Prachtig land, prachtige natuur, prachtige bestemming, prachtige reis.
We gaan naar Chili, dat lange smalle land aan de westkust van Zuid-Amerika, dat geprangd ligt tussen de Grote Oceaan en de Cordillera de los Andes, 4000km lang en op z'n breedst 150km. We landen in de morgen op de luchthaven van Santiago de Chili na een vlucht van een 13-tal uren met Lan Chili en we worden verwelkomd door een breed glimlachende Philippe De Moor, onze AdA gids, die zelf vanuit Bangkok is komen overvliegen. We zijn met z'n twintigen, zetten onze bagage af in het hotel, nemen een snelle hap en beginnen dan aan onze mini city trip van Santiago. We tuffen de Cerro San Cristobal op, zover we met de bus geraken, wandelen verder naar de top en genieten van het uitzicht over Santiago en de omliggende bergen.
Philippe, met jeugdig enthousiasme, dropt ons aan de Mercado Central en sleept ons verder te voet door Santiago naar de Plaza de Armas waar het ruiterstandbeeld van Pedro de Valdivia, de stichter, trots de zon en de duivestront trotseerst, het Monedapaleis waar Allende einde loopbaan had, de San Francisco kerk, de oudste kerk van Santiago, het Cerro Santa Lucia, de heuvel genoemd naar de dag dat Pedro de Valdivia er zijn vlag plantte en dan terug naar het hotel waar wij, vermoeid maar voldaan, onze botten kunnen te ruste leggen.
We moeten er vroeg uit, want we hebben een vroege vlucht naar Araucania, de regio waar de Mapuche indianen achtereenvolgens de Incas en de Spanjaarden een flink pak voor hun broek gaven en de deur dichtsloegen. Slechts op het einde van de 19e eeuw werden ze tijdens de "Pacificatie van Araucania" onderworpen en gereduceerd tot 2de rangs burgers. De Bio Bio rivier, die destijds hun gebied afbakende, wordt tot op de dag van heden nog altijd "La Frontera" genoemd.
Chili is een land met meer dan 100 vulkanen, waarvan een hoop aktief, en sommige besneeuwde kegels zijn tijdens de vlucht goed zichtbaar. In Temuco lunchen we in een restaurant in de centrale markt en dan switchen we onze bus voor 2 kleinere die ons naar ons hotel brengen, in het Nationaal Reservaat Malalcahuello met op de achtergrond, de 2865m hoge Lonquimay vulkaan.
Vandaag bezoeken we het Nationaal Park Conguillio met z'n 3125m hoge vulkaan Llaima, die er met kop en kegel bovenuit steekt. Daarvoor dienden die 2 kleine busjes, want de route is ontoegankelijk voor grote exemplaren. We hebben een beetje pech, want eentje heeft panne, en er moet voor vervanging gezorgd worden. Een nog kleiner model wordt opgesnord en we vertrekken met een uurtje vertraging. De weg is grotendeels onverhard en behoorlijk "hobbelig", maar loopt door een schilderachtig landschap van meren en besneeuwde bergen bezaaid met araucariabomen.
Tegen de middag arriveren we aan de ingang van het park, wandelen naar de nabije Truful-truful waterval op de gelijknamige rivier en rijden dan verder het park in naar het Lago Conguillio om daar, aan het Playa Linda te picknicken.
De Llaima vulkaan is een zeer actief baasje en de omgeving getuigt van zijn menigvuldige oprispingen, de laatste in april 2009.
De blauwe lucht verdwijnt stilaan en er komen meer wolken opzetten als we na de middag onze wandeling (lees "klim") naar een mooi uitzichtpunt beginnen. Hogerop moet er zelfs een beetje door wat restanten van sneeuw geploeterd worden, maar uiteindelijk heb je een prachtig zicht over het meer en de bergen van de Sierra Nevada. De documentaire van de BBC "Walking with Dinosaurs" werd hier niet zonder reden opgenomen. We rijden terug langs het mooi gekleurde Lago Verde en de uitgestrekte lavavelden die de Llaima achterliet.
Vandaag steken we de grens en de Andes over naar Argentinie. We rijden langs het Lago Villarica waar zwarthalszwanen op het water dobberen en met op de achtergrond de massieve vulkaan Villarica (2847m), een van de 10 meest actieve vulkanen van Chili. We maken een stop in het kleine stadje Pucon. De hemel trekt helemaal dicht en het begint te regenen. De pas die ons naar de grensovergang voert met Argentinie zit helemaal onder de wolken en van de majestueuze 3747m hoge Lanin Vulkaan die de grens vormt met Chili zien we niks. Het giet water aan de grenspost en tijdens de rit op de kronkelige bergweg naar San Martin. In de late namiddag houdt het op met regenen, kleurt een regenboog de horizon en begroet een grote kudde huemuls ons aan de omheining van een van die grote estancias in Argentijns Patagonie. Tegen valavond arriveren we in San Martin de Los Andes.
We rijden vandaag van San Martin naar Bariloche. Er is nogal wat bewolking en het is een beetje druilerig. De route die we volgen, langs Paso Cordoba, wordt ook wel de 7 meren route genoemd. Het zicht mocht iets beter zijn om ten volle van de panoramas te genieten, maar goed, ondertussen krijgen we van Philippe deskundige uitleg over Alfred Wegener en zijn theorie over de verschuiving der contintenten, de tektonische platen en de invloed er van op vulkanen. En dan het fenomeen van El Nino die de koude, voedselrijke, Humboldtstroom voor de kust van Peru en Chili opwarmt, door een verandering in de passaatwinden, met alle nadelige gevolgen vandien voor het visbestand en de verandering in regenval in Zuid Amerika, Australie en in Azie.
We stoppen even in het sympathieke, stadje Villa Angostura, een toeristisch centrum voor een kort bezoekje. We krijgen toch ook regelmatig mooie landschappen voorgeschoteld van de verschillende meren, en de met sneeuw bedekte bergen en bomen. Als Bariloche in zicht komt wordt de hemel weer wat blauwer en worden we bedeeld met de panoramas waar de toeristenfolders mee pronken. De geplande picknick is er een in een prachtig restaurant en dan schuiven we aan voor de stoeltjeslift naar Cerro Campanario. Geweldig uitzicht over de vele meren en de omliggende bergketens, maar je moet stevig in je schoenen staan, want er staat een stijve bries. Nog een wandeling naar het Lago Escondido en een blik op het exclusieve hotel Llao Llao (zeg "Jao Jao") waar Willem-Alexander zich in 1999 voorstelde aan zijn toekomstige schoonouders.
Bariloche, ook wel Beieren aan de Andes genoemd, heeft de stevige reputatie de plaats te zijn waar nogal wat nazis neerstreken na de implosie van hun Derde Rijk, doordat de toenmalige president, Juan Peron, met gulle hand en voor veel Amerikaanse dollars Argentijnse paspoorten ter beschikking stelde. Wij nemen onze intrek in ons hotel met zicht op het Nahuel Huapi meer en de bergen er om heen.
We bezoeken het Nahuel Huapi Nationaal Park. Langs Lago Gutierrez en het V-vormige Lago Mascardi, ook wel 7-kleuren meer genoemd omdat het zo dikwijls van kleur veranderd naargelang het uur van de dag en het seizoen, bereiken we Lago Hess, waarop nogal wat gevist wordt en wandelen naar de Cascade Los Alerces. Een mooie waterval overigens met een mooie wandeling er naar toe.
Een band van ons busje heeft het laten afweten in dit ruwe terrein en moet vervangen worden, en dan rijden we verder het Park in naar de Ventisquero Negro (Black Snowdrift in het Engels) of de Zwarte Gletsjer. Een paar honderd meter hogerop heet ie nog Rio Manso Gletsjer maar dankzij het puin dat hij onderweg verzamelde veranderde hij van kleur en naam. Donkere ijsbergen drijven in het gletsjermeer. Vandaar wandelen we naar de Tronador of de Donderberg, een uitgedoofde vulkaan op de grens tussen Argentinie en Chili, met niet minder dan acht gletsjers en zo genoemd omdat er regelmatig grote ijsblokken naar beneden donderen.
We hebben een hele rits boot- en bustochten voor de boeg, want we gaan terug naar Chili over de Andes via de weg en het water. Maar de weergoden zijn ons niet welgezind. Laaghangende wolken verbergen heel probaat het landschap. Een stevige wind en een striemende regen vervolledigen het plaatje. En dus hebben we niet zoveel aan onze boottocht over het Nahuel Huapi Meer naar Puerto Blest, de busrit naar Puerte Alegre, de boottocht over het Frias Meer naar Puerto Frias, de 4x4 busrit over de Pas Perez Rosales en de grensovergang met Chili naar Peulla. Daar kunnen we middagmalen en wachten op onze bootverbinding over het Lago de Todos Los Santos naar Petrohue. Als troostprijs krijgen we hier een dubbele regenboog voor de moeite en een fotostop aan de Saltos de Petrohue, de woeste Petrohue rivier voor we met de bus in Puerto Varas arriveren. Het einde van een perfekt uitgeregende dag.
We moeten er nog eens vroeg uit, want we vliegen vandaag van Puerto Montt naar Punta Arenas aan de Straat van Magellaan. Dicht bij Vuurland kan je op een dag de vier seizoenen meemaken (Vivaldi wist er alles van), en dus houden we ons hart vast. Maar er is blauwe lucht boven de vrolijk gekleurde huisjes van Punta Arenas en aan de aanlegsteiger zien we in de verte de Clipper Stad Amsterdam, van het TV programma "In het kielzog van Darwin". Kort bezoek aan het museum van de missionarissen, en aan het monumentale kerkhof en de Plaza de Armas met het monument van Ferdinand Magellaan, de ontdekker van de belangrijke zeeweg hier achter de hoek, de Straat van Magellaan. Geen klein bier als je ziet met wat voor sloep hij dat deed. We trakteren ons op een memorabele maaltijd in een plaatselijk restaurant met King Crab en Abalone voor we de bus ingaan voor de lange rit naar Puerto Natales, ons einddoel voor vandaag.
We maken ons klaar voor een kleine expeditie, want deze morgen schepen we in op de "21 de Mayo" voor een boottocht over de fjord Ultima Esperanza naar de Balmaceda gletsjer en de Serrano gletsjer in het Bernardo O'Higgings Park. Onderweg passeren we voorbij een kolonie zeeleeuwen en aalscholvers die veel minder last hebben van de wind dan wij.
Het is de bedoeling om van hier de Rio Serrano af te varen en zo het Torres del Paine Nationaal Park te bereiken in open zodiacs en daarvoor krijgen we speciale kledij; dikke gewatteerde jassen die je van kop tot teen bedekken en een zwemvest veranderen het gezelschap in oranjekleurige, waggelende michelin mannetjes en vrouwtjes. Het gezelschap wordt verdeeld over 2 zodiacs en die gaan er met een moordvaart van door en scheuren over de bochtenrijke rivier.
De tocht duurt drie uur en is redelijk spectaculair. In de late namiddag arriveren we aan de rand van het Nationaal Park, waar ons hotel gelegen is en in de verte zien we tussen de wolken de zo karakteristieke vormen van de Cuerno Norte en Cuerno Principal. Dit park staat niet alleen op de Werelderfgoedlijst van Unesco het is ook nog eens uitgeroepen tot het mooiste nationaal park ter wereld door National Geographic. En morgen gaan we er voor.
We hebben mogen uitslapen helemaal tot 7 uur. De lucht is blauw met schilderachtige wolken en er is zon. We rijden met de bus het Park in en je begrijpt onmiddellijk waarom dit Park tot het mooiste ter wereld werd uitgeroepen. De hemel zij dank voor de digitale fotografie want om de 10m kan je hier de foto van je leven maken, of toch denken dat je dat doet. Gletsjermeren, riviertjes, bergen, lucht en wolken bieden zo'n voortdurend wisselend pallet van zichten en kleuren dat het veel weg heeft van zappen op TV, en met een UV index 10 kan je maar beter goed beschermd zijn tegen de zon.
De wandeling naar de Mirador Condor is een redelijk steile klim naar een 250m hoog gelegen uitzichtpunt waar je, eens uitgepuft, stil van wordt.
We hebben onze picknick bij en we maken die soldaat, in de zon en, voor zover mogelijk, uit de wind. Daarna wandelen we naar de Salto Grande, de grote waterval en van daar, vlakker maar langer naar de Mirador Cuernos.
We touren verder in het park met de bus en rijden van fotostop naar fotostop en de Cuernos (horens) en Torres (torens) zijn heel dikwijls nadrukkelijk in beeld.
De Salto Chico, of de waterval op de Paine rivier is weer zo'n hoogstandje van moeder natuur waar je je blauw aan fotografeert. Ook de guanacos lopen in groten getale fotogeniek te wezen en kijken hooghartig terug, stel u daarbij de muziek voor van "El Condor Passa" en je hebt het perfekte sfeerbeeld.
Het is de verjaardag van Gilberte en 's avonds wordt zij getrakteerd met een taart en een mini Patagonisch speelgoedschaapje maar als ultiem cadeau is deze dag niet te kloppen.
We blijven nog eventjes in Torres del Paine want we maken een boottochtje naar de Grey gletsjer. Het is schitterend weer, zonnig met een strakblauwe lucht. Met een klein bootje worden we naar het schip gebracht dat ons tot tegen de gletsjer zal brengen. Zwemvesten zijn verplicht maar voor de rest kunnen we genieten op het bovendek. Afgebroken ijsschotsen drijven op het Lago Grey en zoals gewoonlijk, hoe dichter je bij zo'n gletsjer komt hoe kleiner je je gaat voelen. Met vers opgevist gletsjerijs wordt een drankje geserveerd en omdat het gisteren haar verjaardag was, krijgt Gilberte nog een extraatje. We breien er nog een wandeling aan langs het strand naar een mooi uitzichtpunt over het turquoise kleurige meer, nemen ons middagmaal in een nabijgelegen hotel en vertrekken dan met de bus voor een 5-uur lange rit naar Punta Arenas door het eindeloze landschap van Chileens Patagonie.
We hebben een nachtje in Punta Arenas geslapen en nemen afscheid van de Straat van Magellaan. We vliegen naar Calama in de Atacama Woestijn via Santiago en dit wordt een van de mooiste "scenic flights" die we ooit maakten want we overvliegen het Patagonian Icefield, de grootste ijsmassa op land na Antarctica en deze keer worden de gordijnen opengetrokken en hebben we een ongelooflijk uitzicht op de besneeuwde vlaktes, besneeuwde bergen, gletsjers en gletsjertongen die uitmonden in gletsjermeren. En het stopt hier niet, want na Santiago veranderd het dekor en hebben we zicht op de besneeuwde toppen van de Andes die stilaan veranderen in de droogste woestijn ter wereld.
Calama bestaat bij de gratie van de grootste kopermijn ter wereld en is een weinig aantrekkelijke verzameling van een aantal huizen als blokkedozen, maar wij moeten nog een paar uur verder naar San Pedro de Atacama, een onooglijk dorp dat een toeristisch centrum werd. San Pedro staat ook op de Werelderfgoedlijst van Unesco en alles moet er gebouwd worden in typische adobe stijl ook ons hotel, Kunza, waarvan de bungalows een deur hebben breed genoeg voor een lichte vrachtwagen. Een heel goed hotel overigens.
Na het avondeten gaan we sterrenkijken. Daarvoor rijden we met een busje een heel eind buiten het dorp waar een Fransman, Alain Maury, z'n eigen observatorium heeft neergepoot in de vorm van een 5-tal telescopen die op verschillende delen van het heelal gericht zijn. De man is een begenadigd verteller met een goed gevoel voor humor en we houden er allemaal een mooie foto van de maan aan over.
San Pedro ligt op 2450m en aan de horizon zie je de mastodonten van vulkanen, de Lincancabur (5916m) en de Juriques (5704m). Vandaag trekken we de woestijn in. Het regent hier praktisch nooit en dus waar het weinige water voorhanden is, zijn er kleine oases en zijn er dorpjes. Zo ook het dorpje Toconao. Landbouw wordt er gedaan in kleine tuinen en boomgaarden die in een smalle, ondiepe kloof liggen. Veel stof, een paar souvenirwinkeltjes, een mooi onderhouden pleintje met een kerktoren uit 1750 en een kerkje uit 1800 maken van het dorpje een toeristische attractie.
Niet ver daarvandaan ligt de Salar de Atacama, een enorm zoutmeer, waar op een paar natte plekken grote vogelpopulaties hokken, vooral flamingos, en daarom heet het ook Reserva Nacional los Flamencos.
Lunch is in een restaurant in San Pedro, en dan siesta tot 16 uur om het heetst van de dag door te komen. Daarna brengt ons busje ons naar de Valle de la Muerte en de Valle de la Luna voor een paar mooie uitzichten en enkele korte, interessante wandelingen en we sluiten de dag af met een sundowner met veel Pisco Sour en een zalige zonsondergang.
Vandaag moeten we echt wel uit de veren op een heel onchristelijk uur. Om 04:00! Want we hebben een rit voor de boeg van meer dan 3 uur naar Tatio Geisers. Op een hoogte van meer dan 4200m ligt daar een veld van geisers en fumarolen die aktief zijn zolang de zon ze niet verwarmd en dus om van dat moois te "genieten" moet je er vroeg bij zijn. Het is stikdonker als we in ons busje stappen, en ik vertrouw blindelings op de chauffeur om ons gezond en wel ter plaatse te brengen. Je ziet niks en dat is misschien maar goed ook, want we volgen een slingerende, steile, onverharde bergweg. De meesten, ik ook, proberen nog wat slaap mee te pikken tot we bij het ochtendkrieken ter plaatse komen. We zijn er niet alleen, dit is een populaire uitstap. Er wordt niet zo hoog gespoten als Old Faithfull of Strokkur doen, maar het is toch wel spectaculair en het sist, broebelt, borrelt en rookt te allen kante. Achtergelaten machines zijn stille getuigen van de vergeefse pogingen om hier geothermische energie uit te halen. Er wordt ook een geimproviseerd ontbijt geserveerd en een warm drankje smaakt op dit uur, op deze hoogte.
We zijn al hoog en we gaan nog wat hoger de Altiplano op tot 4520m en dat voelt een beetje alsof je op een wolk loopt met veel lucht in je kop. Vicunez en lamas zijn de dieren die je hier tegen komt samen met een post van de Carabineros de Chile. Er wonen ook nog wel mensen op deze hoogte, maar niet zo bar veel, in het dorpje Machuca Peublo zijn dat er welgeteld 4.
We dalen terug af naar San Pedro voor de lunch en een siesta, en dan bezoeken we een museum in San Pedro van een belgische pater Gustave Le Paige, die hier goed zendelingswerk verrichte en in zijn vrije tijd aan archeologie deed.
Vanavond hebben we een vlucht in Calama terug naar Santiago, en we rijden er naartoe met een omweg langs de Altiplano. Het wordt "a hell of a ride", en mijn nekharen komen lichtjes overeind als ik bedenk dat wij, op weg naar de Tatio Geisers in het donker voor een stuk dezelfde weg hebben gevolgd. Geweldige panoramas over eindeloze vlaktes. Het dorpje Caspana, ligt in een kloof, en is onzichtbaar tot je er met je neus bovenop staat. Een groen eilandje in het midden van niks waar op terrassen aan landbouw gedaan wordt. We bezoeken nog een ruine van een pucara, een fort van de Atacamena indianen, dat verwoest werd door de Spanjaarden, verorberen snel ons middagmaal in het vlakbij gelegen restaurant en maken dan nog een fotostop aan het pittoreske kerkje van Chiu Chiu voor we doorrijden naar de luchthaven.
Laatste dag. We hebben afscheid genomen van 5 medereizigers die nog voor enkele dagen naar Paaseiland vliegen 3000km verder. Onze vlucht naar Europa is vanavond, maar we gaan eerst nog kennismaken met de Chileense wijnen. Het wijngoed Von Siebenthal. Behoort toe aan een aangespoelde Zwitserse advokaat die zijn toga aan een wijnstok hing en ons met veel flair en humor een rondleiding geeft. En natuurlijk wordt er wijn geproefd en gedronken bij de lichte maaltijd die we er aangeboden krijgen.
Philippe moet ons hier verlaten, hij heeft een vroegere vlucht naar Bangkok waar, bij zijn aankomst, een nieuwe groep al wacht voor de ontdekking van Thailand.
Wij nemen een paar uur later ook afscheid van onze gastheer en rijden naar Santiago waar de jacaranda in bloei staat en naar de luchthaven voor onze vlucht naar Madrid en Brussel.