Landen in Quito op hoge hoogte, de vulkanenrij bezoeken, het oerwoud in en daarna de Andes over om het paradijs van de Galapagos te betreden. Op 20 dagen word je overrompeld door de natuurpracht op de evenaar en de pracht van de unieke eilanden.
ECUADOR EN GALAPAGOS
VAN 22OKTOBER TOT 07 NOVEMBER 2013
Dinsdag 22 oktober 2013
Point a Pitre , Caraïbische zee, 12u30 plaatselijke tijd, half zeven ‘s avonds Belgische tijd. We vliegen op elf duizend meter met een snelheid van 911 km per uur.
Na de gewone en ongewone trammelant van de twee laatste maanden zijn we deze ochtend, of nacht beter, kwart voor vier met de taxi naar Zaventem vertrokken. Een nachtelijke rit naar Brussel is een rustige rit naar Brussel en kwart over vier vormt de” Anders dan Anders” groep zich op de afgesproken plaats aan Rij 6. Van de hostess ontvangen we onze vliegtickets, we checken onze valiezen in en passeren via de controle. Al is het nog maar vijf uur in de morgen, toch zijn er al enkele bars open ( het was in Brussel ooit anders). Een tas thee en een broodje als ontbijt en we kunnen er alweer tegen voor enkele uurtjes.
Het vliegtuig naar Amsterdam is stipt en rond kwart over zeven landen we op Schiphol, al moet de piloot daar nog een kwartiertje taxiën alvorens aan de gate te komen. We zoeken onze weg van Gate B naar Gate F en stappen een flink eind door de luchthaven. Het is ondertussen acht uur voorbij, dus tijd voor nog een koffietje met een koffiekoekje, en dat smaakt heerlijk. Iets voor negen begint de incheck controle en iedereen zit tijdig op zijn plaats, …. al moeten we nadien nog wachten op enkele passagiers die vertraging hadden met hun vlucht, half elf wordt het dus.
Nadien, zitten, wat lezen, iets eten en drinken, wat dutten, terug wat lezen, wat TV kijken, kortom de bijna twaalf uur dat de vlucht duurt de tijd proberen te doden.
Drie uur PM plaatselijke tijd landen we , handbagage mee en schuiven we aan bij de migratiecontrole. Een stempel in ons paspoort en dan aanschuiven voor de valiezen. Dat kleren verdelen over de twee valiezen een goeie voorzorg is , blijkt wanneer één van onze groepsleden een valies mist. Ze blijkt nog in Amsterdam te staan. Morgen wordt ze gelukkig naar het hotel gebracht, maar ondertussen zit Nadia zonder haar bagage.
Na nog even onze dollars getoond te hebben aan de politie( zeker dat we er geen te veel meebrachten?) gaat het richting aankomsthal, richting Eveline en richting bus. Twee uur stapvoets verkeer door de avondspits brengt ons naar het Mariott. We zijn allemaal bekaf. We checken in, krijgen een fris welkomstdrankje en trekken naar onze kamer, waar de bagage wacht.
Een lekkere douche, wat andere kleren aantrekken en te half acht vinden we elkaar terug in “La Hacienda”, het restaurant van het hotel. Een lekkere garnalenbisque, een succulente biefstuk met aardappel en een flan nadien maken er een lekkere maaltijd van. Iedereen is echter doodop , het is immers vier uur in de ochtend in België, en allen trekken we naar ons bed. ’t Zal deugd doen.
Woensdag 23 oktober
Hoewel allemaal keimoe, was het toch geen rustige nacht, het eerste deel slapen als een marmot maar na enkele uurtje toch weer wakker en slapen met poosjes. De jetlag speelt ons parten.
Rond half acht dalen we naar beneden en schuiven aan voor ontbijt. Het wordt opgediend in buffetvorm, maar is verzorgd en lekker. Nadien kuieren we nog even rond het zwembad en door de lobby, halen onze spullen op voor vandaag en zijn tijdig terug op de afspraak, negen uur aan de bus.
Eerste stop voor vandaag wordt het museum voor precolumbiaanse kunst in de Banco Central. Prachtige beelden en kommen, vazen en andere artefacten zijn zeer overzichtelijk tentoongesteld. Begeleid door deskundige uitleg van Eveline en Gustavo krijgen we enig zicht op de leefwereld van de Andesbewoners in de vroege tijden.
Via drukke wegen en bochtige straatjes toeren we naar de oude stadkern van Quito.Pedro zet ons af even voor het plein van Santo Domingo. We kruisen het plein en gaan even met de lokale politie op de foto. Pittoreske straatjes en mooie pleinen leiden ons naar de jezuietenkerk, La Compania de Jesus. Pracht en praal en tonnen bladgoud zijn hier gebruikt bij de inrichting van de kerk, het mocht blijkbaar iets kosten, al leefden de bewoners in bittere armoe. Liefst 7000 klio bladgoud zijn in het interieur verwerkt. In de sacristie kunnen we kaartjes kopen, want binnen fotograferen is niet toegestaan.
We wandelen verder door de oude stad naar de Plaza San Fransisco. Het plein wordt volledig gedomineerd door de kerk en het Convent van Sint Franciscus, met een mooie binnentuin. Ook hier weer een kerk vol glitter en gouden ornamenten.
We slaan nog even een hoekje om en komen zo op de Plaza de Independencia waar Eveline ons voorbij de Escorte Presidential loodst, zodat we de wachten aan het paleis in hun Simon Bolivar tenue kunnen bewonderen en een kijkje nemen door de tralies van het paleis. Bij de uitgang groeten we nog even een andere Mechelaar,Joost De Rijcke, de man die de inlandse bevolking de kennis bijbracht om de kerken zo majestueus te versieren. Jodocus Ricke, zijn Latijnse naam dus, startte in 1535 met de bouw van de kerk.
Een klein eindje verder genieten we van de lunch in de Patio Andaluz, een kippensoepje met nadien varkensfilet met frambozensaus en als toetje een muntpapje. Hetgeen het meeste smaakt was die frisse pint.
Na de verpozing is het weer tijd om verder het programma af te werken, dus trekken we met de bus naar Mitta del Mundo, de evenaar. Anders dan verwacht bereiken we de equator in de regen. Vermits het geen ideaal weer is om foto’s te maken, bezoeken we eerst het museum van de etnografie. Het gebouw is een afgeknotte piramide met een globe bovenop en telt 10 verdiepingen. Met de lift naar boven, en via de trappen dalen we door het museum, voorzien van deskundige duiding door Eveline, terug tot op de begane grond. De regenbui is alweer voorbij, dus kunnen we lustig de evenaar op de gevoelige plaat vastleggen.een been in het Noorden, één in het Zuiden, Mannetje hier, vrouwtje daar, je kiest maar. Nog gauw een sanitaire stop en we bussen terug naar het Marriott. Onderweg krijgen we nog een prachtig vergezicht op een besneeuwde Cotopaxie en de Antisana. Aan een fotostop kunnen we echt niet weerstaan. Het zal de enige maal zijn dat we de Cotopaxie wolkenloos te zien krijgen.
Terug in het hotel hebben we net de tijd voor een verfrissende douche want te zeven uur vertrekken we naar de Hacienda Romi Loma voor het diner. Het wordt een heuse klim naar 3200 meter door smalle straatjes en over hobbelige veldwegeltjes. Het zicht op nachtelijk Quito loont wel de moeite. De zoetzure scampi zijn lekker, het gezelschap gezellig en de hele avond verloopt in een gemoedelijke sfeer. Morgen verlaten we de stad en trekken de natuur in.
Donderdag 24 oktober
’s Ochtends tijdig het bed uit, de valiezen dicht en aan de deur, smakelijk ontbijten en tegen 8 uur is iedereen paraat aan de bus, Nadia fier in nette kleren nu haar koffer terug is. Na een eindje bussen houden we nog even halt voor een panoramisch zicht op het uitgestrekte Quito en dan verlaten we de stedelijke omgeving en rijden via de Panamericana naar het Cotapaxi National Park. De Cotopaxi is de op één na hoogste vulkaan van Ecuador, met ongeveer 5900 meter. Zijn top is dan ook steeds in sneeuw gehuld. Rond de vulkaan ligt dan een enorm groot nationaal park op een hoogte van rond de 4000 meter. Aan de ingang pikken we 2 vrouwelijke gidsen op en toeren hobbelend naar de Laguna Limpiopungo voor een wandeling rond het meertje. We bevinden ons op 3800 meter en bij de minste inspanning laat deze hoogte zich gevoelen. Het is er frisjes en er staat een stevig briesje. We maken kennis met de plaatselijke flora en fauna en kunnen rond ons hier en daar de contouren van de vulkanen, gehuld in flarden mist, spotten. Nadien hobbelen we met onze bus verder naar het Tombopaxi hostal, waar we een heerlijke zalmforel voorgeschoteld krijgen. Na de lunch trekt de mist een beetje op en we maken er gebruik van voor en groepsfoto met de vulkaan op de achtergrond. De hoogvlakte is wondermooi , maar ondertussen is het 3 uur, dus hoog tijd om het park hotsend te verlaten en richting Banos te rijden. In Ambato stoppen we nog even voor een ijsje, een plaatselijke lekkernij, en nemen dan een binnenweg, weg van de Pan American om naar onze volgend halte te gaan.
In de verte torent de Tungurahua vulkaan boven het landschap.Bij een tankbeurt strekken we even onze benen en kunnen we getuige zijn van een asuitbarsting. Tungurahua stoot een gigantische grijze aswolk de lucht in, een speciaal schouwspel om in levende lijve mee te maken.De ondergaande zon geeft een roze gloed op de spuitende as, een kleurrijk plaatje.
Ondertussen wordt het donker en rond zeven uur komen we op onze rustplaats,Samari hotel, een gerestaureerd franciskaner klooster. Bij een welkomstdrankje bekomen we onze sleutel, kamer 17, pittoresk en gelegen aan een gezellige overdekte patio, even voorbij het hoofdgebouw.
Het diner is een mixed grill met een slaatje, best genietbaar met een glaasje rood. Voor onze dames is het stressen, want de plunjezak voor Kapawi moet klaargemaakt worden en mag zeker niet te veel wegen. ’t Is dus zaak om geconcentreerd te pakken en niets belangrijks te vergeten.
Het was best een vermoeiende dag dus komt klaas vaak snel…. tot om kwart voor 3 de branddetectie op onze kamer het laat afweten en ongeveer elke minuut een snerpend signaal geeft. Ge weet natuurlijk eerst niet waar dt geluid vandaan komt zo midden in de nacht, maar eens gevonden gaat de snoodaard van het plafond en in een handdoek gerold de badkamer in. Wat een goeie nachtrust moest worden is alweer voor een stuk naar de knoppen.
Vrijdag 25 oktober
Vandaag breekt voor velen alvast een heel belangrijk deel van de reis aan, het oerwoud.
Na het ontbijt worden de koffers veilig opgeborgen en met de plunjezak en handbagageg gaar het richting het dorpje Shell , om vandaar met Cessna en Icelander naar Kapawi gebied te vliegen. Onderweg loopt de weg naast de Pastaza rivier en kunnen we van mooie panorama’s genieten. Aan de Bruidsluier waterval, Matis de Novia, wordt wie durft via een kleine kabelbaan enkele honderden meters verder tot boven de waterval gebracht, zwevend over de diepe ravijn. Graag meegedaan, maar ja, de hoogtevrees niet extra uitdagen. In Shell wordt de groep in drieën verdeeld, elk bij een maatschappij die een vliegtuigje heeft. We nemen afscheid van Pedro en Gustavo, onze chauffeur en onze gids, tot maandag. Wij vliegen mer het laatste vliegtuigje, een icelander. Dirk is copiloot en met de oorbeschermers op stijgen we op en zweven haast over de schapenwolkjes en de groene massa, die alleen onderbroken wordt door de majestueuze Pastaza. Na een uurtje doemen de bruine landingspiste en de daarrond liggende hutten van de Ashuar indianen op en rustig en kundig worden we aan de grond gezet. Eens de deuren geopend slaat de vochtige hitte ons om de oren, het zweten kan beginnen. De bagage wordt uitgeladen terwijl wij onder een open hut schuilen voor de koperen ploert en kort daarna dalen we af naar de rivier waar de prauwen op ons wachten. Deze waterbussen zullen ons vervoer voor de komende dagen zijn. Na een half uurtje varen op de Kapawari rivier bereiken we de steiger van de lodge. Via een houten vlonder van een honderdtal meter stappen we tot aan de hutten. De kampmanager wacht ons ter verwelkoming, en bij het traditionele welkomsdrankje worden de hutten toegewezen. Van Dam - De Vos hut nr 1, dus dit betekent aan het uiteinde van de lodge, een eindje stappen.is dat niet erg dicht bij het woud? Na de bagage in de hut gedropt te hebben en een korte inspectie van ons verblijf voor de komende nachten is het algauw lunchtijd. Katvis vers gevangen als middagmaal, met opgelegde vijgen met kaas als toetje. De vis is lekker en het smaakt ons allemaal. Ondertussen wordt het duidelijk waarom men dit woud het regenwoud noemt en de hemelsluizen breken open. Geen probleem, er zijn paraplu’s en tegen de boottocht van om 4 uur liggen de poncho’s klaar. We maken een eerste ontdekkingstocht op de Kapawari en de Pastaza waar we vogels allerhande en brulapen spotten, zelfs vleermuizen midden de rivier, slapend onder een stronk. Het is ondertussen ook opgehouden met regenen en na de tocht kunnen we ons allen opfrissen voor we te 7 uur in de bar worden verwacht voor briefing ( en een aperitiefje uiteraard)
Na het diner heeft iedereen het wel een beetje gehad met de dag, en vermits het morgen om zes uur bed uit is, kruipen we allemaal onder de lakens, en onder het muskietennet.
Zaterdag 26 oktober
De oordoppen hebben hun nut bewezen en na een goeie nacht is het rond half zeven tijd voor een tochtje op de rivier voor birdspotting. We herontdekken de vleermuizen onder een stronk midden de rivier en bemerken een rivierdolfijn, die we trachten in het vizier te houden maar die met ons speelt. Een eind verderop vinden we kleine aapjes zwevend van tak naar tak en ook een familie brulapen hoog in de kruin van een boom. Tal van vogels worden ons aangewezen en beschreven. Een leuke uitstap alweer. Tegen achten varen we terug en haasten ons rechtstreeks naar het restaurant voor het ontbijt.
Te halftien wachten Carihuano en Carlos ons op voor een trektochtje van een drietal uur door het woud ergens aan de Pastaza. Een flink eindje varen met de prauw op de Pastaza waar we worden afgezet aan de oever. Onder de kundige gids van Carihuano, Carlos en Eveline, trekken we 3 uur lang langs een klein paadje door het woud, leren de Ashuargebuiken bij de kapokboom en over de medicinale krachten van vele planten. Aan de laguna spotten we een kaaiman, zeer kundig verscholen in dekroos op de plas, en badende kapibara’s. Bijna aan het einde van de wandeling staat een tafel gedekt midden in het woud. Een fris pintje en vooral een lekker warm maal wacht ons daar. Eerlijk, een godsgeschenk, zo te lunchen minden in het oerwoud.
Na dit uurtje verpozing varen we nog een half uurtje verder naar Sua, een Ashuardorp, waar we een Ashuar familie bezoeken, Kleaver, zijn vrouw, kindje en moeder.Hij troont als het ware in zijn voorplaats, en laat zijn vrouw ons wat chicha schenken. Chicha is een lokaal brouwsel op basis van maniok, die door de vrouw in de mond wordt gekauwd, dan uitgespuwd en enige dagen of weken laten fermenteren. Carihuano en Kleaver laten het zich goed smaken, wij houden het bij een beleefd nippen. Ieder om beurt stelt zich voor, wat eerst door Eveline in het Spaans en dan door Carihuano in het Ashuars wordt vertaald. Ondertussen zitten we daar ongemakkelijk met onze kom chicha in onze handen op een ongemakkelijke bank. Het goedje riekt overigens ook niet zo heerlijk. Buiten nemen we wat foto’s van de familie, hun hut en hun dorp en kopen we enkele souvenirs die door de vrouwen van het dorp worden gemaakt.
Tijd om terug op te kruisen richting Kapawari rivier en de lodge. Rond 7 uur verzameling in de bar voor briefing en een drankje, nadien diner. Ongeveer half negen starten we alweer voor een avondvaart op de Kapawari. We spotten enkele kaaimannen ,enkel te herkennen aan de rode weerschijn van hun oogjes in het licht van de lantaarn. Het is wel voornamelijk genieten van het nachtelijke uitspansel en de nachtelijke oerwoudgeluiden. De tocht is zo rustgevend dat we even daarna snel wegdromen onder ons muskietennet.
Zondag 27 oktober
De ochtendvaart brengt ons naar de Pastaza waar we ara’s en parkieten gaan spotten aan de kleiriffen, waar ze ‘s ochtends mineralen uit de klei pikken om hun dieet aan te vullen. Onderweg speelt de rivierdolfijn nog wat verstoppertje met ons en ontwaren we in de boomtoppen nog wat aapjes, brulapen, toekans en tal van ander gevogelte. Je moet niet zien waar de ara’s zitten, je kan ze van op afstand horen. Met honderden zitten ze er en we kunnen verrukt van het schouwspel genieten. De tijd vliegt en rond acht uur varen we snel terug naar de lodge voor het ontbijt, hoog tijd.
Nadien is het de beurt aan de tweede groep, wij dus, om een wandeling door het woud achter de lodge te maken, struinend over brugjes ,stronken en takken. Alweer maken we kennis met tal van klein gedierte en medicinale planten.
Alweer gidsen Carihuano en Carlos ons vakkundig. Bijna aan het einde overvalt een onweer ons. De regen gutst met bakken uit de hemel, gelukkig hebben we onze poncho’s bij. Wie niet, zoals An en Guy, krijgt een verfrissende douche.
Lunch nemen we in de lodge, en daarna eventjes rust tot half vier. Van de tien uit ons groepje, krijgen er zes last van maag en darmklachten, zodat slechts An, Guy, Andre en ik ons aan het pont melden voor de kayakvaart. Een half uur stroomopwaarts worden we gebracht met de prauw, waar we heel voorzichtig overstappen in onze kayaks en zo rustig door het stille woud, na ja stil, terug peddelen naar de lodge. Het wordt een heerlijk tochtje dat nog veel langer had mogen duren. Bijna aan de steiger van de lodge kan Guy het niet laten en hij roeit een kreekje in. Ik volg hem en we komen in een heerlijk stukje oerwoud, midden de mangroves. Vermits Guy de eerste was, ligt er nu in het Ecuadoriaanse woud een “ van Houteghemplas”. Daarna naar de steiger, kayak aan wal en zwemvest uit. ’t Is vijf uur, dus hebben we wat tijd voor verpozing.
Te zeven uur wordt in de bar geborreld en vergaderd en krijgen we verdere uitleg over de nachtelijke wandeling en het schema van vertrek voor morgenochtend.
Na het diner is het evenwel terug aan het regenen, dus geven de meesten verstek voor de nocturne. We zitten dan nog maar wat gezellig bij elkaar, en betalen ook onze rekening. Tien uur trekken we ons terug in onze hut en kruipen onder onze muskietennetten.
Kapawi lodge is een unieke belevenis en een echte levenservaring, blij dit meegemaakt te hebben.
Maandag 28 oktober
Verjaardagszoenen en felicitaties bij het ontbijt. 64 jaar vandaag.
Het was alweer een rustige nacht onder onze tent, met ontwaken bij een vogelconcert. Als alles is gepakt zetten we de koffers buiten en gaan met onze handbagage naar het restaurant. Eerst spotten we nog enkele vogels en als de hoorn blaast begeven we ons netjes aan het ontbijt. Na de broodjes en de koffie wacht er een verrassing: een pannenkoek met fruit met een kaarsje erop en van Eveline een mooie Kapawi t-shirt en verjaardagszoenen, een sympathiek gebaar, met veel plezier aanvaard.
We hebben nog wat tijd over om ons nog even te verdiepen in de Ashuar cultuur.Gariguano en Mateo demonstreren ons hoe ze met de blaaspijp op jacht kunnen. We proberen zelf ook, maar zullen nog heel veel moeten oefenen vooraleer zelf ons vlees te kunnen schieten. Nadien krijgen Dirk, Guy en ik de gelaatsversiering van de Ashuars op ons gezicht geschilderd. We zien er beeldig uit.
Ondertussen krijgen we bericht dat de eerste 2 vliegtuigen zijn vertrokken, maar dat de twee anderen nog verhinderd zijn. Wij zitten in de eerste ploeg en vertrekken met de prauw naar de landingsbaan, voorwaar echt een heel eind varen. We kunnen nog even proeven van “la selva”. Onze Cessna staat te wachten. We laden onze bagage in, ik kruip naast de piloot en de motor kan starten. Het is bloedheet in dat ding, gelukkig stijgen we direct op en opent de piloot wat verluchting. Het blijft wel warm. We volgen de Pastaza terug naar Shell. De wolken schieten onder en naast ons door en we genieten nog een uurtje van het unieke panorama over het regenwoud, met hier en daar en enkele hutjes in het immense woud.
Zonder problemen landen we in Shell, zetten onze zakken in de wachtende bus en wachten in het zaaltje van de maatschappij enkele uurtjes op de achtergeblevenen. We spreken onze picknickzak aan, gaan in het winkeltje ernaast een biertje kopen, en doden de tijd met wat praten, lezen en naar huis te bellen. Er vallen enkele fikse buien, neergutsen doet het, en ik maak van de wachttijd gebruik om mijn verslag wat bij te werken.
Rond half 2 zijn de laatsten geland en zetten we koers richting Banos. Gustavo heeft een verrassingsstop voorzien en zo nemen we een korte zijsprong naar de Cascade Paillon, een deftige waterval op de Rio Verde. We dalen via trap en loopbrug af tot onder de neergutsende rivier. Geen hoogtevrees, hehe, fijn.
Daarna bezoeken we een eindje verder in Bnaos de kerk van de Virgin de Agua Santa, voluit de dominicanenkerk Sanctuario de Nuestra Senhora de Agua Santa. Verder kuieren we door enkele gezellige winkelstraatjes, shoppen wat souvenirs en sluiten het bezoek af met een kijkje bij een winkel waar men sieraden en snuisterijen vervaardigd uit plantaardig ivoor. Dit wordt gemaakt uit de noten van een reusachtige vrucht van een palmboom, de tagua.
Het wordt nu echt wel tjd om verder te rijden naar Riobamba, en via panoramische wegen en langs kleine dorpjes komen we rond zevenen aan in ons hotel, een authentieke hostal, Abraspungo.
We bouwen onze kamer om tot een reuze droogplaats voor de vochtige kledij die we vanuit de jungle meebrachten. Alles is nattig en kan best wat lucht gebruiken, morgen in Cuenca kan het naar de wasserij.
Marie Louise heeft met Eveline een korte verjaardagsdrink afgesproken en rond kwart na acht heffen we het glas op mijn 64 jaar. Een plaatselijke musikant zorgt voor wat Andesmuziek en de sfeer zit er aardig in. Het diner en het flesje wijn, verjaaragsgeschenk van An en Guy smaken voortreffelijk, en vermits we morgen kwart voor vijf eruit moeten, gaat iedereen nadien onder de wol voor enkele uurtjes.
Dinsdag 29 oktober
Vroeg begonnen is half gewonnen, dus tegen dat de wake up call ons vrouwtje wekt, heb ik reeds gedoucht en ben geschoren. De koffers staan keurig op tijd ( vijf uur) buiten en we haasten ons naar het ontbijt.
Kwart voor ze vertrekt de bus richting Alausi, een heel eindje rijden via de Panamerica weg.
We zijn mooi op tijd en kuieren naar het station, waar de trein anno 1950 op ons staat te achten. We hebben een hele wagon voor onze groep,zodat we ruimte zat hebben.
Stipt 8 uur gaat de stoomfluit en trekt de trein zich op gang om aan de afdaling van de Nariz del Diablo te beginnen. Heerlijke panorama’s en diepe kloven rollen aan ons voorbij. Ogen te kort om alles te kunnen vatten. Na een uurtje dalen komen we in het dalstationnetje aan, poseren bij de locomotief en stijgen naar het hoger gelegen infocentrum. Na de bijscholing genieten we van een fruitsap met een sandwich en worden vergast op een dansoptreden van de bewoners uit het nabijgelegen dorpje, die met zang en dans ons hun cultuur evoqueren. Het meedansen laten wij voor wat het is, maar Nadia en Guy stelen wel mee de show.
We nemen terug plaats en nemen dezelfde weg in opwaartse richting, zigzaggend opstomend langs de rotswand. Terug in de bus, neemt Gustavo ons mee naar een kleuterschooltje. Alle kindjes in een zelfde joggingpakje, ons op een rij opwachtend. Samen zingen ze voor ons, en wij brengen een broederJacobje voor hen.
Het is een hartverwarmend en vertederend moment. Het enthousiasme op hun gezichtjes als je hun de foto die van hen genomen hebt laat zien, is gewoon schitterend. Anders dan vorig jaar in Zuid Afrika viel wel op dat dit schooltje wel over speeltuigjes en materiaal beschikken. Luxe is het niet maar prima in orde.
Na een half uurtje bussen we verder richting Ingapirca, de Inca site. De zon verdwijnt stilaan, wolken verschijnen en als we verder stijgen komen we in de dichte mist terecht. Dit blijft zo de hele dag tot Cuenca.
Aan de site gaan we eerst lunchen in het restaurant aan de ingang, soep en voor iedereen een hele kippenborst, we hebben er een kluif aan. Het restaurant doet een beetje denken aan een eenvoudig zaakje ergens in onze diepe Ardennen, simpele authentieke inrichting en eerlijke lekkere kost.
Al is het dichte mist,we krijgen toch een idee van de bouwstijl en methode , gebruikt door de Inca’s. Vermoedelijk is de site eerst gebouwd door de Canari’s, de oorspronkelijke indianen uit het gebied en hebben de Inca’s er na hun verovering een zonnetempel van gemaakt, vermits de site daarvoor uiterst gunstig gelegen is.
Door de nevel mist het bezoek aan de ruïnes een groot deel van zijn aantrekkingskracht, vermits je geen idee krijgt van het geheel in zijn omgeving. Het opzet van de Canaris en de Inca’s hebben we wel kunnen bekijken.
Er wacht ons nog enkele uurtjes bus naar Cuenca, in mist en regen, waar we tegen duisternis aankomen. Om de hoek van het hotel de bus uit en inchecken in het Alcazar. Sommige kamers zijn balzalen, sommige rond de patio eerder benepen en zonder enige buitenverluchting. Wij logeren in 101 in de patio. De stijl is wel gezellig en na een lekkere douche schuiven we aan voor het avondmaal, alweer samen gezellig aan een lange tafel, sommigen dicht tegen het kolenvuurtje. Jaja ook in Ecuador kan het frisjes zijn.
Woensdag 30 oktober
Heel vroeg hoeft het vandaag niet, en omdat we twee nachten in Cuenca blijven moet er niet gepakt worden. Ik maak een korte wandeling door de tuin, en we ontbijten samen met Ria en Freddy. Stipt half negen is iedereen op de bus en rijden we een klein eindje verder tot aan de oevers van de Rio Tomebamba. We wandelen langs het pad midden het groen en kunnen de oude koloniale woningen bewonderen. Het is mooi weer , zonnig en niet te warm, dus is het heerlijk om zo even de benen te strekken.We bewonderen een hoopje atleten die hun ochtendtraining afwerken en kuieren langs bruggen en graffitti walls, We eindigen aan nog een kleine site van Canari en Inca ruïnes. Daar wachte de bus ons op en brengt Pedro ons naar Homero Ortega voor een bezoek aan het atelier van Panama hoeden. Gek dat deze hoeden Panama hoeden worden genoemd, terwijl ze vervaardigd worden en een echt Ecuadoriaans product zijn. Cuenca is trouwens het centrum van de productie. Prijzen lopen naar gelang de kwaliteit van 15 tot 2000 dollar. Het is merkwaardig om te zien hoe uit riet zo’n prachtige hoeden worden vervaardigd. Roland en Guy staan beeldig met hun aankoop, al is die van Gustavo wel de mooiste. Hij heeft er dan ook wel 18 thuis. Als iedereen die het wenst zijn kooplust heeft bevredigd, trekken we naar het oude stadscentrum voor een wandeling. We houden halt in de Cxalle Simon Bolivar en stappen tot aan het Parque Calderon. We bezoeken de oude kathedraal, E Sagrario,geen bijzondere kerk. Het was vroeger een gewoon parochiekerkje voor ze kathedraal werd.In de nieuwe kathedraal maken we het even stil met een klein sacraal gebaar van enkele kaarsjes en heilwensen van Gustavo. Buiten trekken we naar de bloemenmarkt, bezoeken de doorgeefluik van het Carmelietenklooster en eindigen met de overdekte markt. Groenten, fruit vlees, kruiden en eetstalletjes zorgen voor een walm van geuren. Eveline vergast ons op een banaantje en enkele stukjes varkenvlees. Een dansje op de tonen van een Otavalaans orkestje besluit ons bezoek aan de overdekte markt, al heeft Guy nog een specialiteit, “ tettenbrood” ontdekt.
Een klein stukje wandelen brengt ons bij ons restaurant.Ondertussen kunnen we nog de plaatselijke klederdracht bewonderen en genieten we ook van een uniek beeld op de drie koepels van de nieuwe kathedraal, die azuurblauw tegen een zonnige hemel afsteken. In het restaurant, een patio alweer wordt ons als tussendoortje een stukje Cuy, cavia, als proevertje aangeboden. Het laat geen onvergetelijke indruk na.
Als we het restaurant verlaten begint het alweer lichtjes te regenen en korte tijd nadien giet het oude wijven. Gelukkig zitten we in de bus op weg naar een orchideeënkwekerij. De kweek wordt ons helemaal uitgelegd, van in de fles tot groot exemplaar. Mooie bloemen te kijken dus, mooie plaatjes te schieten. Korte tijd daarna rijden we naar een Ikatspinnerij waar nog alles manueel gebeurt. Een aftandse schuur , stoffig en rommelig is de plaats van gebeuren, maar de sjaals vallen bij velen in de smaak.
Ondertussen is het beginnen schemeren rijden we in de avondspits terug naar hotel Alcazar voor een aperitiefje, diner en een slaapje.
Donderdag 31 oktober
Tegen acht uur staan onze koffers voor de deur en stipt half negen heeft Pedro, onze chauffeur, alles keurig ingeladen en wacht de bus op ons voor de deur. Bij het verlaten van Cuenca ontmoeten we nog wasvrouwen aan de rivier, dus houden we er een korte fotostop. Het blijkt dat dit voor deze mensen hun beroep is, en dat zij de was ook voor anderen doen. Het heerlijke bergwater zorgt natuurlijk dat je geen wasverzachter hoeft.
We verlaten Cuenca en rijden een kleine 40 km verder naar het nationale natuurpark Las Cajas. Stilaan stijgt de weg alweer en als we de bus verlaten voor een wandeling door het Cajas park staat de hoogtemeter op 3979 meter. Het beneemt je even letterlijk de adem. Het landschap in dit hooggebergte is overweldigend mooi en over sompige grasveldjes en over rotsen stappen we twee uur door de prachtige natuur, ontdekken zeldzame bloemen en planten, ontmoeten alpaca’s en lama’s en spotten alweer andere vogels. Het weer is mooi en zacht en vrij snel gaan de fleesjes uit en gaat het verder in hemdsmouwen, steen op , heuveltje af, beekje over. Aan de bus trachten we zo goed als mogelijk onze schoenen een beetje af te kuisen. An heeft door een schuivertje er wel een natte broek aan over gehouden.
We dalen terug tot aan de ingang van het park en lunchen in “ Dos Chorreos”, een forellenkwekerij annex weghotel. Op het menu staat aardappelsoep, forel uiteraard en een flan. Het biertje er bij is verdiend en laaft de dorst na de tocht.
Alles even laten bezinken en dan terug de bus in voor een laatste trip,op het vasteland die ons over de hoge toppen van De Westelijke Andes brengt. Eerst stijgen we tot meer dan 4200 meter en nadien gaat het in één langgerekte daling naar Guyaquil op zeeniveau. De reis duurt meer dan drie uur en we dalen door de wolken heen, alweer mist dus. Een korte plaspauze, een halte aan een mangokraam, en wat foto’s bij een cacaoplantage brengen wat afwisseling in de rit. Het laatste gedeelte voert ons tussen bananenplantages, rijstvelden en cacaoplanten tot aan de oevers van de Guayas.
Het laatste stukje is aanschuiven in het drukke verkeer van de stad en we verlaten onze bus aan het parkje voor de kathedraal, het Parque Bolivar. De drukte en de warmte vallen op ons als we uitstappen. In het parkje nemen we wat foto’s van de landleguanen die er huizen. De bomen zitten er vol van. Onze eerste kennismaking met deze monstertjes toont dat ze veel kleiner zijn dan we dachten.
Het valt ons op dat alle kinderen, en dat zijn er een massa, er verkleed bij lopen. Ach ja , op reis vergeet je je kalender, het is Halloween. We trekken wat verder op ,via de Avenida de 10 Agosto tot aan de Moorse toren. Op de Malecon Simon Bolivar is het een drukte van jewelste met massa’s verklede kinderen en wandelaars op het wandelpad aan de rivier. Het contrast met de wandeling deze ochtend kan niet groter zijn.
We wandelen de hele Malecon af tot aan de standbeelden van Simon Bolivar en José San Martin, de bevrijders van Zuid Amerka van de Spanjolen. Aan de overzijde wacht de bus die ons alweer door de drukte naar het Oro Verde brengt. We krijgen een drankje aangeboden, nemen onze sleutels en gaan met de lift naar het zevende. Waw, wat een ruimte! We logeren in een grote suite met salon, eetruimte, twee TV’s twee toiletten en een ruime slaaphoek. Een gigantisch verschil met onze kamer in Cuenca.
Het was een lange dag, meer dan elf uur onderweg, dus kikkeren we ons op met een douche en genieten van een welkomsaperitief in “El Capitan” , de bar. De” lunch Club sandwich” met frietjes is een van de betere eetmomenten uit de reis tot nu toe. Vermits we morgen ruim de tijd hebben, zakken we nog even met enkele reisvrienden af voor een slaapmutsje. Zalige vakantie mannen!
Het is ruim elf uur wanneer we terug onze kamer opzoeken, de rust zal welkom zijn.
Vrijdag 1 november
De koffers dienen pas buiten gezet tegen kwart over negen en we hebben tijd tot half elf om te ontbijten, maar om zeven hou ik het voor bekeken. Ik loop door mijn ochtendritueel en hou nog ruim tijd over om eventuel mails na te kijken, foto’s over te plaatsen op de notebook en reeds een stukje van het verslag bij te werken.
Het ontbijtbuffet is het beste van de reis tot nu, zeer uitgebreid en verzorgd, we laten het ons smaken. We gaan nog even op verkenning door het hotel en zijn tijdig aan de lobby voor de rit naar de luchthaven op de weg naar het vliegveld passeren we de begraafplaats van Guyayquil. Duizenden graven liggen hier bovergronds gestapeld, met trappen en ladders te bereiken. Vermits het morgen Allerzielen is, een zeer belangrijke feestdag voor de Ecuadorianen. , zijn reeds velen met paarse bloemen versierd. Morgen gaan de families eten en drinken aan het graf van hun overledene, die symbolisch aanwezig is in de vorm van een pop.
We steken de rivier over en vervolgen onze route naar de luchthaven. Onderweg bedankt Eveline Gustavo en Pedro. Een dankbaar applaus, en een royale fooi, is hun oververdiende loon. ’t Zijn fijne gasten, het ga hen verder voor de wind.
Nog een individueel emotioneel afscheid van Gustavo en we checken in voor San Cristobal. Alles verloopt vlot maar op het vliegtuig blijven we een half uur wachten. Men is de koffie en de snacks vergeten aan boord te brengen.
Na een rustig vluchtje van anderhalf uur landen we op San Cristobal. Paspoort en visumcontrole, nazicht van de handbagage en met een aftandse bus rijden we een kort eindje naar de haven waar de panga’s, zodiacs bij ons, liggen te wachten. Zeeleeuwen liggen er zomaar op straat, op de rotsen en op de aangemeerde boten en we kijken ons de ogen uit.
Iedereen trekt een zwemvest aan, doet alvast een poging, stapt aan boord zoals ons is uitgelegd, en we varen tussen de zeeleeuwen en de geankerde scheepjes naar de “La Pinta”. We gaan aan boord, plaatsen de handbagage in onze kajuit en reppen ons naar het restaurant. Het is rond twee uur, dus lunch is welkom. Op het eten volgt de introductie en de briefing en natuurlijk de obligate reddingsoefening. Het gaat er wel serieus aan toe en de reddingsvesten moeten op maat worden gezet. Stipte kapitien…
Enkele uurtjes later keren we terug naar wal voor een kenningsmakingswandeling met de Galapagos, hier te beginnen in Puert Baquerizo Moreno. Langs het strand, met alweer zeeleeuwen, gaat het via een paadje tussen de struiken naar de top van de heuvel. Een fikse klim, maar het panorama is een knappe beloning. Het begint al te schemeren als we terug aan de panga’s komen en terug aan boord gaan. Even tijd om ons op te knappen, want te kwart over zeven is het welkomstcocktail met de captain. Lunch daarna, een afzakkertje in de bar en dan bed in. Vrouwlief voelt zicht niet al te best, dat belooft weinig goeds.
Zaterdag 2 november
Te half zes loopt de wekker af, ai vergeten een uur terug te zetten naar Galapagostijd. De La Pinta stoomt op naar de baai van Punta Pitt, het noordelijke punt van het eiland San Cristobal. Inderdaad, de zeeziekte slaat toe en het pilletje is van geen nut meer. Ik neem de taken wat over tot we aan wal gaan voor een wandeling aan Punta Pitt. De oma doet het rustigaan en overleeft boven aan dek.Voor het ontbijt heb ik al wel mijn snorkelmateriaal gaan ophalen en klaar in de zak gestoken. Aha, het ziet er best een avontuur uit.
We maken een heerlijke klim over de rotsen, spotten Roodvoet-genten en tal van vogels en planten, merken hier en daar leguanen, San Cristobelleguanen en genieten van de plantenpracht op de berg.
Terug beneden trekken we onze wetsuit en uitrusting aan tussen de zeeleeuwen. Achterwaarts pletsen we de zee in een snorkelen een eind aan de rots. Effe schrikken, plots flitst een zeeleeuw voor mijn bril, maar even van de verrassing bekomen is het een leuk schouwspel om ze rond ons te zien dartelen en spelen. Mooie vissen in de meest uiteenlopende kleuren zwemmen onder ons door. Al te snel is het weer tijd om naar de La Pinta terug te varen voor de lunch. Nadien hebben we een poosje rust, terwijl het schip naar Cerro Brujos vaart. We maken een pangaride langs de rotsen, bemand met Sally Lightfoot krabben en maken een natte landing aan het strand. Met gids Walter kuieren we over het strand tussen de zeeleeuwen die er bij massa’s liggen te zonnen en de zeeleguanen. De blauwvoetgenten zijn aan hun maaltijd toe en duiken als volleerde Stuka’s het water in. Allerlei vogels vechten om onze aandacht, het is een uniek schouwspel en alweer gaat de tijd snel voorbij. Terug de panga’s in die ons weer aan boord brengt.
We hebben een andere kajuit toebedeeld gekregen die minder deining krijgt, het voelt iets rustiger aan, da’s al veel. we maken ons toilet en gaan naar de bar waar Eveline briefing voor morgen geeft. We nemen een drankje, mailen naar de kinderen en gaan gezellig aan tafel.
Het eerste deel van de films van David Attenbrough wordt voorgesteld en we kijken allen tesaam met een borreltje of een biertje. De dag was inspannend en we halen het eind van de voorstelling niet. Bed in!
Zondag 3 november
Half zes is het alweer, en alweer met een zeezieke naast me. Na een eerste maal braken vind ik het tijd om de hut te verlaten en op dek wat lucht te scheppen. Het helpt een beetje maar niet echt veel. Een pil zou nu weinig uithalen, dus wordt het even volhouden tot na het ontbijt als we aan wal gaan.
Half negen verlaten we het schip en tuigen met de panga’s naar Punta Suarez.We varen naar één van de mooiste eilanden van de archipel, Isla Espanola. Daar aangekomen gaat het al veel beter met ons vrouwtje en kan de ziekte wegebben.
Aan de steiger reeds worden we verwelkomd door een bende zwarte monsters, de Espanola zeeleguanen, en de kinderkribbe van de zeeleeuwen. Een pelikaan zit aan de oever, en de lava hagedissen dribbelen actief over het zand. Een moeder zeeleeuw brengt haar kleintje naar het water voor een eerste duikje. We volgen Ramiro, de natuurgids, over het keienpad langs de oever en slaan de struiken in. Hagedisjes en buizerds kruisen ons pad. Terwijl de hele bende zich rond de buizerd verdringt voor een juiste foto, blijft het heerschap onverstoord rustig op zijn rots op de uitkijk. Het is duidelijk dat hij geen vijanden heeft. We zoeken voorzichtig onze weg over de keien en staan plots voor het nest van een Albatrosjong, nog met dons in plaats van pluimen maar al reuzegroot. Een stuke verder op een open plek zitten er wel een tiental volwassen exemplaren. Dit zijn niet zo’n kleine vogels, met hun lengte van 90 cm en vleugelwijdte van 2,4 meter zijn ze grootste van de archipel.We kunnen met plezier meegenieten van hun kusritueel met klepperende gele snavels. Ze zweven sierlijk door het zwerk, het is een hele klus om hen zo op de plaat te krijgen. We maken een bocht in het pad en komen bij de klif over de oceaan. Steile wanden, azuurblauwe zee en witte schuimkoppen en rotsen bevolkt door een kolonie Nazca –jan-van-genten. Je kijkt er je ogen op uit. Tussen rotsgroeven dringt de zee en spuit schuimkoppen hoog de lucht in. De witte langstaart Tropicl Bird en de blauwvoet genten vliegen over de groep en dagen ons uit hun in ons cameraoog te vatten. Over scherpe rotsen en langs kleurige vetplantenvegetatie bereiken we terug onze startplaats, waar de panga’s op ons wachten om ons terug naar de La Pinta te brengen. Wat een schouwspel is dit deze morgen.
Op de boot wacht ons een fruitsapje en een versnapering, zoals altijd, en rond één uur lunchen we in het restaurant. Bij grote uitzondering hebben we tot drie uur vrij. We genieten van het zicht op de kust, de kabbelende zee en de rust op het zonnedek, lezen en schrijven wat.
Kwart voor drie is het moment om de snorkeluitrusting op te halen en de wetsuit aan te trekken. De panga brengt ons naar Gardner Bay. Ons vrouwtje houdt de wacht op het strand bij ons materiaal, heel alleen tussen de zeeleeuwen, die nieuwsgierig even komen buurten. We treken onze uitrusting aan en varen terug een eindje de baai in. Rond de rots daar glijden we in het water en vergapen ons aan de submariene pracht. Roggen, papagaaivissen, zwartgele Razor Surgeonfvissen en wondermooie King Angelvissen deinen onder ons in het water of zweven als het ware onder ons voorbij. Een zeeleeuw vindt het gezelschap wel aardig en komt wat spelen,sierlijk en soepel.. We ronden tweemaal de rots tot vermoeidheid en kou ons terug naar de panga drijven. Op het strand kleden we ons om en kuieren langs de vloedlijn tot de rots even verderop. De schildpadden, die we in het water gemist hebben, zijn nu duidelijk in het ondiepe water op te merken als ze even boven water komen om wat adem te snuiven.
In de verte dagen donkere wolken op, het weer wordt minder, wat kouder en de miezer valt stilaan, tijd om terug naar het schip te varen.
Als iedereen aan boord is, licht La Pinta het anker voor Santa Cruz. Te zeven uur is het Farewall cocktail en krijgen we een diashow met snapshots van onze voorbije twee dagen. Leuke beelden, fijne foto’s van de troep , en soms grappige kiekjes maken er een verrassende en leuke voorstelling van. Het schip stampt en rolt, nefast voor de zeesensoren van onze vrouw. Diner gaat aan haar voorbij en kotsmisselijk legt ze zich op bed. We kunnen haar gelukkig overhalen, Eveline en ik, voor een injectie, en een poos later is de misselijkheid deels verdwenen en slaapt ze een zoete nacht.
Wij genieten van een laatste diner op La Pinta. Het wordt aanschuiven om onze rekening te vereffenen zodat ik rond tienen terug in onze hut ben. Vrouwlief slaapt rustig, ik ruim nog wat op en bereid wat voor voor de afvaart morgen en ga mee naar dromenland.
Maandag 4 november
Vroeg d’r in is ook vroeg d’r uit, gelukkig deze keer zonder zeezieke. We maken onze koffers, alweer een keer, klaar en bekijken wat foto’s. De eerste passagiers verlaten al het schip als wij naar het zonnedek stijgen om wat naar de baai van Puerto Ayora te kijken.
Na het ontbijt stappen we in en verlaten La Pinta met gezwaai naar de achterblijvers. Het bootje laveert voorzichtig tussen de rotsen in ondiep water tot aan de kaai. We meren aan op Santa Cruz. De zeeleguanen wachten er ons al op. Als iedereen op vaste land is , volgen we Walter naar het Charles Darwin center, waar we ons laten voorlichten over het kweekprogramma van de landschildpadden. De eieren worden bij de beesten vandaan gehaald en hier verder uitgebroed en opgekweekt tot ze vijf jaar zijn. Mocht men dit niet doen, zouden de zwarte ratten, meegebracht destijds door de piraten,alle eieren en jongen opeten. Lonesome George het uithangbord van het kweek programma, is er niet meer, maar er zijn nog zoveel meer prachtexemplaren in alle vormen en formaten.
Na het bezoek stappen we naar het einde van de Malecon, de dijk zeg maar, waar we op de bus wachten die ons naar de Highlands zal brengen. Het gaat omhoog en de miezerige regen houdt ons weer gezelschap als we een korte stop maken voor een kijkje bij een pittkrater, in feite een ingezakte krater veroorzaakt door een vulkaangasbel. Een adembenemende diepte, als een reusachtige muil, gaapt.
We stijgen verder en bereiken een ranch voor een rondje met Valerio, de plaatselijke gids. Reusachtige schildpadden tsjokken log door het gras en de bosjes. Je merkt maar hoe groot ze zijn als we er eens achter gaan zitten met de armen wijd open, ze omvatten een hele spanwijdte. We trekken de laarzen uit, neuzen even rond in de shop en genieten na van de wandeling bij een frisdrankje.Voor sommigen wordt het een koffie( voor Roland met tik). Een heel klein eindje verder dalen we kort af in een lavatunnel, veroorzaakt door verscheidene elkaar overlappende stromen, en dan gaat het in sneltreinvaart naar de pier aan de Malecon. We stappen in de boottaxi’s die ons in geen tijd naar de steiger van Finch Bay, de vinkenbaai, brengen. Nog een kort wandelingetje en we zijn in ons hotel, het Eco finch Bay hotel, waar het buffet staat te wachten.
Na de lunch legt Eveline het programma en de mogelijkheden uit, waarna we onze kamers krijgen toegewezen. De voorbije dagen waren druk genoeg, dus het wordt een kort wandelingetje naar Las Greitas, waar een macho vanop de rotsen de diepe kloof in duikt. Terug houden we het bij wat rust op ons terras, nemen we een douche, maken ons wat op en aperitieven gezellig aan de bar bij het zwembad.
Het diner is gezellig en we tafelen na tot tien uur, waarna de rust van de baai en de zee ons naar bed begeleidt.
Dinsdag 5 november
Een laatste vakantiedag op de Galapagos eilanden. Niks is gepland, geen uitstapjes of iets dergelijks, alleen doen waar je zin in hebt. Uitslapen is er al lang niet meer bij, maar we nemen rustig onze tijd.
Er wacht een uitgebreid ontbijtbuffet en nu geen lange verplaatsingen in het verschiet liggen, kan er bij mij een drankje meer bij. Lekker smullen en een tasje drinken, fijn. Het is Katie’s verjaardag, dus nemen we even tijd voor een telefoontje naar het thuisfront voor gelukwensen, en een babbeltje met de kleinkinderen.
Rond half tien wandelen we onderons beidjes naar de steiger van de boottaxi , die ons in korte tijd naar Puerto Ayora vaart. We kuieren langs souvenirshops, bezoeken boetiekjes en nemen een kijkje in enkele galerijtjes. Nog enkele Tshirts voor de jongens, wat figuurtjes voor aan de kust en met een kalebas voor de decoratie thuis is de shoppinglijst afgewerkt We zijn niet allen met dit idee en met Marijke, An, Guy en Dirk , ontmoet onderweg, vergapen we ons aan het viskraam. Een zeeleeuw ligt bedelend aan de voeten van de visvrouw, bruine pelikanen wachten op wat visafval en ook de fregatvogels vliegen af en aan. Zij weten dat er wat te ritsen valt. Eén lukt het zelfs om in duikvlucht een stuk vis van de toonbank mee te graaien.
Twaalf uur, dus het moment voor een aperitief. Een frisse pint of een caipirinha, smaken doet het alleszins. Daarna varen we met de taxi terug naar de Finch Bay waar we tegen één uur voor de lunch worden verwacht. Risotto met zeevruchten of kip,kies maar, en allebei even smaakvol. Na de koffie rusten we nog een poos op ons terras en rond half vier starten we gezessen voor een bezoek aan Tortuga Bay, een wandeling van iets meer dan zeven kilometer. We houden het tempo hoog, stappen tussen flink uit de kluiten gewassen boomcactussen en zijn op een half uurtje aan de baai. Het zicht is er mooi met wit strand, azuurblauwe zee en hoge schuimende golven. De zon is van de partij wat het plaatje nog extra mooier maakt. Met een fikse pas stappen we terug en nemen nog even wat snapshots. Niet te lang talmen dan houden we nog een klein uurtje voor het happy hour, met caipirinha, verfrissend, lekker, en verdiend na de inspanning.
Na onze opmaak verzamelen we rond half acht op het terras aan het zwembad. Guy vergast ons op een humoristisch overzicht van de voorbije weken, op rijm. Hij heeft er heel wat tijd en moeite aan besteed, maar het resultaat was een leuk en grappig overzicht, bedankt Guy.
Uiteraard vergeet hij niet Eveline uitvoerig te badanken. Zij is een fantastische gids geweest en heeft ons met haar beminnelijkheid, haar kundigheid en haar nooit aflatende inzet een onvergetelijke vakantie bezorgd. ’t Is werkelijk een prachtmeid. Een kaartje voor haar, een kaartje voor haar man en een dikke fooi van ons, het is haar meer dan gegund.
Er staat biefstuk friet op het menu, dus zijn de verwachtigen hoog gespannen. Vaak volgt dan wel een desillusie, en dat is nu ook weer het geval. De biefstukjes worden gebracht, en tegen dat de frietjes arriveren, in mini porties, is hij natuurlijk koud. We hadden meer gehoopt, maar het is alvast een proevertje voor thuis.
De koffers moeten morgenochtend voor half acht buiten staan, dus na een gezellig afscheidsmaal zoekt iedereen rond tienen zijn kamer op, maakt de valiezen klaar en hoopt op nog een goeie nachtrust voor de lange terugreis.
Woensdag 6 november
Lekker geslapen. Even de ochtenddouche en scheerbeurt, dan kan de toiletzak weer in de koffer. Een stevig ontbijt, daar hebben we nog zeer ruim de tijd voor want pas rond half elf verlaten we Finch Bay met de watertaxi en dwarsen het hele Santa Cruz eiland, 42 kilometer, tot aan de overzet naar Baltra. Enkele tientallen meters met het pont en de bus van de luchtvaartmaatschappij voert ons naar de terminal.
Valiezen zijn al ingecheckt en vlot passeren we alle controles, zitten nog een half uurtje aan de gate en wandelen mooi op schema via de tarmac naar het vliegtuig. Met een drankje en een snackje brengt LAN ons in twee uurtjes tijd naar Guayaquil.
Het uitchecken en bagage ophalen verloopt vlot en Eveline bewijst nogmaals haar empathie en organisatietalent. Ze heeft een beambte van Metropolitan tour opgevorderd die bij de koffers de wacht houdt tot we ze binnen een uurtje kunnen inchecken voor Amsterdam, zo hebben wij de handen vrij en kunnen we rustig kuieren en iets gaan drinken zonder ons om onze valiezen te moeten bekommeren.
Rond vijf uur klaren we in, en dan is het tijd om afscheid te nemen van onze prachtgids, die naar Quito en haar man terugreist. Van ieder drie dikke zoenen, een gemeende dank u wel en een warm applaus is onze laatste appreciatie voor haar echt fantastische begeleiding die voorbije vakantie. Het ga je zeer goed Eveline. Hier en daar wordt een oogje wat vochtig, begrijpelijk.
We begeven ons naar de internationale gate, en beginnen aan controle na controle , na nogmaals pascontrole. We hebben nog wat tijd te doden en winkelen allen nog wat in de taks free shop en vleien ons ergens neer voor een laatste biertje in Ecuador.
Dat ze het menen met de strijd tegen drugstrafiek blijkt aan onze gate. Verscheidene vrienden uit de gorep, ook ik, dienen naar de drugscontrole te gaan met een koffer, aangeduid door het lot. Ook bij het instappen in het vliegtuig waken drugshonden. Je kan het alleen maar toejuichen.
Het vliegtuig is niet volzet zodat we na de take off ons wat verspreiden. Ieder heeft zo een rijtje van drie per koppel. Het is een pak comfortabeler voor de nacht. Er wordt ons een aperitiefje aangeboden, een smakelijk maaltijdje met een flesje wijn en dan is het stilaan het moment om wat aan slapen te denken. Ecuadoriaans is het 10 uur voorbij, in België is het vier uur in de ochtend. Oordopjes in, oogmasker voor, een kussentje in de nek en een dekentje overtrekken…. Slaapwel.
Donderdag 7 november
Iedereen heeft blijkbaar toch redelijk kunnen rusten en ziet er al bij al monter uit. Rond elf uur krijgen we een ontbijtje, dat gaat er wel in. Wat fruitsap, fruit, een broodje, roerei en koffie of thee, we zijn alweer klaar om rond één uur ‘smiddags te landen op Schiphol. Nog wat ronddwalen daar en rond vijf uur beginnen we aan onze laatste etappe, naar Zaventem. Ook daar verloopt alles vlot en volgens plan zodat we iets vroeger dan gepland landen en aan band 8 tesamen op onze bagage wachten. Ook die komt vrij spoedig en , gelukkig deze keer, allemaal.
Drie dikke zoenen een stevige handdruk ,een welgemeende dank aan iedereen voor het warme gezelschap tijdens de reis, en een behouden vaart thuis. Zo beginnen we allemaal aan ons laatste deel van de thuisreis. Na meer dan 26 uur zijn we allemaal terug in onze vertrouwde kring.
AAN IEDEREEN DIE DEZE REIS MEE ZO ONVERGETELIJK MAAKTE : BEDANKT EN HET GA JE ZEER GOED
Jacques Van Dam