gebruikt, inclusief auto-motorblokken. Nog in Antsirabe bezoeken we een kunstenaar die van allerlei gerecycleerde onderdelen diverse kunstwerkjes en speelgoed maakt: kleine autootjes, fietsjes, vliegtuigjes enzovoort. Hij gebruikt als grondstoffen o.a. bierblikjes, infuus-slangetjes waarvan de gebruiksdatum verlopen is, paperclips, stukjes electriciteitsdraad. Al die creativiteit leidt tot een prachtig resultaat.

In Antsirabe overnachten we in het Royal Palace hotel. Tja... dat 'koninklijk' is wat overdreven, en een 'paleis' is het ook niet. Maar het is sowieso het enige kwaliteitshotel in de wijde omgeving, het is er kraaknet en uiteindelijk slaap je er even goed als elders.

Fianarantsoa

Fianarantsoa
De eeuwige Malagassische glimlach

We trokken verder zuidwaarts, richting Fianarantsoa. In de omgeving van Ambositra bezochten we en plaatselijke beeldhouwer en de plaatselijke marktstraat met de nodige 'couleur locale'. Hoewel Madagaskar een van de armste landen ter wereld is (ze behoren tot de top-tien van de armste landen), blijft het ons verbazen dat alle mensen, kinderen zowel als ouderen, er constant goed gemutst en opgewekt uitzien. Van jaloezie en laat staan van agressie t.a.v. de - vanuit hun referentiekader - schatrijke toeristen is er hoegenaamd geen sprake, wel in tegendeel. Vooral in het noorden van het land zie je zelden een aangezicht zonder een aanstekelijke glimlach.

Onderweg hielden we af en toe even halt bij de typische dorpjes en hun erg vriendelijke inwoners. In Ambalavao bezochten we een atelier waar handgeschept papier gemaakt wordt uit de schors van moerbeibomen. Ze maken er sierpanelen van met gedroogde bloemen en andere ingrediënten. Verder genoten we nog van enkele korte wandelingen, en kregen we alweer talrijke soorten lemuren en allerlei andere dieren voor de lens... veel te veel om op te noemen.

Le Jardin du Roi

Le Jardin du Roi
Hotel 'Le Jardin du Roi'

's Avonds nemen we onze intrek in het zonder twijfel allerbeste hotel van Madagaskar en omstreken: 'Le jardin du roi', en deze keer is het woord 'roi' wél op zijn plaats. Het hotel ligt verscholen in een natuurlijke depressie omzoomd door prachtige rotsformaties. De kamers zijn supergroot en heel luxueus, maar elektriciteit is hier een luxeproduct. 's Nachts wordt het verbruik sterk beperkt. De maaltijden zijn alweer, zoals steeds in Madagaskar, bijzonder lekker én copieus.

Isalo National Park

Isalo National Park
Op stap in de canyons van het Isalo National Park

Uiteraard maken we een stevige wandeling in het Isalo National Park. Erosie heeft ervoor gezorgd dat in de diepe canyons de lagen zandsteen, naargelang de hardheid van het gesteente, gedifferentieerd uitgeslepen zijn tot de meest bizarre vormen. Soms zie je in een wand als het ware een hele stad. Op het eindpunt van de wandeling kun je een duik nemen in een vijvertje in een echte oase. Die wordt niet voor niets 'La Piscine Naturelle' genoemd, inclusief glashelder water op de juiste temperatuur, waterval en palmbomen. En hoe ze het klaarspelen weet ik niet, maar op de terugweg duiken plots een paar houten tafels met banken op, waar de gekoelde flessen champagne klaarstaan als inleiding tot een overheerlijke picknick-lunch.

's Avonds rijden we nog naar een prachtige rotsformatie, 'La Fenêtre', in het Isalo National Park, op maar tien minuutjes van het hotel. Daar genieten we van... de nodige champagne met de bijhorende lekkere borrelhapjes, terwijl de zon langzaam ondergaat en het landschap in een gouden gloed zet. Een adembenemend schouwspel. In het hotel worden we dan nog getrakteerd op een optreden van een dans- en muziekgroep, helemaal samengesteld uit personeel van het hotel.

Een toemaatje: Zambitse-Vohibasia National Park

Een toemaatje: Zambitse-Vohibasia National Park
Ambachtelijke edelstenenwinning in een rivier in de buurt van Sakaraha

Hoewel Air Madagaskar blijft beloven dat onze geplande binnenlandse vlucht van Tuléar naar Antananarivo zal doorgaan voelt Alain al aan dat het waarschijnlijk alweer valse hoop zal zijn. Er wordt dus besloten om uiteindelijk per jeep terug van het zuiden naar Antananarivo te rijden. Dat geeft ons de kans om nog even richting Tuléar te rijden om het Zambitse-Vohibasia National Park te bezoeken, waar we nog maar eens een aantal prachtige lemuren kunnen bewonderen en fotograferen. Onderweg vangen we ook nog een glimp op van de talrijke schattenjagers, die in de rivieren het slib zeven en spoelen op zoek naar topaas en andere edelstenen, die in dit land rijkelijk voorkomen. Maar men weze gewaarschuwd: voor export van mineralen en edelstenen heb je sowieso een exportvergunning nodig. Daarenboven kun je de gegeerde edelstenen en mineralen soms goedkoper in België aankopen.

Bij wijze van test vroeg ik op een mineralenmarkt eens naar het zeldzame mineraal grandidieriet, dat in 1902 in Madagaskar ontdekt werd. Tot mijn opperste verbazing kende de dame het mineraal, en feestvreugde leek compleet toen ze zomaar vijf stukjes authentieke grandidieriet te voorschijn toverde. Maar toen kwam de ontnuchtering: toen ik de prijs vroeg zei ze "Mille euros, monsieur". Mijn reactie: "Quoi ? Mille euros pour ces cinq petites pièces ?", waarop ze antwoordde: "Non, Monsieur, 1000 euros par pièce!". In Europa betaal je voor dergelijke specimens ongeveer 10 tot maximaal een paar tientallen euro per stuk... En een pluim voor reisleider Alain: hij wist zelfs uit het hoofd dat grandidieriet genoemd is naar de Franse ontdekkingsreiziger Alfred Grandidier (1836-1912). Zo zie je maar dat reisleiders wel wat verder gaan dan het doorlezen van een toeristenfoldertje!

Air Madagaskar belooft in extremis eens te meer dat de vlucht van Tuléar naar Antananarivo zal doorgaan; eens te meer gelooft Alain het niet (terecht, zoals later zou blijken), en wordt definitief beslist om met de jeeps via Fianarantsoa en Antsirabe terug naar de luchthaven van Antananarivo te rijden. In Fianarantsoa overnachten we deze keer in de hotelschool 'La Rizière'. Verrassing: omdat zowel mijn echtgenote als ikzelf die week verjaarde, hadden ze een prachtige verjaardagstaart gemaakt, inclusief de nodige kaarsjes!

Terug naar huis...

Terug naar huis...
Nog een mooi leguaantje

Vanuit het Royal Palace hotel in Antsirabe gaat het rechtstreeks naar de luchthaven van Antananarivo.
In een mooi hotel vlakbij de luchthaven kunnen we ons nog opfrissen en genieten van een - alweer - overheerlijk avondmaal, alvorens we (dat hopen we toch) vertrekken naar Europa.
Uiteraard is Air Madagaskar niet op het appèl, maar Alain heeft plaatsen weten te bemachtigen op een vlucht van Air France. Maar Murphy is weer alomtegenwoordig: in Parijs bezetten stakende taxichauffeurs de toegang naar de luchthaven Charles de Gaulle, waardoor het vliegtuig te laat vertrokken was. Maar na een paar uur, uiteindelijk in het holst van de nacht, vertrekt dan toch onze terugvlucht.

Ondertussen was al duidelijk geworden dat de bus, die ons in Parijs zou moeten ophalen, niet tot bij de luchthaven zou geraken. Daarom is Marleen in alle vroegte in het station van Antwerpen-Berchem voor ons allen Thalys-tickets gaan kopen, die ze persoonlijk (ook per Thalys) naar de luchthaven in Parijs is komen brengen. Als dat geen service is !?

Epiloog

Epiloog
Een schattig lemuurtje dat bereid was om even te poseren

Wat hebben we vandaag geleerd ?
1. De natuurlijke schoonheid van Madagaskar (landschappen, flora, fauna) is verbluffend.
2. Op culinair gebied is Madagaskar een absolute topper.
3. Ondanks de armoede zijn de mensen in dit land ongelooflijk vriendelijk, en lopen ze constant rond met een aanstekelijke glimlach.
4. Het klimaat is heel aangenaam, niet te heet, en uiteraard zeker niet te koud.
5. De organisatie en omkadering van de reis was perfect.

We denken met heimwee terug aan deze bewogen, maar onvergetelijke reis naar het prachtige Madagaskar. Uiteindelijk is men erin geslaagd om ons, ondanks de soms uiterst moeilijke omstandigheden, toch van een volwaardige rondreis te laten genieten, met zelfs een paar extra's.
Over deze reis kan ik enkel in superlatieven spreken: de landschappen, flora en fauna, de andere bezienswaardigheden, de organisatie, de reisleiding en last but not least: de maaltijden.
Je mag deze reis onverkort 'Een culinaire rondreis door het Aards Paradijs' noemen.

Met dank aan onze reisgezellen, en aan Alain, Valérie, Marleen, Ilse, Cathy en iedereen die achter de schermen van deze reis een succes gemaakt hebben.

Reisverhalen over Het Rode Eiland

Madagaskar

François den Ouden (43 Reizen met ADA)

Madagaskar Het Rode Eiland

Jean-Marie. Goemaere (9 Reizen met ADA)

Heb je een vraag over anders dan anders of deze reis in het bijzonder?

Rik Dillen vertelt je er graag meer over, volledig onafhankelijk, gebaseerd op eigen ervaringen.

Stel Rik Dillen een vraag